Gerritsz, Reijer (-1600/03)

Reijer Gerritsz, overleden 1600-1603

Gehuwd met

Christijna Cornelis Jans Sterck, dochter van Cornelis Jansz Sterck, overleden 1604-1613

 

Bronnen: 1) hogenda.nl, 2) Everdingen, oud rechterarchief 1603-1627, Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 3) Everdingen, oud rechterarchief 1627-1644, Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 4) Everdingen, oud rechterarchief 1633-1727, B. de Keijzer, 5) Everdingen, oud rechterarchief 1644-1661, Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 6) Trouwen Culemborg (gerecht) 1598-1707, A.A. van Beuzekom, 7) Repertorium op de lenen van de hofstede Culemborg, 1251-1648 (1669), J.C. Kort. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 42 (1987), 8) Leenhoven van de heren van Vianen, 1292-1666, J.C. Kort. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 40-43 (1985-1988)

Op 10 maart 1600 is Reijer Gerritsz belender in Zijderveld.

Op 15 november 1603 wordt Jan Reijersz beleend met 4 morgen in Overzijderveld in het nederste gewende van de hoeve van Allard van Waal, bij dode van Reijer Gerritsz, zijn vader. Op 5 juli 1609 wordt Jan Reijersz beleend met 2 morgen in Overzijderveld in het nederste geweer van de hoeve van Allard van Waal, bij dode van Reijer Gerritsz, zijn vader. 

Op 13 november 1604 transporteert Aert van Baden aan Chrijstina weduwe van Reijer Geritsz 4 morgen gelegen op Authenae in de Vierhoeven, strekkende van de Authenase weg tot Bolgrij toe.

Op 27 oktober 1606 transporteert Matijs Jansz aan Hermen Mercelisz een hofstad aan de Diefdijk, ‘uitgescheijden 3 gl jaarlijks’, die de erfgenamen van Reijer Gerritsz zaliger daarop sprekende hebben. Hermen Mercelisz belooft de erfgenamen van Reijer Geritsz 3 gl jaarlijks, te nemen uit huis en hofstad aan de Diefdijk.

Op 20 augustus 1608 Rijck de Haes, procureur der stad Culemborg, met Johan Meerhonts, als deken, en Jacob Berntsz van Wegen, broeders van het heilige sacrament binnen Culemborg en voor Rijck de Haes als gemachtigde van voorn broeders, die gerechtigd zijn in ½ morgen op Over Zijderveld, door de erfgenamen van Reijer Gerritsz naar vermogens het verwin dd 5-7-1605, etc.

Op 15 december 1611 transporteert Sebastiaen Cornelisz x Sebastiaentgen Gijsbertsd aan de erfgenamen van Reijer Gerritsz een hofstad met huis aan de Diefdijk, strekkende van de Culemborgse wetering tot voorn kopers, onder condite dat Jan Verweij en Cornelis Pellen de damsteeg aan de hofstede gelegen, mogen gebruiken. 

Op 25 mei 1613 wordt de erfloting gehouden door de erfgenamen van goederen nagelaten door hun ouders zaliger Reijer Gerritsz x za Christijna Cornelis Jansz Stercksdr en wel als volgt:

1. het 1e lot: 4 morgen op Authenae en 2m op Over Zijderveld bezwaard met 30 st jaarlijks (Aeff Reijersd).
2. het 2e lot: het ‘Corssen camp’, groot 4m2h; nog een campke van 1 morgen; nog 8 hont op Bolgrij.
3. het 3e lot: 5 morgen op Over Zijderveld en 2m op Prijs met nog een huis en hofstede aan de Diefdijk (Jan Reijersz).
4. het 4e lot: 2 morgen ’t eijnde de hofstede, met de hofstede; nog de halfscheiding van 4½ morgen op S..ijck (?) voor de Diefdijk; nog 2 morgen achter ‘Plasse’ hofstede (de jonge Jan Reijersz).
5. het 5e lot: 2½ morgen op Over Zijderveld achter Tijs Jansz; nog 8 hont op Bolgrije; nog 1m achter Wolcken Thoenisz (de Oude Cornelis).
6. het 6e lot: de halfscheiding van 16h achter Pauwel Cornelisz met gebruijck van de halfscheiding door voornoemde Pauwel Cornelisz; nog 7 hont op Bolgrije; nog 2 morgen 1½ hont achter Dirck Willemsz; nog een campke op Neder Zijderveld aan de kerksteeg (Jan Dircksz).
7. het 7e lot: huis en hofstede op Bolgrij, tesamen groot 4 morgen.

Jan Reijersz is ten deel gevallen het 3e lot, ’t welck huis en bepotinge gelegen is aan de Diefdijk, mits 5 morgen heerlick goet daaraan gelegen voor de Diefdijk, waarvan Jan Rejersz uitreiken zal 450 gl, waarmede te niet zal zijn die 72 gl, die aan de andere 6 kinderen vermaakt zijn, te weten: Jacob, Cornelis en Cornelis, Jan en Jan Dircksz x Alith en Aeffgen Reij[er]sd’ kinderen. De erfgenamen van za Reijer Gerritsz verkl voldaan te zijn: Jacob Reijersz, Jan Dircksz, Cornelis Reijersz, Jan Reijersz, Cornelis Reijersz, Aeff Reijersd.

Op 27 mei 1614 de erfgenamen van Reijer Gerritsz zaliger x Christina Cornelis Jansz Sterckxdr zaliger, met name Jan Reijersz, Jacob Reijersz, Cornelis Reijersz den Ouden, Jan Reijersz den Jongen, Cornelis Reijersz den Jongen, Jan Dircksz x Alith Reijersd en Aeff Reijersd cum tutore. Deling door tussenspreken van Oth Petersz Sterck en Gijsbert Mertensz als volgt:

  • Jan Reijersz: de hofstede en huis aan de Diefdijk, met 5 morgen daarachter op Over Zijderveld; nog 2 morgen op Prijs; alles geschat op 2.300 gl.
  • Jacob Reijersz: een hofstad en huis met daarachter tesamen 4 morgen, gelegen op Bolgrije; alles geschat op 2.500 gl.
  • Jan Dircksz nom ux: de halfscheiding van 16 hont gelegen achter Pauwels Cornelisz op Over Zijderveld; nog het hofstedeke van voorn Pauwels Coernelisz; nog 2 morgen 1½ hont op Over Zijderveld achter Dirck Willemsz; nog een campke op Neder Zijderveld; nog 7 hont op Bolgrij; alles geschat op 2.000 gl.
  • Cornelis Reijersz den Ouden: 2½ morgen op Over Zijderveld achter Tijs Jansz; nog 8 hont op Bolgrij; nog 1 morgen achter Wolcken Thoenisz op Over Zijderveld; alles geschat op 1.850 gl.
  • Cornelis Reijersz den Jongen: ‘Corssen camp’ groot 4 morgen 2 hont lands, nog een campke van 1 morgen; nog 8 hont? gelegen; alles geschat op 2.000 gl.
  • Jan Reijersz den Jongen: 2 morgen t’eijnde op ‘Leckenhofstede’ met de hofstede; de halfscheiding van 5 morgen, waarvan de helft voor de Diefdijk; 2 morgen achter ‘Plassenhofstede’; alles geschat op 1.700 gl.
  • Aeff Reijerss: 4 morgen op Authenae; 2 morgen op Over Zijderveld; alles geschat op 1.650 gl.

Er moet nog wat geld rond geschoven worden.

Op 19 januari 1619 transporteren Jan Reijersz, Cornelis Reijersz en hun broer Jacob Reijersz, Jan Dircksz x Aelken Reijersd, voor hun zelf en vervangende hun andere broers en zuster, schoonbroers en schoonzuster, resp erfgenamen van zaliger Reijer Gerritsz en Christina, die erfgename was van Cornelis Jansz Sterck, aan Jacob Sijmensz en Joris Quirijnen een rentebrief groot 300 gl, sprekende op 5 morgen land, huis en hof, gelegen op Goilberdingen, al ’t gene Oth Dircksz Sterck placht aan te coemen, etc. De comparanten renuncieren daarvan. 

Op 29 juni 1635 Jan, Jacob en hun broer Jan Reijersz Sterck, Jan Dircksz x Aeltgen Reijers Sterck (wettig geboorte) en Cornelis Jansz Prins als oom en bloedvoogd van moederswege van de 2 onmondige kinderen van Cornelis Reijersz x Gijsbertgen Jans Prins. Deling van goederen hun aangekomen door dode van Aefken Reijers Sterck en wel als volgt:

1. Jan Reijersz de Oude en Jan Reijers de Jonge 4 morgen op Zoochwijck.
2. Jacob Reijersz Sterck 2 morgen op Zijderveld.
3. Jan Dircksz een rentebrief groot 650 L hoofdsom gevestigd op het gemeneland van Everdingen en Zijderveld, gepasseerd voor schepenen van Culemborg dd 1-4-1631.
4. de kinderen van Cornelis Reijersz zaliger 3 morgen op Zijderveld.

Verder moet nog wat geld rondgeschoven worden.

Op 25 januari 1647 testeert Jan Reijers Sterck ‘den ouden’. De goederen zullen komen op zijn broeders en susters kinderen, mede tot krachte van octroij d.d. 13-9-1646 leenkamer Culemborg, nog een camptken van 1½ morgen leengoet op Overboeijcoop , ende waar geen octoij van is, legateert aan Stijn Jans, sijn susters dochter, die bij hem woont 200 car.gld.

 

Uit dit huwelijk:

Aeltje Reijers

Jan Reijersz Sterck (den Ouden), schepen van Everdingen (1626-1629, 1637-1641), overleden 1647-1651. Gehuwd 28 juni 1618 voor het gerecht te Culemborg met Baetken Peters

Jacob Reijersz Sterck, overleden > 1 juni 1641. Gehuwd 7 april 1619 voor het gerecht te Culemborg met Jantken Gerrits Scheer, dochter van Gerrit Hendricksz Scheer en Willemken Willems, overleden 1636-1638

Cornelis Reijersz (den Ouden), overleden 1633-1635. Gehuwd met Ghijsbertgen Jans Prins, dochter van Jan Cornelisz Prins en Margrieta Herberts, geboren te Lexmond, overleden < 12 oktober 1625

Cornelis Reijersz (den Jongen)

Jan Reijersz (den Jongen), overleden > 29 juni 1635

Aefken Reijers Sterck, overleden 1634-1635