Lambertsz, Henrick (-<1657)

Henrick Lambertsz, overleden < 5 april 1657

Gehuwd 1630 (huwelijkse voorwaarden 1 augustus 1630 te Amersfoort) met

Aeltgen Gerrits, dochter van Gerrit Willemsz, geboren ca. 1605, overleden 9 maart 1665 te Hoogland (#). (?) Gehuwd met Wouter Henricxsz

 

Bron: archiefeemland.nl

Op 18 mei 1623 compareren Wouter Lambertsz, Henrick Lambertsz, Reijer Lambertsz en Lambertgen Lambertsdr.. De comparanten zijn broeders en zuster van elkaar, wonend op ’t Hoochlant buiten de stad Amersfoort. Over en weer bemaken zij de anderen al hun na te laten goederen, inboedel en huisraad, in gelijke delen, zonder enig onderscheid, tot de laatste toe en altijd op elkaar te vererven met uitsluiting van hun andere broeders en zuster en hun kinderen. Welverstaande dat de langstlevende van hen, comparanten, deze goederen die krachtens dit testament van de een op de anderen zullen erven, zal mogen disponeren naar het welgevallen van de langstlevende. Op 11 april 1634 herroept Lambertgen Lambertsdr, wonende op ’t Hoochlandt buijten dese stadt, haar testament van 18 mei 1623 en tevens annuleert zij alle andere disposities uitgezonderd de lijftocht tussen haar en haar voornoemde man, opgenomen in de huwelijkse voorwaarden van 15 augustus 1630. Onverminderd deze lijftocht vermaakt zij opnieuw van haar na te laten goederen, uit kracht van de brieve van octroij van 5 mei 1623 (hof van Utrecht), al haar bezittingen, waaronder beesten, coorn gezaaid en ongezaaid, gereedschap tot de bouwerij behorende, niets uitgezonderd, aan Jan Lambertzn, haar broer, voor 1/3 deel en bij zijn overlijden vóór comparante, aan zijn nalatende geboorte en hun geboorte; de kinderen van zaliger Rutger Lambertzn, of bij afsterven diens geboorte, voor 1/3 deel; de voor- en nakinderen van zaliger Grietgen Lamberts, haar overleden zuster, of diens geboorte, ook voor 1/3 deel, hen hiermee instituerende tot haar erfgenamen. Zij sluit Henrick Lambertzn, haar broeder, en zijn nakomelingen uit om redenen haar daartoe moverende. Alles onverminderd de lijftocht voor haar man, zijn leven lang, volgens de huwelijksbrieven.

Op 1 juli 1625 machtigt Hilletgen van Schade, borgerse van Amersfoort, Andries van Wijck, procureur voor de Hove van Utrecht, speciaal in de zaak tegen de gebroeders Wouter, Henrick en Reijer Lambertss en hun zuster Lambertgen Lamberts, mede om vanwegen de comparante als erfgename van haar overleden zuster Emerentiana van Schade, de “arrementen” aan te nemen van het proces voor zover deze Emerentiana aangegeven heeft cum ratificationem actorum.

Op 22 februari 1628 attesteert Evert Saren, oud omtrent 63 jaren, inwoner van Amersfoort. Hij verklaart “bij ware woorden” in plaats van eede, op verzoek van Henrick Lambertszn, dat hij omtrent Kerstmis aanwezig was te Utrecht ten huize van Gerrit Claeszn, waard vlakbij het St. Marie kerkhoff, alwaar hij gehoord heeft dat Henrick Lambertsz met Gerrit Claesz heeft afgesproken dat Henrick hem 2 drachtige schapen zou leveren ter voldoening van een obligatie die Gerrit zei te hebben van zaliger Wouter Lambertszn voor de koop van bijen. De waard zou die obligatie daarna verbranden. Indien gewenst, wil hij dit met de eed gestand doen.

Op 1 augustus 1630 stellen Henrick Lambertszn, wonende Hoochlandt, en Aeltgen Gerrits, hun huwelijkse voorwaarden op. Ter eenre zijde Reijer Maesz (tekent Reijer Maessen Robert), Johan Gosensz Taets (tekent Jan Goisen Tas) vanwege Henrick Lambertsz, bruidegom. Ter andere zijde Gerrit Willemsz (tekent als Gerrit Willemss Vos?), Cornelis Gerritsz vanwege Aeltgen Gerrit Willemsz dochter (ook Aeltgen Gerritsdr bruid, zij tekent met merk). Bruid en bruidegom zullen in het huwelijk treden onder de volgende voorwaarden: Henrick Lambertsz. brengt in alle goederen die hij bezit, inclusief have, beesten, koren, actien en kredieten, die hem bij de dood van zijn ouders en broeders etc. zijn aanbestorven. Aeltgen Gerrits brengt in alle goederen die zij bezit. Op voorwaarde dat de ingebrachte goederen van bruidegom en bruid voortaan in de gezamenlijke boedel zullen komen, waarin zij ieder voor de helft deelnemen. Bij overlijden van een van hen beiden, zal gerekend worden of er geen huwelijkse voorwaarden waren opgesteld.

Op 12 augustus 1635 stellen zij hun testament op. Zij institueren de kinderen die zij nu hebben en nog verwekken zullen, in al hun bezittingen, niets uitgezonderd, part bij part gelijk, zonder voordeel van de zoon of van de oudste voor de jongste. Alleen de oudste krijgt 25 gulden voor zijn heerlijkheid. 

 

Uit dit huwelijk:

1   Lambertje Henrickx

Grietgen Henrick Lambertsz. Ondertrouwd 5 april 1657 voor het gerecht te Hoogland (get: oom Aelt Roelen op Eemschendijk, schoonvader Wouter Henricxsz op de Sandthaar) met Marten Evertsz Roelen, zoon van Evert Roelen

Reijer Henricksz. Ondertrouwd 18 november 1659 en gehuwd 16 december 1659 voor het gerecht te Hoogland (get: moeder Aeltgen Gerrits weduwe Henrick Lambertsz, moeder Neeltgen Willems Haen weduwe Henrick Thonis) met Gijsbertgen Henricx

Nellitgen Henrick Lambertsz. Ondertrouwd 17 maart 1660 en gehuwd 3 april 1660 voor het gerecht te Hoogland met Jacob Claesz Godschalck