Peter Zeetsesz van Bree , zoon van Seijtze Sibrechtsz van Bree en Heijlwich NN, overleden 1479
Gehuwd met
Ermgard Rose, overleden > 1479
Bron: archiefroermond.nl
Op St. Tiburtiusdag 1448 oorkondt Henrich van Milich, heer te Grevenbroich, nadat wijlen zijn vader een jaarrente van 30 tot 40 vleems, te heffen uit de opbrengsten van beemden, hoeven, en houtgewas te Leuth, heeft verkocht aan wijlen Willem van Budel, dat hij de verkoop bevestigt en de goederen overdraagt aan Irmgard Rose en haar erfgenamen. De akte wordt mede bezegeld door Johan Holthausen, Alart van Buren en Johan Besel genaamd Reide, namens de schepenen van Leuth.
Op 11 augustus 1448 doet Henric van Melick, heer van Tüsschenbroich, afstand van recht van wederverkoop van 30 tot 40 renten / erfpachten in het kerspel Leuth, ambt Krickenbeck, ten behoeve van Irmgard Roesen.
Op 16 juni 1451 ‘des guedensdaghs nae den heijlige pijnxtdage’ delen Peter en Sijbrecht, zonen van wijlen Zeetze van Brede en Heijlwige, echtelieden, diens goederen. Peter verkrijgt het hof Ynkenvoirt te Baarlo en goederen te Oijen, Broekhuizenvorst, Blerick en Maasbree. Sijbrecht krijgt de hof op Westeringe (te Maasbree), een hof te Blitterswijck en goederen te Sevenum, Grubbenvorst, Kessel en Helden.
Op 29 november 1461 zijn de huwelijkse voorwaarden opgesteld tussen Godart van Bocholtz, zoon van Arnol en Johanna van Goer, en Eva van den Horrich, dochter van Gillis en Elisabeth van Breede. Zegelaars namens de bruid Tzijts en Johan van den Horric en Peter en Sibrecht van Breede, gebroeders.
Op 24 januari 1479 ‘op sent Pouwels avont convers’ worden de huwelijksvoorwaarden opgesteld tussen Emont van Barle en Eva van Brede. Bezegeld door Johan van Brede, Wilhem van Vrijersom, Zeetsen van Brede Peterszoon, Arnold van Boeckholt, Willem Roze, Peter van Brede en Emont van Baerle.
In 1479 bezitten Elijsabeth van Brede en Peter van Brede Zeetseskinderen 1/3 van de hof in Doirde, zijnde een pondig leen te Echt, geërfd van Hendrik van Ynckenvoirt.
Uit dit huwelijk:
2 Zeetsen Petersz van Brede