Reijer Gijsbertsz van Dashorst, zoon van Gijsbert Reijersz van Dashorst en Aleit Jan Hermans, overleden > 1511
Bronnen: 1) oudscherpenzeel.nl, 2) Langelaar, Henk van Woudenberg, januari 2009, 3) archiefeemland.nl, 4) onsvoorgeslacht.nl, 5) De lenen van de hofstede Woudenberg, 1368-1648, J.C. Kort. In: Historische reeks Komme-Rijngebied 6 (2001), Repertorium op de lenen van Gaasbeek, 6) Morgengeld Woudenberg 1446-1511. Historische toegangen van de Gelderse Vallei, deel 17, Ir. W.H.M. Nieuwenhuis. Bureau voor Familie-Historie, 7) razu.nl, 8) NT00061_36. Nadere Toegang op inv. nr. 36 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht
Op 8 maart 1456 Jacob van Gaesbeeck beleent Reijner van Dashorst Gijsbertss met een hoeve te Woudenberch op de wetering, bij dode van Gijsbert zijn vader, waarna overdracht aan Dirk van Dashorst Gijsbertsz, zijn broer, met lijftocht van Gerberg, dochter van Gijsken Voet, diens vrouw, op de mindere helft. Hij zegelt op verzoek van de broers Arend en Dirk Wenbens, hun contract met de Heren van Oudmunster over de huur van de nabijgelegen Woudenbergse boerderij Egdom.
In 1466 ontvangt Reijer van Langelaer de burgerrechten van de stad Amersfoort.
In 1476 zegelt Reijer Gijsbertsz van Langelaer een verpachting van de boerderij Egdom onder Woudenberg.
Op 9 juni 1480 Reijner van Langelaer wonend Rijnswoude deed besetten Tijlman van Cronenborch van Wesele c.s als ondersaten des hertochen van Cleve in verband met een Cleefsche rente.
Op 3 maart 1496 ‘sdonredages nae sunte Mathijs dach’ oorkonden Johan Gerijtz, schout van Renswoude van Diricx wege van Culemburch, Reijer van Langeler en Gijsbert Tijsz, landgenoten en buren, dat Jan Bloeme en Tuengen, zijn vrouw, verklaren schuldig te zijn aan Willam van Bloemenweert, rentmeester van het Sint Pietersgasthuis te Amersfoort, 75 gouden Arnoldusgulden te betalen in drie termijnen.
In 1506 ‘zaterdach na Mauricii’ Reijer van Dashorst te Rijnswou constitueert.
Morgengeld Woudenberg. Carthuizerland: 1501 Reijer Gijsbertsz XXV schilden ende IIII schilden, betaalt bij Volken Bot XXIX schilden. 1511 Reijer Gijsbertsz XXV m schilden en IIII schilden.
Kinderen: