Attevelt, Oth Jansz van (ca. 1400->1513)

Oth Jansz van Attevelt, zoon van Johan Dircksz ten Blocke en Gheertruijt NN, geboren ca. 1440, overleden > 12 mei 1513

 

Bronnen: 1) razu.nl, 2) NT00061_26. Nadere Toegang op inv. nr 26 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 3) NT00061_27. Nadere Toegang op inv. nr 27 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht

In het overzicht van morgengeld te Jutfaes Nedereijnt uit 1461 is vermeld: St Bartholomeusgasthuijs 3 morgen, s Jan Dirix 3; s Otte Jansz 3 morgen die hoer op hoeren.

In 1471-1473 Johan Dircksz ten Blocke en nu Otte zijn zoen 17 morgen etc.

Op 5 november 1489 en op 30 juni 1491 verklaart Ot Jansz te Jutfaas een schuld te hebben aan St Marie.

In 1502 op zaterdach na Mauric. dag zell Aernt Willems te Jutfaas bewijsen dat er een bewijs gedaen is tusschen Aernt van Dijckx weduwe E en Ott Jansz van Attevelt A, over schulden die Van Dijckx boedel Ot voorschreven schuldig is.

In 1503 op zaterdach na St Blasiusdag verklaart Oth Jansz te Jutfaas schuldig te wezen aan Jfr Lijsbeth Gerrits weduwe van Haerlem.

Op 14 februari 1508 transporteert Margriet Steven Korsgensdr, Roeloff Jacobs wed. aan Godschalck van Winsen alle getijmmer, 9½ m wintercoorn etc opt Overeijnt Jutfaas op Godschalcks bouwinge geheten die Heemstede daer zij nu op woent. Steven Korss is haar borg. Dedincxluijden: Jan van Cuijlenborch, Jan Luijtert en Heijnrick Roeloffs van Godschalkx wegen; Willem Heijnrickx schout van Jutfaas Overeijnt, Jan Adriaensz en Ot Jansz, van Margriet’s zijde.

Op 12 mei 1513 transporteert Willem de Wael van Vronesteijn al zijn goederen na zijn dood aan Lubbert de Wael van Vronesteijn zijn zoon. Over waren Johan van Catwijck Adriaensz, Otte van Attevelt en Beernt Gerritsz.

 

Kinderen:

Jan Ottensz, overleden > 1523

Henrick Ottensz die Keijser