Amerongen, Frans Gosensz van (1556/57-1634)

Frans Gosensz van Amerongen, drapenierder, zoon van Gosen Aelbertsz van Amerongen en Janneke Gerrits Verhaer, geboren 1556-1557, overleden april 1634 (aangetekend 28 april 1634) in het St. Barbara Gasthuijs te Utrecht, begraven in de Buurkerk te Utrecht (#)

Gehuwd met

Maria Joosten van der Pijl, overleden mei 1624 (aangetekend 19 mei 1624), begraven in de Jacobikerk te Utrecht (#)

 

Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) Nadere Toegang op inv. nr 45 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 3) archiefeemland.nl

Op 13 december 1590 benoemt Gosen Aelbertsz, zoon van Willemtge van Amerongen en Aelbert van Amerongen, zijn kinderen Adriaen van Amerongen, Aelbert van Amerongen, Hillichgen van Amerongen en de kinderen van Jan van Amerongen tot erfgenamen, op last van lijftocht van de langstlevend Jan van Amerongen krijgt lijftocht aan erfportie van zijn kinderen Adriaen van Amerongen en Aelbert van Amerongen, hun zoons. Zijn uitlandig Frans van Amerongen en Jan van Amerongen, hun zoons, zij ontvangen hun legitieme portie met benoeming van Johan Vermeij, kanunnik van de St. Pieter, en Gerrit van Rijswijck, procureur hof van Utrecht, tot executeurs.

Op 3 maart 1596 draagt Adriaen Adriaensz van Seijst, laekenbereijder te Utrecht, over aan Frans Gosensz van Amerongen een lakenraam op de stadswal met gerechtigheid, verleend door de stad Utrecht, als zekerheid van f 170-0-0. Ongedaanmaking van deze overdracht d.d. 14-02-1597 door Frans Gosensz van Amerongen omdat de schuld voldaan is.

Op 3 februari 1597 protesteren Alart Jansz Holl, Pauwels Dircksz Schutt, Frans Gosensz van Amerongen, Johan Quirijn en overige gemene buren, tegen de vestiging in de Bakkerstraat van Johan Cool, harnaschmaker, vanwege zijn handwerk. Met relaas van insinuatie aan tweede partij. 

Op 11 juni 1602 leent Ghoosen van Amerongen Aelbertss, burger van Utrecht, zijn erfgenamen of houder van de brief bij zijn blijkends wil, aan den Erentfesten en fromen Henrick van Meholt, residerende te Woudenberg en zijn vrouw Jouffrou Bartraet van Domseler 200 carolusgulden, waarbij indertijd jaarlijks lijfrente voor Aelbert Franss van Amerongen, oud omtrent 16 jaaren Aelbert Goossensz van Amerongen oud omtrent 31 jaar, de voorschreven Gossen van Amerongens zoon en neef en des langstlevende lijve van hun beide, welverstaande dat voorschreven Goossen van Amerongen Aelbertss is en zijn believen daar mede doen zal te betalen de enen helft van de lijfrenten voorschreven op 25 mei 1603, jaarlijks zo lang de voornoemde Aelbert Franss van Amerongen of een van hun beiden in leven zijn. Op last van 3 gulden, 15 stuivers per jaar aan de weduwe Gilde. In de marge: Hernick van Meholt en zijn vrouw Joffrou Bartraet van Domselaer, verklaren de schuldsom ontvangen te hebben van Johan Gosen van Amertongen en zijn zoon Frans Goessensz bekent dat hij mede voor zijn erfgenamen, dat Goossen van Amerongen Albertsz zijn vader, de schuldsom van 50 gulden betaald heeft. Akte 14 april 1603.
Op 17 augustus 1602 koopt Frans van Amerongen, drapenierder en burger te Utrecht of zonder brieven bij zijn blijkende wille, een huis en hofstede in de Krommestraat en een hof buiten de Bloemendalsepoort in de Horsseweijde van Lambertgen Brincken, weduwe van Dommen Domments met haar zoon en voogd Dommen Dommens, deze zoon ook voor zich; Willemtgen Dircx, weduwe van Lamberto Brinckio met haar zoon Cornelis Lambertsz en die mede voor Servaes Jansz, cramer burger alhier en Gerrit Henricxz van Dijck, burger te Utrecht, beiden als borger en mede principalen. Gezamenlijk voor alle erfgenamen. Indertijd betaald per jaar erfelijke losrente; nog 25 gulden per jaar lijfrente aan Frans van Amerongen voorschrevende Aelberts Franss van Amerongen zijn zoon oud omtrent 20 jaren en op langstlevende van beiden te betalen kommervrij te Utrecht in handen van Frans van Amerongen en zijn erven of de houders van de brieven. Op last van alleen 112 1/2 gulden aan Agnes Thonis Janss weduwe. Nog 64 gulden aan de broederschap van Sint Heronimus te Amersfoort; nog 100 gulden aan Jacob Aerts en zijn vrouw; nog 177 gulden 10 stuivers aan Jan Jochemsz, koopman te Amsterdam. In de marge: Elijsabeth, vrouw van Job Jacobss verklaart dat de schuldsom is afgelost door Frans van Amerongen. Akte 20 maart 1604.

Op 27 juli 1605 Aelbert Goesensz van Amerongen te Amersfoort verwijst naar magescheid van de ouderlijke boedel met zijn broer Frans Goesensz van Amerongen en zuster Hillichgen Goesensdr van Amerongen d.d. 7 september 1604, genoemd een huis te Utrecht, zijn zwager Bernt van Raelt.

Op 4 maart 1619 koopt Frans van Amerongen van zijn broer Aelbert Goossensz van Amerongen, burger van Utrecht voor zichzelf en zijn vrouw waarbij hij wettelijk en levende geboorte bij heeft, de helft van het huis en de hofstede in de Papenhofstede (te Amersfoort) om een bedrag 100 carolusgulden hoofdsom. Dit huis is eigendom van de comparant en van Beertgen Jans, weduwe van Weemert Beerntsz.

Op 26 mei 1626 verkoopt Frans van Amerongen, burger van Utrecht, aan Cornelis Davidsen van der Mije, koopman te Amsterdam, zijn vrouw en hun erven, een plechte van 100 gulden uit 1619 ten behoeve van de comparant, uit een half huis en hofstede in de Papenhofstede.

Op 21 mei 1631 Frans van Amerongen, 74 jaar, en Willem Jansz Schijf, 66 jaar, borgers van Utrecht, vtvv Henrick Jansz, van Utrecht, soldaet onder Hertevelt dat deze gemonsterd heeft 29 april tot 9 mei.

 

Uit dit huwelijk:

1  (?) Mechteld Frans van Amerongen

Aelbert Fransz van Amerongen, geboren 1582-1586. Gehuwd op 8 januari 1606 in de Buurkerk te Utrecht met Catherina van Ceulen, geboren te Antwerpen (B)