Colen, Jan Ariaen (-<1573)

Jan Ariaen Colen, zoon van Arien Col Zeben, schepen van Berlicum (1551-1554), overleden < 23 februari 1569

Gehuwd met

Margriet Huijbert Corstiaens, overleden 1571-1573

 

Bronnen: 1) bhic.nl, 2) bossche-encyclopedie.nl

Op 9 mei 1519 zijn voor Henrick Evertss ende Gherit Colenss, schepenen in Berlicum, verschenen Jan, Zeeb ende Willem kijnder Arien Colen ende Hees Col Zeben dochter ende kijnder Mette Col Zeben dochter dije sijn veruecht heeft bij Henrick Mannertss te weten Zeeb, Art, Griet, Luijt, Heijl ende Peter Colen ende Marij Coel Zeben dochter ende Matheus Janss als man van Luijt sijnder huijsfraue kijnder Coel Zeben. Dezen maken een erfdeijlenghe op allen alsolken ghoet als hem aen verstorven is van Coel Zebenss horen vader. Inden iersten soe sellen Jan, Zeeb ende Willem kijnderen Arien Colen hebben enen ecker gheleghen in Berlcium aen die vest 12 lopense lans, belendingen: erffenisse dat convent van Ulenborch; Thomas Lambertss; Rut Jacopss; die ghemeijnt; ende wt dese ecker sellen dese drie ghebruederen gheven alle jaer 7 pont dat closter van dat Cauwater; noch 6 pont een ghasthuijs ten Bosch gheheijten den block. Noch soe sellen dese drie ghebroederen voorscreven hebben een mudde erf rogge aen Jorden Martens dat Coel Zebenss vercreghen heeft in enen scepenbrief vanden Bosch. Ende Hees Thonis Gerits huijsfrau was een dochter Coel Zeben sal hebben alle jaer 14 pont aen kijnderen Rut Simons dat Coel Zebenss vercreghen heeft in scepenen brieven van Berlicum ende noch 5 pont aen Jan Ghijbenss vercregen in scepen brieven vanden Bosch. Item kijnder Henrick Mannertss die hij verueckt heeft bij Metten een dochter Coel Zebenss 6½ gulden op Heeswick dat Coel Zebenss vercreghen in enen scepen brief vanden Bosch. En noch soe sal Peter Colen hebben 2 mudde rogge ghaende wt erffenisse Henrick Mannerts wel eer Seel Josten. Item Marij Coel Zeben dochter die sal hebben 6½ gulden alle wel op Heswick die Coel Zebenss vercreghen heeft in enen scepen brief vanden Bosch. Item Matheus Janss als man van Luijt sijnder huijsfraue sal hebben een stuck lans gheleghen inden hoeven gheheijten den block 7½ hont groot ghelick als Coel Zebenss voorscreven heeft in enen scepen brief vanden Bosch.
Op dito zijn voor Simon van Heel ende Gherit Colenss, schepenen in Berlicum, verschenen Hees Thonis Geritss huijsfrau was ende kijnderen Henrick Mannerts te weten Zeeb, Aert, Gerit, Luijt, Heijl ende Peter Colenss ende Marij Coel Zeben dochter ende Matheus Janss als man van Luijten sijnder huijsfrau. Dezen vesten Jan, Zeebe en Willen kijnder Arien Coelnss enen ecker 5 lopensse lans met enen bemden daer bij gheleghen in Berlicum gheheijten muijsse velt, noch enen camp gheleghen daer neven 2½ schaer weijden groet, noch enen camp gheleghen aldaer 2½ schaer weijden groet, die Coel Zebenss beheijllickt hadde met sijnder huijsfraue, belast met 7½ pont en 2 sester rogge der cappelle vander Donghen, noch 27 st. alle jaer.

Op 13 mei 1521 is voor Gherit Rutten ende Jan Verspack, schepenen in Berlicum, verschenen Simon Art Janss van Mol die vest aan Jan ende Willem kijnder Arien Cole Zebenss (doorgehaald: 3) 5 pont alle te ghelden ende te betallen tot lichtmisse naestcomedne wt huijs ende erffenisse gheleghen in die prochije van Berlicum. Item ende Simon mach dese 3 pont af leggen met 18 gulden.
Op 13 mei 1522 is voor Gherit Rutten ende Gherit Colenss, schepenen in Berlicum, verschenen Simon Artss, die vest aan Jan Arien Coel Zebenss ende Willem Arien Coel Zebenss 2 pont paeijmens jaarlijks op lichtmisse wt huijs hoef etc. Simon Artss mach dese 2 pont af leggen met 12 gulden, ende altijt een half jaer te voren op seggen.
Op 31 mei 1523 is voor Gherit Colenss ende Jan Verspack, schepenen in Berlicum, verschenen Simon Art Janss van Moll, die vest aan Jan Arien Coel Zeben soen ende Willem Arien Coel Zebenss 3 pont paeijmens alle jaer te ghelden wt huijs ende hoef gheleghen in Berlicum in den coelhoef te betalen tot lichtmisse naestcomende, behalven dat Arien Coel Zebenss sijn tocht behauden sal in die 3 pont voers. Item dese 3 pont mach Sijmon af leggen elck pont met 6 rijnsgulden en altijt een half jaer te voren op seggen.

Op 4 april 1552 doen Dirck Artss, Peter Colen, Jan Ariaen Colen, Henrick Lambrechtsz, Arnt Daniels, Everardt Geritsz ende Willem Jan Sijmonsz, schepenen in Berlicum, condt eenenijegelijcken, alzoe die gemeijn innegesetenen des dorps van Berlikem voirs jaijrlijcx zijn schuldich te vergelden ende te betalen den hertoge van Brabant op sint Jans dach 2 gouden was vuijt ende van onsen gemeijnen watere genoempt die Ade gelijck die tot noch toe betaelt zijn geweest, zoe is come gestaen voir scepenen bovengeschreven Adriaen zoene wijlen Jacop Andriessen ende heeft gelooft als schuldenaer principael opte verbijntenisse van zijnen persone ende alle zijnen goedens die hij nu tegewoijrdelijck heeft oft noch naemaels vercrijgen mach dat hij de voirs 2 pondt was jaijrlijcx nu voirtane zijnen leven lanck ende langer niet zoe gelden ende betalen zal dat de voirs gemeijne innegestenen van Berlikem zoe lange de zelve Adriaen zoene wijlen Jacop Andriessen inder menscheijt leven zal daerdoier egheenen schade noch hijndere en zullen lijden in enniger manieren.

Op 28 augustus 1556 zijn Jan zoon van Adriaen Colen, Peter Elens, Jan Elens en Dirck Arnts momboirs gesteld over Dircxken, Katharina en Merijke, onmondige dochters van wijlen Arnd Dircx bij Sophia zijn huisvrouw dochter van Bernart Schoutelen. Erfdeling tegen hun meerderjarige broeder en zuster van goederen te Berlicum.

Op 23 februari 1569 is Margriet weduwe Jan Adriaen Colenss genoemd als belender.

Op 20 februari 1573 verklaren die kijnderen Margriet Jan Adriaenss, Adriaen sone wijlen Adriaen Colenss, Henrick Janss als man van Hilleken zijnder huijsvrouwe, Willem Janss als man van Agnese zijnder huijsvrouwe, Peter Wouterss ende Henrick Willem Adriaenss als mombaren vande twee onmondige kijnderen Adriaen Ruttenss, ende Adriaen Ruttenss voirs als nagelaten wedewaer van wijlen Henrixken zijnder huijsvrouwe, tsamen wittige kijnderen van wijlen Adriaen Colenss voers bij hem ende wijlen Margriete dochtere Huijbert Corstiaenss zijne huijsvrouwe tsamen verwect, hebben bekendt met gespannender bancke in volder vierscharen, met malcanderen ghemaect te hebbene van allen den guederen hun naeder doot ende afflivicheijt van wijlen Jan Adriaen Colenss en Margriete zijnder huijsvrouwe hunne vadere ende moederen voirs achtergelaten ende aenbestorven zijnde, een erfdeling te hebben gemaakt:

  • Adriaen Jan Colen is te deel gevallen huijs, hoff, schuer, esthuijs, gront ende erffenisse dair aen ende bijleggende groot omtrent tsamen een maldersaet in Berlicum, noch een stuck weijlants groot omtrent 3 mergen gemeijnderlicken ghenoempt den werffstcampe in Berlicum ter plaetsen geheijten aende werffst, noch zal dit loth eens ontfangen inde toecomende hoochtijde van paesschen 50 carolus gulden uijt den loote ende gedeelte den voirs Willemen Janss alhier te deele gevallen zijnde. Belast met een erf gewin chijns van eenen halven braspenninck int boeck van Helmont, noch jaerlicx een negenmenneken gebuerchijns, noch jaerlicx eenen cruijssaert den abdt van Bern des sondachs nae sinte Andries dach, een erfpacht van 2 mudden rogs ten bossche te leveren aen eenen man ghenoempt Peter Lambrechtss, noch jaerlicx der kerken tot Berlicum een kanne wijns jaerlicx te betalene met 2 stuijveren,
  • Willemen Janss is te deel gevallen een stuck ackerlants oft hoplants groot omtrent 9 lopensaet aldaar ter plaetsen geheijten den onderstal, noch 2 mergen hoijlants in Roesmalen. Dit lot moet inden toecomenden hoochtijde van paesschen eens 125 carolus gulden betalen,
  • Henrick Janss is te deel gevallen een stuck saijlants ghenoempt den wildenhoff groot omtrent 10 lopensaet in Berlicum, noch een stuck hoijlants ghelegen inde cortte beempden inde parochie van Empel, die helft van 4 mergen lants, noch zal dit loth voir hem alleen ontfangen allen die hoppe tegenwoirdelicke opte sulder liggende ende de selve moegen laten liggen ter tijt toe dan die nieuwe dair op zal wordden gheleget. Noch zal dit loth eens heffen ende ontfangen inden toecomenden hoochtijde van paesschen 25 gulden uijt den loote den voirs Willemen Janss te deele gevallen. Belast met een erfpacht van 2 gulden 10 stuijvers tot behoeff van eender weeckmisse tot Gewanden, noch jaerlicx 2 ponden paijments voer een jaergetijt aende pastoir, custer ende kerke tot Berlicum, waer tegens de voirs Henrick Janss zal bueren eens 7 gulden aen Joest Goessenss verschijnende tot lichtmis naestcomende ende een mud rogs vanden wildenhoff,
  • Lijnke ende Henrixken onmondige kijnderen van Adriaen Ruttenss is te deel gevallen een stuck lants sommige ackerlant ende sommige hoijlant tsamen groot omtrent 6½ mergen lants in Berlicum ter plaetsen geheijten inden coelhoff, noch een erffmudde rogs te bueren aen Henrick Goessenss met 2 verschenen pachten, noch zal dit loth eens heffen ende ontfangen inden toecomenden hoochtijde van paesschen uijt den loote den voers Willem Jans te deele gevallen zijnde, noch zal dit loth eens heffen ende bueren aen Joest Goessens 2 mudden rogs; ende zal dit loth oijck voir hem behouden allet hout opten voirs erffenisse staende ende liggende. Belast met een erfpacht van 2 mudden rogs te leveren den convente vande Couden watere binnen Roesmalen, een erf gewin chijns tsamen omtrnet 10 stuijvers int boeck van Helmont, eenen erfpacht van eenen mudde rogs aen Willem Ghijsselen.

 

Uit dit huwelijk:

Margriet Jan Adriaen Colen

Adriaen Jan Adriaen Colen

Hillegondt Jan Adriaens

Agnese Jan Adriaen Colen. Gehuwd met Willem Jansz

Henrixken Jan Adriaen Colen, overleden < 10 mei 1564. Gehuwd met Adriaen Rut Gerits van de Coeveringhe, schepen van Berlicum (1572-1599), zoon van Rut Gheritsz, overleden 1603-1609