Hendrick Gerritsz Cruijff, schepen van Woudenberg (1596, 1597 en 1599), landbouwer, zoon van (?) Gerrit Hendricksz Cruijff en Gijsbertgen Eelgis Gijsberts, geboren ca. 1560 te Woudenberg, overleden > 10 januari 1636
Gehuwd met
NN
Gehuwd met
Gerritgen Rijcx Blootenburg, dochter van Rijck Cornelissen en Claesgen Dircks, geboren ca. 1565 te Woudenberg, overleden 1628-1630. Gehuwd met Jorden Teunisz
Bronnen: 1) archiefeemland.nl, 2) Oudschildgeld Woudenberg en Geerestein 1536-1775. Historische toegangen van de Gelderse Vallei, deel 13. Bureau voor Familie Historie, Woudenberg, 1993, 3) Quotisatie en consumptie geld gerecht Woudenberg 1614. Historische toegangen van de Gelderse Vallei, deel 10, 4) razu.nl, 5) NT00061_58. Nadere Toegang op inv. nr 58 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 6) oudscherpenzeel.nl
In 1599 is Hendrick Cruijf gebruiker van ‘een erf genaampt Ekeris groot 20 mergen s’jaars om 28 Karolus guldens’ (oudschildgeld) van Goutgen Davelaar. Het erf is later genoemd Blotenburg en strekte zich uit van de Geeresteinselaan tot de Zegheweg, langs de Dorpsstraat en Stationsweg. Later is hier de boerderij Blotenburg gebouwd.
In 1614 vermeld bij quotisatie- en consumptiegeld: ‘Hendrik de Cruijf tot quotisatie 37 gulden vijf stuivers ende tot consumpt 32 gulden drie stuivers (Geerestein) en Hendrick de Cruijff quotisatie 9 gulden thien stuivers en consumptie 7 gulden 8 stuivers (de Wetering). Op onbekende datum is Hendrick Cruijff gebruiker van Graafbeek onder Leusden, eigenaar is Jonker Jacob Taets van Amerongen.
Op 16 oktober 1621 transporteert Henrick Cruijff wonend Woudenberg voor hemzelf aan Gerard Verhaer schout van Leusden, 5 morgen in de Marensche Engh aen 3 percelen, gebruikt door Rijck Jansz.
Op 18 oktober 1623 constitueert Henrick de Cruijff wonende aent Heetvelt gerecht Leusden.
Op 14 juli 1628 verkopen Barent Thonisz, Willem Tonisz de jonge en Henrick Cruijff, getrouwd met Gerritge Ricxs, aan hun broer en zwager Willem Teunisz den ouden hun erfdeel in een erfje en goed met huis, hofstede en uitslag te Maarn, hun nagelaten door hun vader Tonis Jordensz en gebruikt door Barent Dircxsz.
Op 9 september 1630 wordt een specificatie opgesteld van boedelcedul, schulden etc van de boedel van Henrick Cruijff en van zal. Gerritgen Rijckxdr zijn overleden huijsvrouwe:
- een erff te Maren geheten den Heuvel, gebruikt bij Dirck Henrickx,
- 2½ morgen te Woudenberg in Kleijn Ringelpoel, gebruiker Peter Cornelis Arisz,
- 1½ m aen de Woudenberchse gemeente aldaar,
- een huijs en hofstede te Woudenberch aen de noordwijde op de houck van de straet (andere helft is van Willem Teunisz),
- tvierde part van camp lants int Suijrbroeck, gebruikers Willem Teunisz en Evert Goessenss,
- hooftsom van 175, – berustende onder Willem Teuniss inzake coop van 1/4 deel van 4½ morgen in Leusdereng geheten Louffs Eng,
- Willem Teunisz is nog schuldig i.v.m. vereffening van de erfenis van zaliger Teunis Jordensz 40,-,
- Cornelis Lambertss heeft op rente 150,- en Peter Cornelis Arisz 100,-.
De mombers van de kinderen van de overledene, Henrick Lambertsz, Willem Teunisz en Willem Teunisz de Jonge, schatten het geheel op 1000,-. Er is sprake van twee voordochters en van het dochterken van de overledene. Schuldig zijn van pachten e.d de genoemde gebruikers Dirck Meeusz (huijshuur van het huis te Woudenberg). Bij de lasten genoemd Gerrit Henrickx, voorzoon van de weduwnaar. Genoemd de twee dochters van de overledene bij Jorden Theunisz zaliger (uitkoop 24 januari 1626) krijgen elk 1100,-. Verder moet nog betaald worden aan dhr van Gijssenburch voor 2 jaarr pacht 425,-, Thijs Thonisz snijder krijgt 100,- van een obligatie, Gijsbert Arisz schaper 50,- schapersloon,
Claes Aelberts compt van uitcoop van zijn moedersgoet 75,-, Lijsge Willems maegdloon, Henrick Jansz knechtloon, Lambert Gerritsz schaper. Nog getekend door Gijsbert van Berck schout, Jan Jansz opten Treeck en Dirck Egbertss gerechtsluijden te Leusden.
Op 10 januari 1636 verkopen Thomas van Schoonhoven, notaris, en Willem de Swart, beiden wonende te Amersfoort, namens Gerrit Henricksz de Cruijff en zijn vrouw (moet zijn: stiefmoeder) Gerritgen Rijcx, met toestemming van het Hof van Utrecht d.d. 16 januari 1635, aan jkhr. Diederick van Gronsfelt, wonende Utrecht, de hofstede genaamd De Heuvel, gelegen tot Manderen, anders genaamd Maarn, bestaande uit een erf en goed met huis, berg, schaaphok, uitslag, hei, wei en gemeente. Gebruikt door Wouter Jansz. Vervolgens voldoen de gemachtigden een hypotheek aan Henrick Lambertsz, wonende Woudenberg, als oudoom en momber van de kinderen van Jorden Thonisz en zijn vrouw Gerritgen.
Uit het 1e huwelijk: