Wijnant van Doirnick, schepen van Arnhem (1406-1431), zoon van (?) Willem Borre van Doernic en Gude Wijnants Ridder, overleden > 25 juli 1447
(?) Gehuwd of relatie met
(?) NN
Gehuwd in 1407-1408 (huwelijkse voorwaarden 16 november 1407) met
Grietgen Jacobs Bierwisch, dochter van Jacob Arntsz Bierwisch en Geertruut NN
Bronnen: 1) geldersarchief, 2) collectieoverijssel.nl
Links het zegel van Winant van Dorenick op 13 november 1428. Randschrift: SIGILLUM / WINANTH/ VA DOERNIC. Voorstelling: wapenschild met dwarsbalk, zespas als sierlijst (Bron: Gelders archief, archief Kapittel van Sint-Walburg te Arnhem, nummer 0307 – 63-49-1).
In 1396 draagt Borre van Doernic het goed te Hemmen, hem van zijn broeder Wouter van Doernic aanbestorven, over aan zijn zoon Wijnant.
Op 24 februari 1400 ‘des Dinxdaghes nae sente Petersdach ad Cathedram’ verklaren Broeder Johan van Lettouwen, commandeur, en het convent van het Godshuis van St. Johannes te Aernhem, ontvangen te hebben van Margariete Bierwisch Aerntsdochter 27 oude schilden, besteed aan een halven morgen van de 2 morgen in het Velperbroek, die zij en het Convent gekocht hebben van Steven van Brienen, waarvoor Margriete, Katherine, haar zuster, en Griete, dochter van Jacob Bierwisch, haar nicht, haar leven lang van het Godshuis zullen ontvangen de opbrengst van dien halven morgen.
Op 16 november 1407 ‘des wonsdages na Sente Martijnsdach inden wijnter’ oorkonden Wijnant van Wulfen, Wijnant van Arnhem Gerijtszoon, Johan en Deric Gruter gebroeders, Gosen van den Gruuthuse, Ghisebert van Mekeren, Gerselijs van Aller en Ghisebert van Aller Servaeszoon, dat voorwaarden zijn overeengekomen voor het huwelijk van Wijnant van Doerninck en Grietien Jacop Bierwischs dochter.
Op Mathie apostoli 1423 bekennen Willem van Keppell Hermanni bastart en Weijndell, zijn vrouw, schuldig te zijn Wijnandus [van] Doernick en Johannes Mijnschart, nu ter tijd burgemeesters, ad usus Gerardus, zoon van Weijndell, die zij behouden heeft van Tricus Lewert, de bonis a patre delegatis per amicos suos als Gaetfridus Gerardi, avunculus suus, en Henrick Brouwer, 213 Arnhemse Rijnse gl., [te betalen] Pasen toekomende over 3 jaar; si defectus in predictis puntibus expandare ex omnibus bonis, tegenwoordige en toekomstige; voorts tot welker tijd dat Gerijt voorzegd dit voorgemelde geld boert, zo zal hij zijn moeder voorzegd vertichnisse doen de omnibus bonis a morte patris ten waar dat hem docht dat hem meer daarvan boerde dan voorzegd is; daarvoor mag hij zijn moeder voorzegd toespreken; die zal hem daarvan “gult” of recht.
Beleend met goed te Delen in 1428.
(?) Uit een 1e huwelijk of relatie: