Hermans, Jacop (-<1539)

Jacop Hermans, overleden < 1539

Gehuwd met

Jenneken NN, overleden > 7 januari 1542

 

Bronnen: 1) vpnd.nl, 2) St. Michielsgestel, transcriptie transporten en vernaderingen 1538-1542. Jan Toirkens, 3) St. Michielsgestel, transcriptie transporten en vernaderingen 1557-1566. Jan Toirkens, 4) bhic.nl

In 1499-1500 betalen Jacop Herman Jacopss ende Janna van Gestel intredegeld voor toetreding tot de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. In 1510-1511 betaalt Jacop Hermansz van Gestel doodschuld tijdens leven. In 1538-1539 betaalt Johanna weduwe doodschuld tijdens het leven.

Op 29 maart 1541 verklaren Willem Henricke en Henrick van Weert, schepenen van Gestel bij Herlaer dat is verschenen Jenneke weduwe van Jacop Hermans en doet afstand van haar recht van vruchtgebruik ten behoeve van haar wettige dochter Lisbeth, zijnde de vrouw van Jacob Zeberts van Groeningen, inzake het 1/8e deel van het bezit van wijlen Jacop Hermans.
Op de zelfde dag is hier verschenen deze Lisbeth dochter van Jacob Hermans en draagt het 1/8 ste deel van het recht van vruchtgebruik dat haar moeder Jenneken als weduwe van Jacob Hermans vandaag aan haar had overgedragen, weer terug over aan haar moeder.

Op 3 januari 1542 vindt deling plaats door de kinderen van het bezit dat ze hebben geerfd na de dood van hun ouders Jan Everits en diens vrouw Godschalk. Daarbij is vermeld dat zij nog krijgen een erfpacht van 1 malder rogge per jaar te ontvangen van de erfgenamen van Jacob Hermans.
Op 7 januari 1542 verklaren Henrick van Weert en Mathijs van Beeck, schepenen in Gestel bij Herlaer, dat is verschenen Gerit wettige zoon van Jan Gijsberts van Zeland en diens vrouw Heijlwig dochter van Gerit van den Venne verwekt bij diens vrouw Lisbeth en verkoopt nu met alle brieven etc. aan Jenneken weduwe van Jacob Hermans, een stuk akkerland groot ca. anderhalf lopenzaad, gelegen in de herdgang van Thede genoemd de Wilgenakker met de beemd eraan, in de parchie van Gestel, b.p. Henrick van Deventer, heer Jacob Zanders, de gemeenschappelijke weg, de zelfde beemd. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten hierin af te handelen, behalve een erfpacht van 1 malder rogge aan het klooster van de Kruisbroeders en in Den Bosch te leveren, nog een erfchijns van 6 pond aan de erfgenamen van meester Willem van den Bossche, verder moet er overpad worden verleeend tot de Herlaersche Dijck en aan de beemd van Jacob Hermans. Nog moet de koper de jaarlijkse bijdrage voor opgenomen gelden van de gemeente Gestel betalen die met de inwoners moet worden afgelost en nog het 1/6e deel van opgenomen gelden aan de erfgenamen van Gerit van de Venne. De kopers zullen al die lasten zo betalen dat de verkoper ervoor is gevrijwaard.

Op 22 augustus 1561 is voor schepenen verschenen Goijaert zoon wijlen Goessen Dircks voor hemzelf en als voogd over de 2 minderjarige kinderen wijlen Jan Willems die deze Jan heeft verwekt bij diens vrouw Lisbeth dochter wijlen Goessen Dircks, verder Gerard zoon wijlen Peter Gerits voor hemzelf, Lauwrens Willems voor hemzelf en als voogd voor de minderjarige kinderen van wijlen Dirck Willems , nog voor de 2 minderjarige kinderen van wijlen Gerard Willems en nog voor het minderjarig kind van wijlen Gerard Jacobs door deze Gerard verwekt bij wijlen Anna dochter van Dirck Willems , nog handelend voor het minderjarig kind van wijlen Dirck Grieten zoon wijlen Jan Jan Hermans, verder Lauwrens zoon Michiel Hermans die ook belooft voor zijn zuster Peterken, Jan zoon wijlen Herman Janssen, Dirck Peter Schuermans als man van Marie dochter wijlen Herman Janssen, verder Jan zoon wijlen Jan Hermans als voogden over Peter zoon wijlen Herman Janssen, nog minderjarig zijnde, verder Jan zoon wijlen Jan Hermans als voogd over de minderjarige dochter van wijlen Adriaen Jan Hermans, verder Jan zoon wijlen Jan die Bever voor hemzelf en voor zijn broer Henrick en voor Chatarina dochter Gijsbert Henricks, verder Henrick zoon Dirck die Bever, voor hemzelf en voor Henrick Hendricks van den Dijck, nog Henricksken dochter wijlen Herbert Joirdens met haar voogd, Barbara weduwe van Peter Peters met haar voogd, Jacop zoon wijlen Rut Rutten en Henrick Jan Eijkmans als man van Marie dochter van wijlen Rut Rutten, welke Jacop nog handelt namens Elisabeth en Oda gezusters en kinderen van wijlen Rut Rutten en ook voor Jan Dancken en voor Elisabeth weduwe van wijlen Jacob van Grueningen, verder Lauwrens en Jacop broers en zoons van Paridaens van Bladel voor henzelf en voor hun zuster Elisabeth handelend, verder Lauwrens Willems die handelt voor de 3 kinderen van Peter Godschalcx, zijnde alle erfgenamen van wijlen Elisabeth weduwe van Jan Willem Raijmakers en machtigen hierbij Jacob zoon wijlen Herman Janssen om namens hen de betwiste zaak te vervolgen en alles te doen dat rechtens nodig is tegen de voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Peter Goijaerts van Fickenoirt inzake het bezit dat Elisabeth met Jan Willems haar man destijd had getransporteerd voor schepenen van de stad Den Bosch en waarin wijlen Peter Goijaerts aanspraken had vanwege diens huwelijkse voorwaardes. De opdrachtgevers beloven de gemachtigde te vrijwaren op onderpand van hun persoon en bezit. 

 

Uit dit huwelijk:

Peterken Jacop Hermans. Gehuwd met Rut Rutten, schepen van St. Michielsgestel, overleden 1557-1561

Anna Jacop Hermans. Gehuwd met Paridaen van Bladel, overleden 19 februari-22 augustus 1561

Lisbeth Jacop Hermans, overleden > 1581. Gehuwd met Jacob Zeberts van Groeningen, overleden < 24 december 1560

Dimpna Jacob Hermans

Oda Jacop Hermans

Wendele Jacop Hermans, overleden > 28 mei 1563. Gehuwd met Jan Dancken, schepen van St. Michielsgestel, overleden > 10 maart 1571

Gerit Jacop Hermans, overleden < 1562

Heijlwich Jacob Hermans, overleden < 1559

Barbara Jacop Hermans, overleden > 12 januari 1566. Gehuwd met Peter Peters, overleden < 28 mei 1563