Peter van Dichteren, gasthuismeester van het St. Petersgasthuis te Culemborg (1392-1400), overleden > 26 juni 1415
Bronnen: 1) regionaalarchiefrivierenland.nl, 2) Het oud archief van de gemeente Culemborg, Dr. A.J. van de Ven, 1938
Op 29 januari 1392 ‘des Manendages nae Sente Pouwels dach Conversio’ oorkonden Vranc die Blote, richter te Culenborch, Willem Zuurmont, Willem Heinricszoon van der Mase, Goesen Willemszoon en Gherijt Egbertszoon, schepenen, dat Aernt Hacke Goesenszoon en zijne vrouw Lijsbet overgedragen hebben aan Peter van Dichteren ten behoeve van het gasthuis te Culenborch eene rente van twee pond ’s jaars, gaande uit een huis aldaar.
Op 19 december 1400 ‘des Sonnendages nae Sente Lucijen dach’ oorkonden Ywijn Hacke van Overrijn, richter te Culenborch, Wemmer Wemmerszoon, Willem Doncker Janszoon, Willem van Est en Jan van Spijck, schepenen, dat Peter van Dichteren wegens een rentebrief ten laste van Heinric die Goijer gepand heeft aan een huis naast het gasthuis, welk huis hem daarna ten behoeve van het gasthuis in eigendom wordt overgedragen.
Op 26 juni 1415 ‘des Woensdages na Sente Jans dach te midzomer’ verklaart Hubert heer tho Culenborch en ter Leek, dat Peter van Dichteren aan het gasthuis te Culenborch gegeven heeft een stuk land over de Landweer tusschen den Leckedijk en de Oudae, op voorwaarde van levenslange uitkeering van de pacht aan hem en aan zijn zoon Willam die Vlieger.
Kinderen:
1 Willem Petersz van Dichteren, alias die Vlieger
2 (?) Wouter van Dichteren