Amervoert, Jan Meeus van den (->1483)

Jan Meeus van den Amervoert, zoon van Meeus Stevens vander Amervoert en Aleid Jan Aert Gijelijs, overleden > 24 oktober 1483

 

Bronnen: 1) frankvanamelsfort.nl, 2) regionaalarchieftilburg.nl, 3) erfgoedshertogenbosch.nl, 4) dekleinemeijerij.nl

Op 9 november 1442 verhuurt Jan Happart voor 9 jaar vanaf St. Marten aan Henrick Jans van Buedel en Jan Meeus Stevens vander Amervoert 48 buunder beemd “die Strijthoeven” in Udenhout, vroeger van Margriet Taijs, om 100 peters op St. Marten. De huurders mogen alleen “schaerhout” kappen maar moeten zorgen dat het schaarhout op het eind van de huring twee jaar oud is.

Op 25 februari 1445 verhuren Vrouwe Margriet, weduwe van heer Jan van Berlaer, heer van Helmond, en Roelof van Asten, voor 6 jaar vanaf St. Maarten l.l. aan Jan Janss die Cuper van Eersel en Jan en Meeus, zonen van wijlen Meeus Stevens vander Amervoert, een zekere beemd “dat Broec van Helmond” in Udenhout, tussen een steeg van Wouter Berthouts e.a. en een erf van Peter en Priem, zonen van wijlen Jan Vannij, strekkende van een straat tot Jan Gieliss van Heerlaer, om 41 philippus schilden (te betalen aan Margriet) op St. Maarten (de verhuringsakte moet overhandigd worden aan de voornoemde Jan Meeus Stevens vander Amervoert).

In het hertogelijk Cijnsregister 1448 in de cijnskring Oisterwijk is vermeld:

  • johannes filius bartholomei filii stephani vander amervoert pro aleijdis relictam bartholomeui filii stephani van der amervoert ex parte henricus et liberis petri de baest de hereditatis jutte vanden acker 6 s. 4 1/2 d. vet. 21 d. nov.,
  • johannes filius henricus de lairhoven junior pro johannes filio bartholomei filii stephani de amervoert ex parte liberi johannes filius arnoldi filii egidij de prato prope torfmijten dictorum ab a.. daspelair 17 d. nov.

Op 18 december 1449 verhuurt Jan Meeus Stevens vander Amervoert voor 6 jaar vanaf St. Marten over een jaar aan Jan die Bont, Steven Meeus (Van Amervoert) en Jan Jacop Goijarts de tweede hoeve in die Strijthoeve in Udehout om 46 peters te betalen half op St. Andries en half op Pasen. Het hakhout moet na zes jaar een jaar oud zijn. Ze moeten een sloot en wal graven.
Op dito beloven Danijel Pijers, Berthout Wouter Berthouts, en Claes Janss van Vucht samen aan Jan Meeus Stevens vander Amervoert gedurende 6 jaar te betalen vanaf St. Marten over een jaar jaarlijks te betalen 46 peters half op St. Andries, half op Pasen. Ze moeten de sloot opgraven.

Op 3 februari 1450 verhuurt Jan Meeus Stevens soen voor 6 jaar vanaf St. Maarten over een jaar aan Meeus Henrick Stevens, Peter en Claes, zonen van wijlen Jan Zegers, en Aert Janss Langerbeen, den eftersten camp in die Strijthoeven (groot 12 buunder) in Udenhout om 35 peters, te betalen half op St. Andries, half op pasen.
Het elzenhout moet op het eind van de huur een jaar oud zijn.

Op 23 februari 1457 droegen de kinderen van Johannes Thome Stevens en Elisabeth Gerardi Vendijcs, te weten Gerardus, Gertrudis gehuwd met Martinus Brocken, Maria gehuwd met Laurencius Wolteri Vrancken, en de kinderen van Henricus Godefridi Langheijnensoen en genoemde Elisabeth, te weten Mechteldis, Heilwigis, Elisabeth, Margareta gehuwd met Mathias Johannis van den Ghoer, Yda gehuwd met Johannes die Boijter, over aan Johannes Bartholomei Stevenssoen van der Amervoert, een erfpacht van 1 mud rogge, gaande uit een huis en tuin, in Oisterwijk, in Udenhout, nabij de molen te Kreiten, tussen erfgoed van Johannes Moens Stevenssoen in het oosten en tussen erfgoed van Mechteldis Brocken en haar kinderen in het westen, welke pacht Elisabeth Gerardi Vendijcs verworven had van Arnoldus Stephani Stevenssoen van der Amervoert.

Op 1 oktober 1470 verklaren Mathijs die Gruijter en Jan die Loeze, schepenen van Oisterwijck, dat Jan, zoon van wijlen Bartholomeus Stevenszoen van der Amervoert, ten behoeve van zijn kinderen Aert, Jan en Agnese afstand heeft gedaan van zijn lijftocht in twee huizen, gelegen in de parochie Oisterwijck bij de windmolen geheten Creijtenmolen, tussen Jan Huben ter ene zijde en Jan Meijers, Gerijt van der Schoer, Barthout Wouterszoen en Dinge, weduwe van Jan Peeters ter andere zijde; voorts in een beemd, gelegen alsvoren in Aschot tussen Barthout Wouters en Jan Meijers ter ene zijde en Aert Goijaertssoen te Enschit ter andere zijde, strekkende van Jan van Haren tot aan Barthout en Jan voorn.; alsmede in een stuk beemd, gelegen in de parochie Helvoirt in die Leendonck, tussen de H. Geest te ‘s-Bosch en Heer Daems gasthuijs van den Bosch, strekkende met beide einden aan Gerit van den Schoer. Zijn kinderen voorn. verkopen aan Joest Claes soen een erfpacht van 1 mud rogge uit deze onderpanden.

Op 9 juli 1476 verhuurt Jan zoon van wijlen Jan Hapaert voor 7 jaar aan Jan Meeuss vander Amervoert 48 buunder beemden geheten “die Strijthoeve” in Udenhout vanaf lichtmis a.s. om 136 peters, te betalen half op lichtmis en half op 1 mei, in de eerste 6 jaren en geheel op lichtmis in het 7de jaar. Jan vander Amervoert en zijn zonen Aert, Jan en Anthonis beloven de huur in Antwerpen te betalen. Jan Hapaert zal elk jaar voor een tabbaert 2 peters korten. Het schaarhout mag alleen in het laatste jaar gehakt worden.

Op 24 oktober 1483 verhuurt Adriaen Janss Hapart, gemachtigd door Lodewijck Janss Hapart in een antwerpse brief, voor 7 jaar aan Jan Meeuss vander Amervoert 48 buunder beemd geheten die Strijthoeve, Udenhout bij die Cruijsstraet met houtwas en schaerhout om 136 peters, te betalen jaarlijks half op lichtmis, half op 1 mei en te leveren in antwerpen. De huurder mag het schaarhout alleen in het laatste jaar hakken.

 

Kinderen:

Aert Jansz van den Amervoert

Jan Jan van den Amervoert

Anthonis Jansz van den Amervoert

Agnese Jansdr van den Amervoert