Gerrit Cornelisz van Eijndhoven, zoon van Cornelis Jacobsz van Eijndhoven en Huijbertgen Cornelis van Rijbeeck, geboren ca. 1620, overleden 1659-1660
Ondertrouwd 15 april 1646 en gehuwd voor het gerecht te Wijk bij Duurstede (#) met
Maria Gerrits, dochter van Gerrit Willemsz van Rhijn en Maijcken Dircks van Catwijck, geboren ca. 1620 te Jutphaas, overleden februari 1699 (aangetekend 23 februari 1699), begraven in de Jacobikerk te Utrecht (#)
Gehuwd 9 februari 1667 voor het gerecht te Utrecht met
Willem Gerritsen van de Merendijck, schippersknecht op het veer van Utrecht op Leijden, zoon van Gerrit Thonisz van de Merendijck, overleden (?) april 1687 (aangetekend 23 april 1687), begraven in de Jacobikerk te Utrecht. Gehuwd 26 mei 1655 voor het gerecht te Utrecht met Jannichgen Gerrits de Vaen, dochter van Gerrit Jansz de Vaen en Gritie Teunis, overleden oktober 1665 (aangetekend 16 oktober 1665), begraven in de Jacobikerk te Utrecht
Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) Wijk bij Duurstede index transporten 1546-1811, 3) razu.nl, 4) NT00061_1. Nadere Toegang op inv. nr 1 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). A.A.B. van Bemmel, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 5) hogenda.nl, 6) Repertorium op de lenen en tijnsen van de proosdij van Oudmunster, 1238-1661. J.C. Kort. In: Historische reeks Kromme-Rijngebied. Historische Kring Tussen Rijn en Lek. Houten, 2010
In 1641 wordt Gerrit Cornelisz van Eijndhoven beleend met een akker in Wijk op Langeslag, bij dode van Jacob, zijn grootvader. Op 19 maart 1660 Cornelis Cornelisz van Eijndhoven voor Cornelis van Eijndhoven, onmondig, zijn neef, bij dode van Gerrit, diens vader.
Op 10 april 1646 worden de huwelijkse voorwaarden opgesteld tussen Gerrit van Eijndoven, jongeman, geassisteerd met broer Aelbert van Eijndoven, broer Henrick van Eijndoven, broer Cornelis van Eijndoven, zwager Jan Peterss Crepoel, behuwde oom Willem Goijerss Schijff, behuwde oom Ghijsbert Goossenss Verweij, behuwde oom Peter van Noort van Maseijck en met de wel edele heere van Blijenborch, en Marichgen Gerrits, jongedochter, geassisteerd met vader Gerrit Willemss (Jutphaes), oom Jasper Willemss, oom Egbert Willemss, oom Antonis Dircxs, oom Dirck Peterss van Grol, broer Cornelis Gerritss, zwager Cornelis Janss, zwager Cornelis Antoniss, zwager Frans Corss en met Aernt van Westrhenen.
Op 15 oktober 1648 benoemen Henrick Corneliss van Eijndoven, rademaker wonende buijten de Wittevrouwenpoort, en Geertruijdt Gerrits van de Gracht, de langstlevende, zijn broer Gerrit Corneliss van Eijndoven en haar broer Hermen Gerritss van de Gracht tot voogd over de onmondige na te laten kinderen en erfgenamen.
Op 27 februari 1650 koopt Gerrit Corneliss van Eijndhoven van Cornelis Janss van Breda, 6 hont ackerboulant in de Engh te Wijk bij Duurstede.
Op 20 maart 1650 wordt in de Gedeputeerde Staten van Utrecht behandeld een verzoek van Christoffel Stochius, collecteur ongelden over Wijk, jegens Gerard van Eijndhoven, als mede-erfgenaam van zijn vader Cornelis Jacobsz van Eijndhoven plus nog een verzoek van hem inzake huur door Jacob van Eijck van 4 morgen land van de vicarie Gillis de Bruijn.
Op 1 juli 1651 huurt Gerrit Cornelisz van Eijndhoven van Louis van Renesse van Baer een hofstede en landen genaamd Runningh in het gerecht van Wijck bij Duurstede. Op 28 april 1653 huurt Gerrit Cornelissz van Eijndhoven van Louis van Renesse van Baer, een hoffstede genaamd Tunneken in het gerecht Wijck (verlening van de huur van 1 juli 1651).
Op 10 april 1660 procureren de mede-erven van Jacob Gerritss van Eijndoven en Henrickgen Cluetingh, in leven echtelieden, Nicolaes de Vael om voor leenhoven en gerechten ieders toegescheiden perceel gerechtelijk te laten registreren. De genoemde mede-erven zijn de kinderen van Jannichgen Jacobs van Eijndoven, dochter, te weten Vincent Dirxss Vercuijl gehuwd met Annichgen Willems Schijff en Jan van Schaijck gehuwd met Neeltgen Willems Schijff, en de kinderen en kleinkinderen van Cornelis Jacobss van Eijndoven, zoon, te weten Cornelis van Eijndoven, Henrick van Eijndoven, Elisabeth van Eijndoven, Cathalina van Eijndoven, de onmondige kinderen van Gerrit van Eijndoven en de onmondige kinderen van Aelbert van Eijndoven.
Op 12 september 1670 benoemen Willem Gerritsz van den Merendijck, schippersknecht op het veer van Utrecht naar Leijden, gehuwd met Maria Gerrits van Rhijn, wonende buiten de Sint Catharijnenpoorte, voogden over hun onmondige kinderen. Steven Gerritsz van de Merendijck, zijn broer, is benoemd als voogd over de onmondige voorkinderen van Willem. Arien Gerritsz van Rhijn, haar broer, is benoemd als voogd over de onmondige voorkinderen van Maria.
Op 5 juni 1678 sluiten Willem Gerritsen van de Merendijk en vijf andere schippersknechten op het ’trekschuijtenveer van Utregt naar Leijden’ een akkoord over het oprichten van een bus, waaruit een uitkering wordt gegeven bij ziekte en overlijden.
Uit dit huwelijk: