Cornelis Claesz, eeckmolenaar te Scherpenzeel en Amersfoort, geboren ca. 1610, overleden 1661-1663
Gehuwd met
Aeltgen Lubberts, geboren ca. 1615, overleden > 29 september 1683
Bron: 1) archiefeemland.nl, 2) oudscherpenzeel.nl
Op 10 november 1634 eist Gijsbert Gerretsz betaling van f 4,= van Cornelis Claesz, molenaar.
Op 13 februari en 1 mei 1637 eist molenaar Cornelis Claesz 107 gl. 5 st. van Willem Hendricksz, bakker, voor geleverd koren.
Op 4 maart 1639 eist Henrijck Thonis Colfschoten namens Otth Gerrets betaling van Cornelis Claessen, molenaar van f 10,= voor een geleverd varken.
Op 16 november en 7 december 1640 eist Peter Jansz, molenaar te Barneveld betaling van Cornelis Claesz, molenaar in Scherpenzeel van drie hemden en loon.
Op 13 december 1641 wordt Cornelis Claes, molenaer door Jan Willems, smid voor het gerecht gedaagd.
Op 2 september 1643 eist Thonis Eelgisz betaling van 3 gl. van Cornelis Colaesz, molenaar wegens het weiden van zijn koe.
Op 19 februari 1644 eist de schout betaling van f 388-16 molenpacht over 1635 van Cornelis Claesz, molenaar.
Op 8 mei 1648 verkrijgt Cornelis Claesz, molenaer, afkomstig van Scherpenzeel, burgerrechten van de stad Amersfoort.
Op 24 juli 1661 is Cornelis Claesz, eeckmolenaer, belender aan de zuijdzijde van een campgen land gelegen buiten de Uijtrechtzpoort. Op 29 maart 1663 en 2 juni 1669 is de weduwe van Cornelis Claesz, molenaar, belender van land buiten de Utrechtsepoort.
In een machtiging van 9 april 1678 van Jan Gerrits, molenaer buiten de Bloemendaelse Poort te Amersfoort, aan Cornelis Otten, is vermeld dat Aeltgen Lubberts, weduwe van Cornelis Claes, in leven eeckmolenaer, aan Jan Gerrits 1325 guldens schuldig is voor de kooppenningen van de halve molen en woning, hoff en hoffstede gelegen buiten de Bloemendalse poort. In de kantlijn staat dat Aeltgen Lubberts op 27 mei 1679 600 guldens betaalt aan Cornelis Otten, op 6 juni 1680 300 guldens en op 21 juli 1681 en 12 augustus 1682 de rest. Verder is Aeltgen nog schuldig voor de koop van peert, kar en verder toebehoren f 100 en verder is zij jaarhuur schuldig voor het gebruik van de molen aan Jan Gerrits.
Uit dit huwelijk:
1 Ceeltgen Cornelis, gedoopt 29 maart 1640 te Scherpenzeel, overleden < 21 april 1674. (?) Gehuwd met Claes Henrixz, molenaar
2 Lubbert Cornelis, gedoopt 26 december 1642 te Scherpenzeel
3 Wouter Cornelisz, gedoopt 18 augustus 1644 te Scherpenzeel
4 (?) Claes Cornelis Craijermaat
5 Evertje Cornelis, geboren ca. 1655. Ondertrouwd op 14 september 1683 en gehuwd op 29 september 1683 voor het gerecht te Amersfoort (get: moeder Grietie Geurts, moeder Aeltie Lubberts) met Aelt Barentsz, geboren te Buerveen