Jan Dircxz van der Croft, zoon van (?) Dirck uten Croft en Fije NN, overleden > 3 maart 1508
Gehuwd met
Barbara Coppairts, dochter van Coppairt Henrijcxz
Bronnen: 1) hogenda.nl, 2) Twee geslachten Vercroft in Delfland, waaruit families Van der Kroft en Van der Krogt (deel I), Dr. P.C.J. van der Krogt. In: Ons Voorgeslacht’, jrg. 54 (1999), 3) De verpachting van grafelijke domeinen te Maasland en Schipluiden (1316-1607), C. Hoek. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 41 (1986), 4) Register van de Heilige Geest te Naaldwijk, C. Hoek. In: Jaarboek Ons Voorgeslacht 1961, 5) Repertorium op de lenen van de hofstad te Hontshol, 1253-1770, C. Hoek. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 27 (1972), 6) Bronnen tot de geschiedenis van het Sint Ursulaconvent te Schiedam, C. Hoek. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 23 (1968)
Jan van der Croft is tussen 1471 en 1493 pachter van grafelijke tienden te Maasland en Schipluiden:
- De tiende tussen de Zeijnwatering en de Kercweg te Maesland: 1471 Jan van der Croft 14 pond, 1472 Jan van der Croft 18 pond,
- Een korentiende te Maesland: 1473 Jan van der Croft 46 pond,
- De smaltiende te Maeslant: 1476-1478 Jan van der Croft 9 pond, 1479-1481 Jan van der Croft 5 pond, 1482-1493 Jan van der Croft 5 pond 10 sc,
Op 21 oktober 1483 getuigt Jan voor Delfland.
Op 5 februari 1485 wordt voor de heemraden van Delfland een zaak behandeld betreffende Jan van Crofte.
Op 15 oktober 1490 is Jan van de Croft beleend met 5 hond land tussen de Merendijck en de Broeckweg in Naaldwijk, na overdracht door Pieter Willemsz. Op 21 maart 1506 Dirck Jansz van de Croft en draagt het leen over aan zijn broer Cornelis Jansz.
Op 19 maart 1492 verklaren Coppairt Henrijcxz voor de ene helft en Jacob Dircxz, Willem Jansz, Gerijt Willemsz te Schiedam en Barbara Coppairtsdochter voor de andere helft, dat Jan van der Croft Dircxz het land vermeld in de acte, waar deze door heen is gestoken, zal bezitten als betaling voor zeker bedrag, dat hem bij huwelijkse voorwaarden was toegezegd.
Op 27 juli 1496 wordt Jan vermeld als belender van een huis aan het marktveld te Naaldwijk.
Op 20 december 1505 verklaren Heer Jan, biechtvader, en Elisabeth Pietersdochter, ministra van het Sinte Ursulenconvent binnen Schiedamme, dat zij de beslissing in het geschil tussen haar en Coppert Heijnrijcxz uit de Ketel en zijn schoonzoons, n.l. Jacob Gerijtsz, Willem Jansz en Jacob Dircsz, hebben overgelaten aan Peter Veenlandt Jacobsz en Willem Sijmonsz, burgemeesters van Schiedam, die Coppert Heijnrijcxz en erfgenamen vrijstellen van betalen van 40 Rijnse gulden ’s jaars, met alle achterstallige rente, onder
voorwaarde, dat het land in de 4½ morgen naast de Lijnbaan buiten de Ketelpoorte, toegekend aan Ariaen Jansz van Calenburch en waaruit nieuwe renten zijn toegepacht volgens inhoud van de rentebrief door Coppert Heijnrijcxz aan Ariaen voornoemd gegeven, zal blijven aan het convent en Coppert aan het convent geven zal 4 morgen land, waarvan 4 morgen min 2 hond en 40 roede gemeen met Copper vornoemd en de kleinkinderen van Jan Vercroft met 2 hond en 40 roede, en nog 2 hond en 40 roede gemeen met Coppert voornoemd in 3½ morgen land waar de Nieuwelantse molen op staat, dit laatste stuk land slechts zolang als de kinderen van Gerrijt Willemsz hun aandeel van 2 hond en 40
roede in de eerste 4 morgen niet hebben overgedragen.
Op 3 maart 1508 verkopen Willem Jansz, Jacob Gerritsz, Claes Jacobsz, Jan van Crocht en kinderen, Gerijt Heynsz, als voogd van Zuijtvoetskinderen, Peter Veenlant Jacobsz en Willem Thonijsz, burgemeesters van de stad Sciedamme, als voogden van Aeghte Coppertsdochter, erfgenamen van Coppert Heijnriksz, aan het convent van St. Ursula binnen Sciedamme 3½ morgen land in het ambacht van de Ketel, waarvan 3 morgen 60 roede gemeen met het voornoemde convent in een kamp van 3½ morgen, en nog 2 hond 40 roede gemeen met het St. Ursulen convent voornoemd in een kamp van 4 morgen.
Uit dit huwelijk:
1 Dirck Jansz van der Croft, schepen van Wateringen (vanaf 1500), geboren ca. 1454, overleden < september 1519. Gehuwd met Lijsbeth NN, overleden > mei 1519