Peter Aeltsz, gasthuismeester van de Heilige Geest en procurator van Armen de Poth (1448), schepen van Amersfoort (1451-1470), overleden 1470-1474
Gehuwd met
Margriet Willems Karman, dochter van Willem Karman en Margriet Dierck Poijten, overleden > 12 december 1489
Bron: archiefeemland.nl
Op 27 juli 1468 ‘des woensdages na sente Jacobs dach apostell’ Lambert Henricxs, schout, Willam Lambertss, Gherijt Bierdrancker en Jan Craen, schepenen, oorkonden dat Peter Aelts soen en Claes Meeus soen, namens de Armen de Poth, hebben overgedragen aan Wouter Bertouts soens, namens het gasthuis, 1 gouden Johannes Beijerse gulden jaarlijkse erfrente uit Jacobs Noten hofstede op de Kamp, aan de ene zijde begrensd door de straat, aan de andere zijde Jacob zelf.
Op 21 september 1478 ‘quarta post Mathei’ Peter Dier als overste burgermeister in der tijt geeft op vanwegen si Ruesel Suerges ende nacoemelijnge vier lichte gulden jaers als hoer brieff inhouwen ende dese voirscreven huijsinge heft Mergriet verwonnen Peter Aeltsoen is vervollicht ende verwonnen mit allen recht voir renten die dair uutgijngen. Behouwelic Mergriet Peter Aeltsoen twe Beijersgulden jairs als hoir brieff inhout ende Daem Goerts.
Op 20 januari 1479 ‘quarta post Ponciaen’ Goert Diercsoen ende Lijsbet sijnen wive scelden te goede Goert Mathijssoen ende Aertgen sijnen wive dat huijs mit die huer van der hofstede gelegen op Bloemendail. Mede quam voir ons int gericht Mergriet Peter Aeltsoen wedue ende Alijt Poijten mit mij momber ende verliden Goert Mathijssoen ende Aertgen sijnen wive dese voirscreven hofste ten eersten brande toe elkes jairs om 10 Vlaems groet, te betalen alle jair op Sunte Merthijn in den wijnter. Ende tot wat tijden dat dese voirscreven hofste verandert wert so sullen Mergriet ende Alijt voirscreven dengenen dair sij dan aen coemet belien om die voirscreven renten ende om een taick goets wijns te verlijelgelde.
Op 15 september 1479 ‘quarta post Nativitatis Marie’ Henric Gijsbertzoen ende Geertruijt sijnen wive scelden te goede Jan Geritzoen ende Willemgen sijnen wive de husijnge mitter hofstede gelegen op Bloemendael dair Jan Geriijtzoen nu ter tijt in woent , behoudelick Mergriet Peter Aeltzoen hoir renten als hoir brieven inhouden.
Op 3 november 1479 ‘quarta post Omnium Sanctorum’ Henric Moeij scelt te goede Gerit Moeij sijnen soen ende Katrijn sijn wijf die huijsijnge mitter hofstede berge schuere ende al dat dair op staet gelegen op Bloemendail in die Coppelstraet. Mergriet Peter Aeltsoen wedue ende Alijt Poijten mit mij hoere beijder verliden voirt gericht voirscreven dese voirscreven hofstede ten eerste brande toe des jairs om 25 oude Vlaemsch of die werde te betalen jairlix op Sunte-Mertijnsdach of uut te panden als vol etc. ende als dese voirscreven hofstede verandert vort te verliden om die voirscreven renten ende om een quaert goets wijns te verlielgelde.
Op 9 oktober 1480 ‘secunda in profesto Victoris’ Tuenis Reijerzoen belijt Anthonia sijn moeder ende Lambert zijn broeder 34½ rijnsgulden current ende hondert lichte gulden in een vierdel lants onderdeijlt mit Tuenis Hubertzoen ende Margriet Peter Aeltzoen wedue gelegen op die Meent alre naest den Dawech mit voirwerden dat Tuenis Reijerzoen voirscreven dese voirgenoemde gelden onderhouden mach ende geven sijn moeder en broeder voirscreven jairlix van 16 pennijngen enen pennijnck te renten ter tijt toe dat hij die somme vanden voirscreven gelden betaelt heft altijt mit de voirscreven renten na den beloip van der tijt.
Op 28 februari 1481 ‘quarta post Mathie’ Margriet Peter Aeltsoen weduwe ende Alijt Poijten, mit Scaijck hoere beijder momber, verliden Henric Petersoen ende Rijcolant sijn wijf een hofstede mit alsulc getimmer dair op staet gelegen op Bloemendael, ten eersten brande toe des jairs om 19½ oude Vlaems solvendis Martini in den wijnter, uut te panden als vol verboden pande ende als dese vorscreven hofstede verandert sel werden dair voirt over te staen om de vorscreven renten ende een taick goets wijns te verliellgelde.
Op 9 mei 1481 ‘sero’ Margriet Peter Aeltzoen wedue, Schaijck momber, Jan van Vloijck ende Weijndelmoet sijnen wive Willam Peterzoen ende Delijaen sijnen wive scelden te goede Ricolant Jacop Geritzoen wedue alle rechts ende toseggen sij hebben moegen aen enen Beijersche gulden jairlixsche renten sij hebben uten erfpacht van den huse ende hofstede gelegen in den Bruedel also die oude brief dair of inhout.
Op 14 mei 1481 ‘secunda post Servacii’ item also dair zeker gescheel geweest heeft ende noch is tusschen Anthonie van Schonenburch alse voicht ende momber van Albert sijn wijf Albert Karmans dochter ende mede gemachticht van Bijatruijs Albert Carmans wijf was, sijns wijfs moeder wegen alse recht is ter eenre ende Margriet Willam Karmans wedue des voirgenoemde Albert Karmans moeder ende Margriet Peter Aeltzoen wedue hair dochter ter andere side, geresen bij also dat hem Anthonis voirgenoemt vermet ende seijt dat Albert sijn wijf Albert Karmans des voirgenoemde Margrieten hoir soen sijn geëchte dochter is ende wesen sall, eijschende dair bij hij als momber van sijn wijf voirgenoemt als een gerechtelicke erfgenaem van hoeren vader alle goeden de Albert voirgenoemt mitz sijnre doet after gelaten heeft ende Margriet voirgenoemt noch ongeschift ende ongesceijden van Albert hoir soen ende van Anthonis wijf Alberts dochter nacomelijngen noch in besittende is also wel hoir soen ende van Anthonis wijf Alberts dochter nacomelijngen noch in besittende is also wel rede als onrede tgeen dair of rueren aencleven ende dair van gecomen wesen mach. Ende Margriet mit Margriet hoire dochter voirgenoemt mit Willam van Isselt hoire beijder momber aen Elijs van Wede ende Claes Jacopzoen welke seggers voirgenoemt dit voirscreven verblijf gerichtelick aen genomen hebben in sulken voirwerden dat sij dese voirscreven saken tot beijden siden overhoeren verstaen sullen ende dair bij besiende ende versuekende of sij devoirgenoemde parthien mit vruntschapen verlijken ende van hoiren geschelen scheijden moegen. Ende en kunnen sij dat mit vrundscapen nijet verlijken noch scheijden so sullen die partien voirgenoemt alsdan hoir bewijs ende tgeen dair sij hem elx recht op vermenen te hebben bij den voirgenoemde seggers to besloten senden in enige stede aen juristen dair de seggers doir hoir bevoelen de saick onbecanste ende die de juristen des on eensidichste weten. Ende laten dair verhalen alze te wachten die sentencie de die juristen na hoire beijder bewijs dair gevende ende weder in scrift oversendende warden op des geens cost, de des in den onrechten bevalt. Ende welkoir van den voirscreven parthien het recht toe gewesen wairt sal recht hebben bij also wairt Anthonis voirscreven in den onrechten gewesen, hij sal Margriet voirscreven in de goeden berusten laten ende wairt hij in den rechten gewesen sal hem Margriet voirgenoemt doen na sijnre eijssche als boven gescreven is. Ende om dit aldus te houden als voirscreven is ende nae te gaen alle tgeen voirscreven is hebben voir geloeft van Thonis ende sijns wijfs moeder wegen Wouter van der Maet ende Rolof van Herdevelt. Ende van Margrieten wegen Willam van Ysselt ende Willam Peter Aeltzoen.
Dair op Margriet voirscreven seijt vermet dat Anthonis wijf Alberts hoir soens geechte dochter niet en is noch wesen en soude ruerende dair bij sij als gerecht erfgenaem van hoeren soen Anthonis of sijn wijf voerscreven geen uutreijkijnge bewijsijnge noch offscheijdijnge van Albert hoirs soins nagelaten goeden sculdich geweest en was, noch oick en wair mit recht te doen dese voirscreven geschelen sijnt sij onder tusschenspraick hoere vrunden tot beijden siden gehelick ende all gerichtelick verbleven alse Anthonis voirscreven ende mede gemachticht als recht is van Bijatruijs, sijns wijfs moeder vorscreven, wegen aen Willam van Herdevelt ende Jan Botter.
Op 19 juni 1482 ‘quarta post Odulphi’ Alijt Dierc Poijten dochter maict Margriet Peter Aeltzoen weduwe alsulcke vijftich rijnsgulden als Evert van der Beeck hoir sculdich sel werden nae hoere doet.
Op 9 augustus 1484 ‘secunda in profesto Laurencii’ Alijt Dierc Poijten dochter mit Schaijck momber heeft te goede gescouden Margriet Peter Aeltsoen wedue die helft van 9 Coervorster rijnsgulden min een oirt jairlixsche renthen de sij heeft uut alle Jan Cairmans ende Margrieten sijnre huijsvrouwen die men jairlix betaelt Victoris et Pasche ende uut mach panden als voll verboden pande mit alsulck losijnge die oude brief dairvan inhout dair Magriet voirscreven een vidimus of begeert heeft. Margriet vorscreven een vidimus begeert uut den ouden brief van die negen rijnsgulden jairlixsche renten voirscreven ut supra.
Op 21 oktober 1484 ‘quinta post Galli’ Margriet Peter Aeltsoen wedue Scaijck momber scelt te goede heren Willam Hoffelaet priester alle alsulcke 4 gouden rijnsgulden jairlixsche renthen als sij ende hoir kijnder hebben in den husijnge ende hofstede gelegen in die Langestraet op die Cortegraft . Mit voirwerden wairt zake dat heer Willam voirscreven teniger tijt hijnder schade of gebreck geviel van Margrieten voirscreven kijnder dat hij dat altijts verhalen mach aen alsulc goet Margriet vorscreven heeft. Heren Willam voirscreven (Hoffelaet) Scaijck momber belijt Margriet voirgenoemt 3 rijnsgulden 23 stuver current voir den rijnsgulden jairlix te renthen in der husijnge ende hofstede voirscreven, solvendos Pasche et Victoris uut te panden als vol verboden etc. te losenen elcken pennijnck mit 14 etc. Mit voirwerden wairt zake dat Margriet vorscreven in deser vesticheijt gebreck geviell dat sij dat altijt verhalen sel moegen aen alsulc goet heer Willam voirscreven heeft uutgeseijt sijnen hof gelegen op die Glashorst. Heren Willam voirgenoemt (Hoffelaet) Scaijck momber belijt Margriet voirscreven sculdich te wesen 16 rijnsgulden current ende 2 stuver solvendos Nativitatis Domini proxime of uut te panden als vol verboden etc.
Op 1 juni 1485 ‘sero’ Geertruijt Wouter Andriessoen wedue, Schaijck momber, heeft te goede gescouden Lijsbet Dierc Janzoen wedue een huijs mitter huer van den hofstede gelegen op Bloemendael. Mede quam voir ons Mergriet Peter Aeltzoen wedue mit Willam hoir soin ende geboren momber ende verlijde Lijsbet voirscreven dese voirscreven hofstede ten eersten brande des jairs om 18 oude Vlamssche groet solvendis Martini uut te panden als vol verboden pande mit voirwerden tot wat tijden dat dese voirscreven hofstede aen een ander hant coemt sal Margriet vorscreven of nacomelijngen dair overstaen ende verlijense voirt etc. om die voirscreven reijnten ende om een taick goetz wijns etc.
Op 13 juli 1485 ‘quarta in festo Margarete’ Gerijt Reijersoen ende Margriet Peter Aeltsoen wedue, Willam hoir soen momber, sijn hoir gescelen ruerende van die brouketel die Tonis van Schonenburch mitten recht vervollicht heft gerichtelick gebleven aen meister Jacop Tijmensoen ende Anthonis Brant mit voirwerden wairt zake dat enich van den voirscreven oflivich worde eerst tseggen uut geseijt wair dair sel men een ander voir in die stede setten binnen 2 maent tijtz.
Op 1 maart 1486 ‘quarta post Mathie’ die burgermeister Willam van Bijler van wegen Rijcout Craen ende Nelle sijn wijf heeft gegeven Gosen Janzoen ende Wijntgen sijn wijf den eijgendom van den huse ende huer van den hofstede gelegen op Bloemendal ende alle commer hier in gemaect nae Griet Peter Aeltsoen reijnten is mitten recht of geset ende is vervollicht ut supra.
Op 31 mei 1486 ‘quarta in die Peternelle’ die burgermeister voirgenoemt heeft ven wegen Anthonia Lubbert Loijchzoen wedue ende Lubbertz erfgenamen gegeven Margriet Peter Aeltzoen wedue den eijgendom van die muelenwerf mitten lande dair toe behoerende gelegen buten de Utersche Poirt teijnden aen de Steenwech ende alle commer hier in gemaict nae Willam Petersoen reijnten is mitten recht of geset ende is vervollicht etc. behouden elx sijns recht.
Op 12 december 1489 ‘septima post Nijcolae’ Margriet Peter Aeltsoen wedue Scaijck momber heeft te goede gescouden heren Willam Hoffelaet, priester, sulcke 3 rijnsgulden 23 stuver current voir den gulden jairlixsche reijnthen de sij jairlix hadde uter husijnge ende hofstede heer Willam vorscreven in woent.
Uit dit huwelijk:
1 Willem Peter Aeltsz. Gehuwd met Delijana NN
3 Meijns Peter Aeltsz, overleden 1541-1547, kerkmeester van de Sint Joriskerk te Amersfoort (1517-1527). Gehuwd met Ermgert NN, overleden > 21 juni 1547