Dijck, Corstiaen Anthonisz van (1519/20-1590)

Corstiaen Anthonisz van Dijck, gezworenen in het ambacht van Hoge Harnasch (1540), ambachtsbewaarder Hof van Delft (1589), taxateur 100ste penning ’t Woudt (1579), zoon van Anthonis Dircksz van Dijck en Aelken Corssen van Vliet, geboren 1519-1520, overleden 29 juni-4 november 1590

Gehuwd met

NN

Gehuwd met

Neeltje Cornelis, geboren ca. 1528, overleden >

 

Bronnen: 1) Oorsprong en genealogie van de Haagse familie van Adrichem, M. Thierry de Bye Dólleman en Jhr. Mr. R.C.C. de Savornin Lohman. In: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie en Iconografisch Bureau, deel 27, 1973, 2) Van Dorp een schets van een oorspronkelijk Westlands geslacht. Genealogie (deel 2) en parenteel, Mr. J.J.F. Lots en Drs. P. van der Hoeven. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 71 (2016),  3) hogenda.nl, 4) Oud rechterlijk archief Naaldwijk (1555-1565) inv. 1, Pieter van der Hoeven, 5) Oud rechterlijk archief Naaldwijk (1587-1595) inv. 5, Pieter van der Hoeven, 6) Acten betreffende ’t Woud, C. Hoek. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 39 (1984), 7) Kohier van de 10e Penning van het Hof van Delft 1543. Nationaal Archief, toegang 3.01.03 inv.nr. 245 (film: D 6 lade 8 no 1302), Pieter van der Hoeven, 8) Kohier van de 10e Penning van het Hof van Delft 1553. Nationaal Archief, toegang 3.01.03 inv.nr. 646 (film: D 6 lade 8 no 1310), Pieter van der Hoeven, 9) Kohier van de 10e Penning van het Hof van Delft 1557. Nationaal Archief, toegang 3.01.03 inv.nr. 974 (film: D 6 lade 8 no 1320), Pieter van der Hoeven, 10) Tiende penning van Hof van Delft 1561, C.F. Kwakkelstein en Ingena Vellekoop, 11) Gemeente archief Delft, inventarisnummer 1307 d.d. 1579. Kohier van de 100e penning van alle onroerende goederen, landen en huizen, gelegen in het Hof van Delft, 1 deel, 64 dubbele folio’s. Anthonius van der Tuijn te Rhoon, 12) Rekeningen van de landgifter van Hof van Delft 1589 – 1621 (SA Delft – Archieven van het stadsbestuur van Delft inv. 1092). Teun van der Vorm (versie 1.0 d.d. 9-4-2021), 13) Het verzweerboek van het Hof van Delft in 1546, C. Hoek. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 44 (1989), 14) Het verzweerboek van het Hof van Delft, 1569/1579, C.F. Kwakkelstein en I. Vellekoop. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 50 (1995), 15) Het verzweerboek van het ‘Hoff van Delff’ over 1589, C. Hoek. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 41 (1986), 16) Twee geslachten Vercroft in Delfland, waaruit families Van der Kroft en Van der Krogt, Dr. P.C.J. van der Krogt. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 54 (1999), 17) 10e Penning Hodenpijl 1543. Nationaal Archief, toegang 3.01.03 inv. 244 (film no 1302), Pieter van der Hoeven, 18) 10e Penning Hodenpijl 1553. Nationaal Archief, toegang 3.01.03 inv. 644 (film no 1310), Pieter van der Hoeven, 19) 10e Penning Hodenpijl 1557. Nationaal Archief, toegang 3.01.03 inv. 972 (film no 1320), Pieter van der Hoeven, 20) 10e penning van Hodenpijl 1561, C.F. Kwakkelstein en I. Vellekoop. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 51 (1996), 21) 100e penning Hodenpijl 1579. ARA Staten van Holland na 1572 inv.nr. 1290 PP, A. Dijkshoorn. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 56 (2001)

In het kohier van de 10e penning van Hof van Delft uit 1543 is opgenomen: Item Kors Thonisz. vant ’t Wout XXIIII margen LXXXIIII gl.
In het kohier van de 10e penning van Hodenpijl uit 1543 is opgenomen: Item Cors Anthonis III½ mergen voer XIII½ k.gl.

In het verzweerboek van Hof van Delft uit 1546 is opgenomen:

De hoefslag van de Poeldick, op iedere morgen staat 8 schotpond: Cors Tonijsz met zijn stiefkinderen 10½ morgen.
De hoefslag van het twaleftalf weer, op iedere morgen staat 8 schotpond: Cors Tonijsz met zijn stiefkinderen, 16 morgen 2 hond 79 roede; 2 morgen.
De hoefslag van Zaddick of Zuitdick, op iedere morgen staat 10 schotpond: Cors Thonijsz met zijn stiefkinderen, 6 morgen 5 hond 67 roede 9 voet.
De hoefslag van Voor Dixhoren, op iedere morgen staat 10 schotpond: Cors Thonisz met zijn stiefkinderen, 1½ morgen.
Het scot van de buijrrechten, Het Wout: Cors Thonijsz met zijn stiefkinderen, 22 pond. 

In het kohier van de 10e penning van Hof van Delft uit 1553 is opgenomen: Kors Anthonisz ons verthoent een huijerceel XI½ margen daer ’t eerste bruijckjaer off was ’t jaer L voir LVI gulden. Den Xen penninck V £ XII st.
In het kohier van de 10e penning van Hodenpijl uit 1553 is opgenomen: Item Kors Thonisz bruijct drie margen ende IIII½ hont toebehorende die wedewij van mr. Willem Pijnsz den hoep jaerlicx om XXII k.gld.

In het kohier van de 10e penning van Hof van Delft uit 1557 is opgenomen:

Kors Thonisz zijn huijs schuijer ende bargen geestimeert op IX k. gulden
facit den Xen penninck XVIII st.

Kors Anthonisz met zijn voorkint bruijcken VII½ margen lants henluijden eijgentelicken toebehoerende geestimeert vrijs gelts op XXXIII k. gulden XV st.
facit den Xen penninck III £ VII½ st.

Kors Anthonisz wonende opt Wout met zijn voorkindt bruijcken XVI margen II hont lants henluijden eijgentelicken toebehoerende geestimeert vrijs gelts op XCVII k. gulden XV st.
facit den Xen penninck IX £ XV½ st

Kors Thonisz bruijct in huijrwaer van Adriaen van Naeldwijck XI½ margen XXI roeden lants sjrs. vrijs gelts om LX k. gulden
facit den Xen penninck VI £

Kors Anthonisz wonende opt Wout met zijn voorkint bruijcken VI margen V hont LXVII roeden X voet lants hen eijgentelicken toebehoerende geestimeert vrijs gelts op XLI k. gulden XII½ st.
facit den Xen penninck IIII £ III st. III st.

Kors Anthonisz wonende opt Wout met zijn kint bruijcken I½ margen lants henluijden eijgentelicken toebehoerende geestimeert vrijs gelts op X k. gulden II½ st.
facit den Xen penninck XX st. III p. ob.

Kors Thonisz bruijct in huijerwaer van’t zelve convent VI margen lants sjrs. vrijs gelts om XXXVI k. gulden
facit den Xen penninck III £ XII st.

In het kohier van de 10e penning van Hodenpijl uit 1557 is opgenomen: Kors Anthonisz gebruijct van die weduwe van mr. Willem Pijnsz in den Haech III margen IIII½ hont lants gelegen in de Kerckpolder voor XXII gulden den Xen penninck II k.gulden IIII st.

Op 8 juli 1560 Kors Tonisz wonen(de) up tWout, Willem Tonisz wonen(de) in Maeslant, Cornel(is) Tonisz wonen(de) in Hodenpijl, Jan Tonisz wonen(de) tot Schipluij, Marijcken Tonisdr wonen(de) tot Delff wed(uw)e wijlen Dirck Jansz Verburch za: mitten voirs. Kors Tonisz haren gecoren voicht in dese saecke, Machtelt Tonisdr wed(uw)e wijlen Claes Claesz Tou z: mede wonen(de) tot Delff mitten selven Kors Tonisz als mede haren gecoren voicht in dese saecke, Jan Jansz Potter tot Delff als man en(de) voicht van Aefken Tonisdr en(de) Floris Jansz als man en(de) voicht van Grietge Tonisdr, te samen kinderen wesende van Antonis Dircxz van Dijck ende Aelken Korssendr beijde z:me: ende bekenden gesamenderhant hoe dat die voirs. Aelken Korssen heurl(uijder) moeder z: na toverlijden van Antonis Dircxz heuren vader inden jare XVC en(de) vijftich ontrent meij verccoft heeft Dirck Antonisz. heurl(uijder) broeder vijftalff hont lants leggen(de) binnen den ban van Naeldwijck.
Op 19 december 1560 Dirck Tonisz van Dijck wonen(de) inde Lier, Kors Tonisz van Dijck wonen(de) opt Wout, Willem Tonisz van Dijck wonen(de) in Maeslant, Cornel(is) Tonisz van Dijck wonen(de) in Hodenpijl, Jan Tonisz van Dijck wonen(de) tot Schipluij, Marijcken Tonisdr wonen(de) tot Delff wed(uw)e wijlen Dirck Jansz Verburch z: mitten voers. Dirck Tonisz als haren gecoren voecht in dese saecke, Machtelt Tonisdr wed(uw)e wijlen Claes Claesz Tou z: mede wonen(de) tot Delff mitten selven Dirck Tonisz als mede haren gecoren voecht in dese saecke en(de) Jan Jansz Potter poerter der stede van Delff als man en(de) voecht van Aefken Tonisdr alle te samen kinderen van Antonis Dircxz van Dijck en(de) Aelken Korssendr zijn huijsvr(ouw) beijden z:me: ende bekenden te samen vercoft te hebben Floris Jansz van der Schuijer heurl(uijder) susterman wonen(de) tot Schipluij die gerechte helft van twintich hont lants den hoep sonder maet leggen(de) binnen den ban van Naeldwijck gemeen mit derffgen(amen) van Joris Dircxz de Bie tot Delff.

In het kohier van de 10e penning van Hof van Delft uit 1561 is opgenomen:

’t 11e Weer: Cors Antonisz, wonende opt Woudt, gebruyct 1 margen 3 hondt weylants, leggende an de zuytzij van ‘et voorgaende perceel, streckende oestwaerts ende scrinckelende mettet oesteynde in de vierdalven margen van Cornelis Jansz Cruysert, wonende tot Delft, hiernae volgende (f. art. – nb. niets ingevuld)
de voors. Cors Antonisz eygen competerende, den margen getauxeert op 7.10.0, facit 11.5.0, comt den 10en penninck, 1.2.6

’t 1e Weer: Cors Antonisz wonende op ’t Woudt gebruijct 3 margen 4 hont vijff roeden weijlants hem eijgen toebehorende, streckende uuijte Horendijcxewateringe westwaerts, den margen getauxeert op 6.10.0, facit 23.17.9, comt den 10en penninck, 2.7.9

’t 2e Weer: Cors Anthonisz voorscreven gebruijct 3 margen weijlants van hem eygentlijck competerende, streckende van ’t voors. weer vijff margen westwaerts totte Cromsloot toe, den margen getauxeert op 6.10.0, facit 19.10.0, comt den 10en penninck, 1.19.0

’t 7e Weer: Cors Antonisz voors. gebruyct 3 margen 2 hont weijlants hem eijgen toebehorende, leggende an de westzijde van ’t voorgaende viercant lant, streckende van ’t voors. dworslant totte Meer toe, den margen getauxeert op 5.0.0, facit 16.13.1, comt den 10en penninck, 1.13.3
Cors Antonisz, wonende opt Woudt, gebruijct 1 margen 5 hont 10 roeden teellants, leggende rontsomme indt voors. 7e weer lants beslooten, den voors. Cors eijgen toebehorende, getauxeert den margen op 6.10.0, comt 11.18.3, den 10en penninck, 1.3.10 

’t 8e Weer: d’Selve gebruijct 13 margen 5 hont 79 roeden lants wairvan ’t meerdeel weijlant es ende de reste teellandt, streckende van de Woutwech tot Woutharnis landt oft jurisdictie toe, den voors. Cors eijgen competerende, den margen getauxeert op 6.5.0, facit 87.5.0, comt den 10en penninck, 8.14.6
d’Selve huijrt van Adriaen van Naeltwijck, wonende tot Leijden 11 margen 3 hont 21 roeden weij- ende teellants gemeen mittet voorgaende perceel voor 60.0.0 ‘sjaers, comt den 10en penninck, 6.0.0 (nb. in marge: hierop gesien de huijrcedul in date den 29en martij ’58)

’t 9e Weer: d’Selve gebruijct noch 4 hont lants hem eijgen toebehorende dair zijn huijs, scuijren, bargen ende boomen op staen, t’samen getauxeert op 13.10.0, comt den 10en penninck, 1.7.0
d’Selve huijrt van Conincxvelt 6 margen lants, wesende ’t meerdeel teelant ende de reste weijlants, streckende van de Woutwech beneffens de Lotswateringe Noortwaerts op voor 36.0.0 ‘sjaers, comt den 10en penninck, 3.12.0
d’Selve gebruijct 6 margen 3 hont weijlants dairan streckende mettet noorteijnde totte Meer toe hem eygen competerende, den margen getauxeert op 5.0.0, facit 32.10.0, comt den 10en penninck, 3.5.0

In het kohier van de 10e penning van Hodenpijl uit 1561 is opgenomen:
Dat 5e weer
Cors Anthonisz bruijckt van de Weduwe van Mr. Willem Pijnsz. 3 m 4½ h teelant, streckende van Tantoft in de Gaech, den hoop voer 22.4.0, coempt de 10e pennijnck 2.4.6
Noch een ham ‘t sjaers, getaxeert op 0.15.0, coempt de 10e pennijnck 0.1.8

In het verzweerboek van Hof van Delft uit 1569 is opgenomen:

Dat Hoefslach van de Poeldijck: Cors Anthonisz 7½ m
Dat Hoeffslach van Twaelffttalffweer: Cors Anthonisz. 17 m. 79 r
Dat hoofslach van Zaddijck ofte Zuijtdijck: Cors Anthonisz 6 m. 5 h. 57 r. 10 v.
Dat Hoeffslach van Voordijcxhooren: Cors Anthonisz 1½ m

In het kohier van de 100e penning van Hof van Delft uit 1579 is opgenomen:

Cors Thonisz van Dijck opt Wout bruijct in eijgendomme 7 margen weijlant, getauxeert den margen voir 3½ gulden. Compt 26 gulden 5 stuijver.
Comt den 100° penning 4-14-08
Sal worden ghetauxeert volgende dinstructie.

Cors Anthonisz van Dijck opt Wout bruijct vande weduwe wijlen Ariaen van Naeltwijck woonende tot Leijden, 11 margen 3 hont 21 roeden lants, wair van omtrent 5 margen telant is, den hoop voir 60 gulden.
Comt den 100° penning 10-16-00

Cors Tonisz van Dijck voirsz. bruijct in eijgendomme 6 margen 5 hont 67 rueden lant, getauxeert den margen op 6 gulden. Compt 42½ gulden.
Comt den 100° penning 7-11-03

Cors Thonisz woonende opt Wout bruijct in eijgendomme 9 hont weijlants getauxeert den margen voir 7½ gulden. Compt 11 gulden 5 stuijver.
Comt den 100° penning 2-08-00
Sal worden getaxeert volgende d’instructie.

In het kohier van de 100e penning van Hodenpijl uit 1579 is opgenomen: Cors Anthonisz van Dijck, woonende op ‘t Wout, bruijct van Joncker Johan van Renesse, woonende tot Utrecht, 3 margen 4½ hont weijlants, streckende als voijren, den hoop voir 25 gulden 10 st. ende een hamme ’sjaers, die getauxeert op 25 st. compt 26 gulden 16 stuivers. Den 100sten penning, 7 gld – 16 st – 5 penn.

Op 18 maart 1584 leggen Cors Anthonisz van Dijck, oud 64 jaar (e.a.) een verklaring af.

Op 3 augustus 1586 verklaart Neeltgen Cornelisdr, huisvrouw van Cors Anthonisz van Dijck, oud omtrent 58 jaar, ten verzoeke van Baertout Dircxs wonende op Den Hoorn, dat zij ongeveer een jaar geleden had gezien dat jonker Van Westerbeeck zijn knecht de heining aan de oostzijde van de werf van de requirant had laten afbreken. Neeltgen had geprotesteerd: ‘Joncker ghij soudt die heijninck laten staen want die man zijn ghoet zal bedorven vande beesten’ maar de jonker zei tegen zijn knecht: ‘Gatter mede doer’.

Op 18 februari 1589 Jan Florisz wonen(de) tot Reijnsburch voor hem selven en(de) Cors Anthonisz op t’Rijcke Woud als voochd van Tonis Florisz mede op desen present wesende en(de) mede comparerende, kinderen en(de) erffgen(amen) van Floris Jansz Verschuijer en(de) bekenden elx in zijn qualite gesamenderhand vercoft te hebben Dirck Pietersz wonen(de) binnen den dorpe voors. de gerechte helft van twintich hond eijgen lands leggende binnen den ban voors.

In het verzweerboek van Hof van Delft uit 1589 is opgenomen:

De hoefslag van de Pueldijck, groot 152 morgen 3 hond 48 roede, waar van elke morgen 8 pond schot wordt betaald:
Jan Arent Touesz. 3 morgen land, gekocht van Cors Antonisz. als voogd van Joris, het weeskind van Cornelis Jorisz.
Cors Antonisz van Dijck 7 morgen 3 hond land sedert 52 jaar.

De hoefslag van de X1½ weer, groot 53 morgen 1 hond 20 roede, waar van elke morgen 8 pond schot wordt betaald:
Cors Anthonisz van Dijck 17 morgen 79 roede land sedert lange tijd.
Cors Thonisz verklaart dat de weduwe van Ariën van Naeltwijck 11½ morgen 21 roede land sedert lange tijd heeft.

De hoefslag van Zaddick of Zuytduyck, groot 46 morgen 2 hond 67 roede 10 voet, waar van elke morgen 10 pond schot wordt betaald:
Cors Anthonisz. van Dijck 6 morgen 5 hond 62 roede 10 voet land sedert lange tijd.

De hoeslag van Voerdijcshoren, groot 102 morgen 1 hond 58 roede 9 duim, waar van elke morgen 10 pond schot wordt betaald:
Floris Ariensz Bruijser 8 morgen 5 hond 20 roede 7 voet 9 duim land, geërfd van zijn moeder; 3 morgen 3 hond 91 roede 9 duim, gekocht van Pieter Jansz. te Papsou; 9 hond, gekocht van zijn schoonvader Cors Anthonisz van Dijck.

Op 29 juni 1590 legt de 40-jarige Commer Jansdr, ten verzoeke van Cors Tonisz op ’t Wout, eenverklaring af. In de winter van 74 op 75 toen de Spanjaarden nog in het land lagen, waren enige Spaanse soldaten, die bij Cors Tonisz ingekwartierd waren, naar Honselersdijk gekomen waar zij toen bij haar vader woonde. De soldaten hadden Commer gedwongen een huis te openen menend daar bedden en ander huisraad van Cors te vinden. Toen ze daar niets van hun gading aantroffen, hadden ze uit het huis van Commers vader een bed en een peluw meegenomen. Haar vader thuiskomend, zag dat zijn bed verdwenen was, en had gezegd dat hij te oud was om in het stro te slapen. Commer had ten einde raad een bed gehaald uit een huis waar enige spullen van Cors waren opgeslagen. De vader van Commer had opgemerkt: ‘Door de schuld van Cors Tonisz ben ik mijn bed kwijtgeraakt. Als hij
het me teruggeeft of de waarde ervan vergoedt, krijgt hij het zijne terug’.

Op 4 november 1590 heeft Floris Ariensz Bruijser voor hemzelf, vervangende en hem sterk makende voor Machtelt Corssen en Betgen Corssen, mitsgaders voor de kinderen van Wigger Jacopsz wonende tot Danswijck [=Danzig], Claes Hendricxz als man en voogd van Maritgen Ariensdr en hem sterk makende voor Pouwels Ariensz Vos, winnen de gift van alzulke hoflanden als Cors Anthonisz en Neeltgen Cornelisdr met de dood geruimd hebben, volgens de leste verzwering bij Cors Anthonis gedaan.

Op 15 december 1591 Wigger Jacopsz en Dirck Dircxsz vervangende en hen sterk makende voor Betgen Corssendr gegeven gift Floris Ariensz Bruijser van omtrent 7 morgen hofland leggende in de hoefslag van Sadtdijck zulks hem te kavel gevallen zijn uit het sterfhuis van zal. Cors Anthonisz en Neeltgen Cornelisdr.

Op 21 mei 1612 heeft Neeltgen Corssendr weduwe Floris Ariensz Bruijser, Cornelis Sijmonsz als man en voogd van Annitgen Florisdr, Pieter Pietersz als man en voogd van Commertgen Florisdr, Adriaen Florisz Bruijser, Corstiaen Florisz te samen sterk makende voor Neeltgen Florisdr, erfgenamen van Floris Ariensz Bruijser gegeven gift Arien Jansz wonende tot Zoeterwoude te weten van 14 morgen 2 hond en zekere roeden hofland leggende in de hoefslag van Voor-Dijkshoorn en in de hoefslag van Sadtdijck, zo groot en klein als Floris Ariensz hetzelve met de dood geruimd en achtergelaten heeft.

 

Uit het 1e huwelijk:

Adriaen Corsz van Dijck

Uit het 2e huwelijk:

Maritgen Corssen, overleden 23 september-15 december 1591. Gehuwd met Wigger Jacobsz van der Croft, zoon van (?) Jacob Claesz Vercroft en NN Wijgger Sijmonsz, overleden > 29 november 1593

Neeltghen Corssen, overleden > 19 maart 1617. Gehuwd met Floris Ariensz Bruijser, gezworene en ambachtsbewaarder van Hof van Delft, welgeboren man van Delfland, zoon van Adriaen Jacobsz Bruijser en Commertgen Sijmons, geboren 1550-1552, overleden 1609-1612

Machteld Corssen, overleden 1591-1593. Gehuwd met Dirck Dircxsz van Onderwater, overleden 1625-1635

Betgen Cors Thonis van Dijck, overleden < 11 december 1602. Ondertrouwd te ’t Woud en gehuwd juni 1593 te ’s Gravenzande met Jacob Doesen Lucq, burgemeester van ’s Gravenzande, zoon van Doe Adriaensz Lucq en Maritgen Jans