Col Zeben, Arien (->1531)

Arien Col Zeben, schepen (1518-1531) en kerkmeester (1522) van Berlicum, zoon van Coel Zeben, overleden > 11 mei 1531

 

Bron: bhic.nl

Op 9 mei 1519 zijn voor Henrick Evertss ende Gherit Colenss, schepenen in Berlicum, verschenen Jan, Zeeb ende Willem kijnder Arien Colen ende Hees Col Zeben dochter ende kijnder Mette Col Zeben dochter dije sijn veruecht heeft bij Henrick Mannertss te weten Zeeb, Art, Griet, Luijt, Heijl ende Peter Colen ende Marij Coel Zeben dochter ende Matheus Janss als man van Luijt sijnder huijsfraue kijnder Coel Zeben. Dezen maken een erfdeijlenghe op allen alsolken ghoet als hem aen verstorven is van Coel Zebenss horen vader.

  • Inden iersten soe sellen Jan, Zeeb ende Willem kijnderen Arien Colen hebben enen ecker gheleghen in Berlcium aen die vest 12 lopense lans, belendingen: erffenisse dat convent van Ulenborch; Thomas Lambertss; Rut Jacopss; die ghemeijnt; ende wt dese ecker sellen dese drie ghebruederen gheven alle jaer 7 pont dat closter van dat Cauwater; noch 6 pont een ghasthuijs ten Bosch gheheijten den block. Noch soe sellen dese drie ghebroederen voorscreven hebben een mudde erf rogge aen Jorden Martens dat Coel Zebenss vercreghen heeft in enen scepenbrief vanden Bosch.
  • Ende Hees Thonis Gerits huijsfrau was een dochter Coel Zeben sal hebben alle jaer 14 pont aen kijnderen Rut Simons dat Coel Zebenss vercreghen heeft in scepenen brieven van Berlicum ende noch 5 pont aen Jan Ghijbenss vercregen in scepen brieven vanden Bosch.
  • Item kijnder Henrick Mannertss die hij verueckt heeft bij Metten een dochter Coel Zebenss 6½ gulden op Heeswick dat Coel Zebenss vercreghen in enen scepen brief vanden Bosch.
  • En noch soe sal Peter Colen hebben 2 mudde rogge ghaende wt erffenisse Henrick Mannerts wel eer Seel Josten.
  • Item Marij Coel Zeben dochter die sal hebben 6½ gulden alle wel op Heswick die Coel Zebenss vercreghen heeft in enen scepen brief vanden Bosch.
  • Item Matheus Janss als man van Luijt sijnder huijsfraue sal hebben een stuck lans gheleghen inden hoeven gheheijten den block 7½ hont groot ghelick als Coel Zebenss voorscreven heeft in enen scepen brief vanden Bosch.

Eveneens op 9 mei 1519 zijn voor Simon van Heel ende Gherit Colenss, schepenen in Berlicum, verschenen Hees Thonis Geritss huijsfrau was ende kijnderen Henrick Mannerts te weten Zeeb, Aert, Gerit, Luijt, Heijl ende Peter Colenss ende Marij Coel Zeben dochter ende Matheus Janss als man van Luijten sijnder huijsfrau. Dezen vesten Jan, Zeebe, Willen kijnder Arien Coelnss enen ecker 5 lopensse lans met enen bemden daer bij gheleghen in Berlicum gheheijten muijsse velt; noch enen camp gheleghen daer neven 2½ schaer weijden groet; noch enen camp gheleghen aldaer 2½ schaer weijden groet, die Coel Zebenss beheijllickt hadde met sijnder huijsfraue, belendingen: Jan Hermenss; die weterinck; Peter Colen; belast met 7½ pont en 2 sester rogge der cappelle vander Donghen; noch 27 st. alle jaer.

Op 13 februari 1520 is voor Henrick Evertss ende Gherit Colenss, schepenen in Berlicum, verschenen Jan Janss van Emmerick die vest Arien Colenss 7 pont t’ghelden wt huijs ende hoeff ende erffenisse gheleghen in die proechije van Berlicum, belendingen: den kerckhoef; Peter Henrickss; die ghemeijnde straet.
Eveneens op 13 februari 1520 is voor Henrick Evertss ende Gherit Colenss, schepenen in Berlicum, verschenen Jan Janss van Emmerick ende vest Arien wel eer Coel Zeebenss sone pont alle jaer te ghelden tot piensten naestcomende wt huijs ende hoeff ende erffenisse gheleghen in die prochie van Berlcium aen die kerck, belendingen: der kerckhoef; Peter Henricksoen; die ghemeijnde straet; Peter Henrickss.

Op 24 februari 1521 is voor Gherit Rutten ende Gherit Colenss, schepenen in Berlicum, verschenen Simon Artss, die vest aan Jan Arien Coel Zebenss ende Willem Arien Coel Zebenss 2 pont paeijmens jaarlijks op lichtmisse wt huijs hoef etc. Op 13 mei 1522 mach Simon Artss dese 2 pont af leggen met 12 gulden, ende altijt een half jaer te voren op seggen.
Op 13 mei 1521 is voor Gherit Rutten ende Jan Verspack, schepenen in Berlicum, verschenen Simon Art Janss van Mol die vest aan Jan ende Willem kijnder Arien Cole Zebenss [doorgehaald: 3] 5 pont alle te ghelden ende te betallen tot lichtmisse naestcomedne wt huijs ende erffenisse gheleghen in die prochije van Berlicum, belendingen: Arien Coelen; die weterinck; Thomas Lambertss. Item ende Simon mach dese 3 pont af leggen met 18 gulden.

Op 7 december 1522 zijn voor Simon van Heel ende Gherit Coel Gheritss, schepenen in Berlicum, verschenen Arien Coel Zebenss, Peter Coel Zebenss ende Hees die wedeue Anthonis Gheritss; zij beloven Jans Hermonss dat ofte hoer naecomelinghe niet manen en sellen als van 4 ponden die Jan Hermonss af ghelet heeft welleken 4 pont die selve voers personen verderom aen ghelet hebben tot behoef ender misse die Coel Zebenss hoer vader ghemaecht ende beset heeft ende scelden wij quijt Jannen voers ende gheloven dese quijtscelden ende verthijen stedich ende vast te hauden.

Op 31 mei 1523 is voor Gherit Colenss ende Jan Verspack, schepenen in Berlicum, verschenen Simon Art Janss van Moll, die vest aan Jan Arien Coel Zeben soen ende Willem Arien Coel Zebenss 3 pont paeijmens alle jaer te ghelden wt huijs ende hoef gheleghen in Berlicum in den coelhoef te betalen tot lichtmisse naestcomende, behalven dat Arien Coel Zebenss sijn tocht behauden sal in die 3 pont voers. Item dese 3 pont mach Sijmon af leggen elck pont met 6 rijnsgulden en altijt een half jaer te voren op seggen.

 

Kinderen:

Jan Ariaen Colen

Zeebe Adriaen Colen

Willem Ariaen Colen, provisoer der taffelen des heijligen geest (1554), overleden < 11 april 1564. Gehuwd met Thonisken NN