Kerskorff, Wolter van

Wolter van Kerskorff, heer van Biesenburg, leenman en raadsheer van de hertog van Gelre, drost (1430), overleden > 14 november 1445

Gehuwd met

NN de Wilde

 

Bronnen: 1) geldersarchief.nl, 2) Het Veluwsche geslacht Van Brienen, Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins. In: De Nederlandsche Leeuw, 27e jaargang, 1909, pg. 167-172, 3) ecal.nu, 4) archive.nrw.de, 5) Ministerialiteit en ridderschap in Gelre en Zutphen, Jonkvrouwe dr. J.M. van Winter. S. Gouda Quint – D. Brouwer en Zoon, Arnhem 1962

NB: Reeds in 1236, Lac. II 207, kwam een Wouter Kirscorph voor in Keulen, Lac. II 207, van wie wel valt aan te nemen, dat hij een voorvader van de 15e-eeuwse Wouter was. Wolter zou zoon kunnen zijn van Johan van Kerskekorff die op 2 mei 1414 voorkomt in het stadsarchief van Korbach.

Op 10 juni 1411 ‘op de heijlige Sacramentsavond’ sluit Graaf Adolf van Kleef-Mark een verbond met zijn broer Gerard van Kleef-Mark tegen de Heren van Arkel en hun handlangers. In ruil daarvoor geeft hij hem de stad, het kasteel en het land van Huissen, terwijl hij van de laatste kasteel Zevenaar en het land van Liemers terugkrijgt. Getuigen raadsheren (“Vrijnden van Onsen Rade”) van graaf Adolf: Rentmeester Wessel [Swartkop], provoost van Wischel; Hofmeester Arnd van “Hessen”, ridder; Lubbert van Till; Dietrich Smullinch, Jakob van Nijel. Gerard’s raadgevers Johan, heer van Reijde; Wilhelm van Rees, ridder; Heinrich van Hese; Walter Kirskorff.

Uit 1420 dateert een acte  waarbij de indiening van een schuldvordering van Wolter Kirskorff tegen heer Otto van der Leck gerichtelijk wordt geconstateerd.

Op 2 april 1424 draagt Wolter Kerskorff draagt voor (Johan van Oij), ambtman in de Duffel, zijn huis en hofstad Bisenberch op aan hertog (Arnold) om dit van deze in leen te ontvangen.
Op 14 april 1424 hertog Arnold van Gelre en Jülich beleent Wolter Kirkskorff, die hem voor de schout in de Düffel en het gerechtsvolk de boerderij en het huis Biesenborch heeft geschonken, met de boerderij en een rijsbos genaamd de Maselberch bij het kerkhof in Nütterden naast de weg, ‘die koempt lopen naest den gerichte van Cleve over die Duijffelstrait ende loept voirt angheen Soeven Boen’, voorts 7 morgen rijshout genaamd het Scheenbelt gelegen bij den Maselberch, tezamen 4 hoeven minder dan 5 morgen belast op 8 alde schilde. Leenman Johan heer tot Culenborch en Arnt te Boecop. Per dominum ducem presentibus de consilio domicello Walrauio de Muerse domino de Baer, domino Roelmanno de Arendail domino de Well, magistro curie et Gijsberto de Mekeren reddituario supremo terrarum Gelren-(sium).

Op 29 augustus 1430 ‘op sunte Johans dage Decollatio’ onderschrijven Wolter Kirskorff, drost, en Johan Momme, richter in het Land van Cranenburg, in opdracht van Hertog Adolph van Kleef, Graaf van de Mark, het verbond tussen hem en Hertog Arnold van Gelre en Jülich, Graaf van Zutphen.

Op 31 mei 1431 ‘op Sacramentsdag’ verkoopt hertog Arnold van Gelre zijn raadsheer Wolter Kirskorf een stuk bos in het keizerlijke woud de Maelsberg, bij Nutterden.

Op 1 oktober 1436 ‘op sente Remigius misse’ een lijst van personen die leningen hebben gegeven voor de bruidsschat voor de dochter van hertog Adolf, de hertogin van Braunschweig. Genoemd zijn de steden Wesel met 400 Gulden, Holt met 100 Gulden, Dinslaken met 95 Gulden, Rees met 200 Gulden, Emmerich met 400 fl., Griethausen met 50 fl., Kalkar 300 fl., Sonsbeck 150 fl., Uedem 100 fl., Grieth, Kranenburg en Büderich ieder 100 fl., voorts Aleff van Wijlich met 200 Gulden, Wenemar then Moeshale met 100 fl., Henrik Kerskorff hetzelfde, Johann van Huessen 52 1/2 fl., de provoost van Wissel 500 fl., Lambert Paip 100 Gulden, Wolter Kerskorff 100 fl., Henrick van der Hovelwic 100 fl., Johann van den Wiele hetzelfde, Wilhelm van Tille 150 fl., Lambert van den Sande 33 fl., Evert van den Sande 200 fl., Lisbeth van Caldenhaven 50 fl., Henrick then Have tot Vijnen 70 Gulden, Henrick ingen Wick net zo veel, Lambert ten Have 50 fl., Derick van den Borne 36 fl., Gerit Hotman 200 fl., Sweder van den Steen 200 fl., Derick van den Haigh 100 fl., die jungen Greve, Rechter tot Emmerich 100 fl., voorts ieder 100 Gulden: Drost Elbert van Alphem, Goissen Steck, Cracht Steck, en Henrich Steck 200 fl.; ieder 100 fl. Aldenbochum, Pijse, de Rechter tot Dinslaken, die omroeper, schrijver, zoeker en Rechter van Orsoij; de omroeper van Büderich 100 fl., de schrijver en zoeker zelfs ieder je 200 fl., Hermann van den Over 100 fl., Conrad Nijenhuijs 100 fl., de Rentmeester 100 fl., Gadert Schardenberg 100 fl., Steven van den Rijn 100 fl., tot slot ieder 100 fl. Ridder Johann van Aesswijn, Derick Kail, Steven van den Rijn 100 fl.

Op 14 november 1445 tol Büderich: Wolter Kirskorff voor 10 oude schilden rente.

Op 7 januari 1466 ‘des dinxdag na den heijligen Dertiendach’ maken Johan van Brijenen en Joffr. Lijsbeth van Benthem echte dochter van wijlen Wolter Kersskorff, huwelijksvoorwaarden, ten overstaan van Theodoricus van Brijenen, pastoor te Nijkerk en Henrick van Brijenen, broeders van den bruidegom en Johan Kerskorff, broeder, Wolter van Hees en Johan de Jonghe van wegen de bruid. Johan brengt aan al de goederen, welke hij nu heeft “geldende en guet wesende” 300 oude Frankrijksche schilden en erfrenten, Lijsbeth brengt aan twee hoven, de ene te Keken en de andere te Bijmmen gelegen, haar tijnsen in de Duffel en een erfrente te Heteren en te Randwijck, de laatste afkomstig van haar overleden moeder.

 

Uit dit huwelijk:

Elisabeth van Kerskorff

Johan van Kerskorff, leenman van de heer van den Berghe en Bijlant (1459)