Heerden, Wouter van (1633/34-1704)

Wouter van Heerden, koopman van varkens, zoon van Egbert Woutersz van Heerden en Annichgen Aerts de Groot, geboren 1633-1634, overleden 10 oktober 1704, begraven in de Buurkerk te Utrecht (#)

Gehuwd op 28 juli 1655 voor het gerecht te Utrecht (#) met

Willemijntje Elis van de Hoeff, dochter van Elis Willemsz Verhoeff en Gijsbertgen Hendricks Duijfhuijs, geboren ca. 1635, begraven 13 mei 1672 in de Buurkerk te Utrecht (#)

 

Bron: hetutrechtsarchief.nl

Op 2 mei 1663 benoemen Dirck Verhoef, speckooper te Utrecht, en zijn vrouw Maria Geurts van Hartevelt, haar broer Claes Geurtss van Hartevelt wonende te Schoonhoven, en zijn neef Wouter Egbertss van Heerden tot voogd over de na te laten onmondige kinderen en erfgenamen. Met acceptatie van de voogdij door Wouter Egbertss van Heerden. Op 8 augustus 1665 benoemen Egbert Woutersz van Heerden en Annichgen Aerts de Groot de langstlevende, hun zoon Wouter van Heerden en hun zwager Aert van der Horst, wijnkoper, tot voogd over hun na te laten onmondige erfgenamen.

Op 6 april 1670 staan Abraham van der Sluijs en Wouter Egbertsen van Heerden borg voor Marten Bebber, die verschuldigde oostpacht ten onrechte met obligatie van f 600 ten behoeve van de kinderen en weduwe van Jan Harthals heeft uitbetaald.

Op 12 december 1673 draagt Bastiaen de Groot, schoenmaker te Utrecht, zijn huijsinge c.a. aan de noordzijde van de Viehesteech over aan zijn zwager Wouter van Heerden. Tevens al zijn andere goederen en vorderingen, ter voldoening van schulden van hem en anderen. Op 1 mei 1674 staat Wouter van Heerden borg voor Bastiaen de Grooth bij een akkoord met Abraham van Vollenhoven.

Op 9 mei 1674 huurt Wouter van Heerden 2 mergen weijlant in Hogeweijde, genaamd ’t Suijckercampgen, van Paulus Soudenbalch.

Op 31 januari 1675 bekent Henrick van Bergen, coopman te Muijden, schuld van f 110,10 wegens in 1672 verkochte varkens door Wouter Egbertsen van Heerden en Peter Peterss van Walbeeck. Op 24 juni 1675 benoemt Jan Jansz Schutter, schoenmaker ende loijer te Cockengen, Johan van Lienden om van Wouter van Heerden, koopman te Utrecht, betaling te innen wegens geleverde pinkhuiden. Op 22 november 1675 benoemt Wouter van Heerden, Neeltgen Martens om te innen f 150 van de weduwe van Gerrit Meertenss Comes te Schoonhoven inzake levering van 30 biggen. Op 23 maart 1676 bekent Jacob van Geijn, wachtmeester te Rhenen, schuld van f 150 wegens koop van een paard aan Wouter van Heerden en Peeter Walbeeck.

Op 8 mei 1678 benoemen Wouter Egberts van Heerden en Willem Willemse Verhoef, Cornelis van Schuijlenborch om gelden te innen van Willem van Woudenberch voor overname van panderambt van Cornelis van der Sluijs, voor welke laatste zij borg stonden. Op 8 augustus 1678 benoemen de mede-erfgenamen van Petertjen Duijffhuijs, in leven gehuwd met Dirck Kip, waaronder Wouter van Heerden weduwenaar van Willemtien Elias Verhoeff en zijn kinderen bij zijn overleden vrouw verwerkt, zijn zwager Dirck van Montfoort om met de overige mede-erfgenamen een huis c.a. aan de Oudegracht bij de Smeebrug te Utrecht te transporteren ten behoeve van Cornelis de Munnick, leidekker te Utrecht. Wouter van Heerden, als weduwenaar van zijn vrouw, is voor een derde deel mede-erfgenaam en zijn kinderen voor een vierde deel.

Op 2 september 1680 stelt Annichgen Aerts de Groot, weduwe van Egbert van Herden, wonende aan de Vreeburch onder aen de Stadtswalle, haar testament op. Zij benoemt tot haar erfgenamen haar kinderen Wouter van Heerden, Arien van Heerden, Henrick van Heerden, Roeckgen van Heerden gehuwd met Huijbert van Overdam, Annichgen van Heerden en Luijtgen van Heerden en de kinderen van Aertgen van Heerden. Haar huijsinge onder aen de Stadswalle gaat naar haar dochter Annichgen Egberts van Heerden. Met benoeming van Wouter van Heerden en Huijbert van Overdam tot voogden.

Op 23 augustus 1686 stellen Johannes van den Berch en Dirckie van Heerden hun testament op, met benoeming van de langstlevende. Aert van den Berch en Wouter Egbertss van Heerden tot voogden. Op 9 maart 1687 attesteren Pieter Pietersz Walbeeck, 50 jaar, Wouter van Heerden, 53 jaar, Jan van Swol, 43 jaar, en Aert van Heerden, 25 jaar, over het vanouds houden van de varkensmarkt voor de herberg het Postpeerd van Nellighjen van Esch.

Op 4 januari 1688 stelt Roeckgen Egberts van Heerden, gehuwd met Huijbert van Overdam, haar testament op. Ze benoemt tot erfgenamen haar broers Wouter van Heerden, Adriaen van Heerden en Hendrick van Heerden, de kinderen van haar zuster Aertgen van Heerden met Bastiaen de Groot, Aernoldus de Groot en Bastiaen de Groot. Aertgen van Heerden heeft lijftocht aan de erfportie van haar kinderen, met benoeming van broers Wouter van Heerden en Adriaen van Heerden tot voogden. Op 29 september 1696 verkopen de erfgenamen van Roeckje Egberts van Heerden drie huijsingen c.a. staende naast den anderen aan de oostzijde van de Elisabethstraat aan Wouter van Heerden, een huijsinge c.a. achter Clarenborgh en een huijsinge aan de zuidzijde voor Clarenborgh aan Arnoldus de Groot en Bastiaen de Groot. Aertje van Heerden bewoont de huijsinge c.a. gelegen achter Clarenborgh.

Op 30 december 1691 verkopen de kinderen en mede-erven van Egbert Wouterss van Heerden en Annighen d’Groot, in leven echtelieden, zijnde Wouter van Heerden, Adrianus van Heerden, Aertje van Heerden, Huijbert van Overdam weduwenaar Roeckje Egberts van Heerden, aan broer en mede-erfgenaam Henrick van Heerden, een erff ende grond mette huijsinge aan het pleijn van Vredenburch onder de stadtswalle. Het huis is bewoond geweest door Egbert Wouterss van Heerden met procuratie op Wouter van Heerden om betreffende erf en huis te transporteren naar koper.

Op 16 november 1692 vindt de scheiding plaats van de boedel van Elis Willemss en Ghijsbertgen Duijffhuijsch tussen Wouter Egbertss van Heerden, weduwenaar van Willemina Elisse, en Dirck Janss van Montfoort, weduwenaar van Cornelia Elissen. Twee huijsingen aan de noordzijde van Coijstraat gaan naar Wouter Egbertss van Heerden, twee cameren aan de zuidzijde van Berrichstraet naar Dirck Janss van Montfoot.

Op 6 augustus 1695 staat Wouter van Heerden borg voor zijn zoon Hendrik van Heerden bij de aankoop van een huijsinge en hoffstede c.a. aan de noordzijde van het Vredenborgh, genaamd Het Vergulden Hoofd.

 

Uit dit huwelijk:

Elias van Heerden, geboren ca. 1656, overleden 23 november 1680, begraven in de Buurkerk te Utrecht

NN van Heerden, begraven 2 augustus 1658 in de Buurkerk te Utrecht

Dirckje van Heerden

Aert van Heerden, varkenskoper, geboren 1661-1662, overleden 3 augustus 1694, begraven in de Buurkerk te Utrecht

Hendrick van Heerden

Egbertus van Heerden, gedoopt 21 april 1668 RK Achter Clarenburg te Utrecht, begraven 15 juni 1668 in de Buurkerk te Utrecht

NN van Heerden, begraven 6 september 1669 in de Buurkerk te Utrecht

NN van Heerden, begraven 22 mei 1671 in de Buurkerk te Utrecht

Egberta van Heerden, gedoopt 19 november 1671 RK Achter Clarenburg te Utrecht, begraven 20 mei 1673 of 6 april 1674 in de Buurkerk te Utrecht

10  Petronella van Heerden, gedoopt 19 november 1671 RK Achter Clarenburg te Utrecht, begraven 20 mei 1673 of 6 april 1674 in de Buurkerk te Utrecht