Landaes, Elis Jansz van (ca. 1645-1723)

Elis Jansz van Landaes, timmerman, brouwer, zoon van Jan Arisz en Willempje Elissen, geboren ca. 1645, begraven 23 mei 1723 te Doorn

Gehuwd ca. 1670 met

Lijsje Jans, dochter van Jan Jacobsz en Luijtgen Aris, geboren ca. 1645, begraven 23-30 augustus 1705 te Doorn

 

Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) rhczuidoostutrecht.com

Op 20 februari 1675 bekent Elis Janss, getrouwd met Lijsbet Janss, enige dochter en universele erfgenaam van wijlen Jan Jacobss, in zijn leven gewoond hebbend tot Maarn, f 268 schuldig te zijn aan Carel Godin, sergeant majoor van het regiment infanterie te Utrecht, vanwege achterstallige pacht over een stuk land sinds 1668 gebruikt door wijlen Jan Jacobss (#). Op 6 januari 1681 benoemt Elis Jansen, timmerman, wonende te Doorn, Hendrick Vijant, procureur hove van Utrecht, tot het voeren van een proces tegen Lijsbeth Robben, weduwe van Willem Tijmensen, Peter Dicksz en Ros Jansen.

Den 29e Julij 1677 Dat voor ons int Gerechte Compareerden Anthonis Cooll ende Neeltgen Thomas echteluijden, Ende (al voorens v[er]toonende ‘trecht vanden 40e penninck betaelt te zijn opden 15e Meert 1671 mitsgaders de huijsgelden ende redemptiegelden tot den Jare 1676 incluijs) verclaerden gecedeert getransporteert ende overgegeven te hebben gelijck sij Compten Cederen, transporteren ende overgeven bij desen, aen ende ten behoeve van Elis Jansz van Landaes timmerman sijnen erven ende nacomelingen, den vrijen eijgendom van seeckere huijsinge ende erve met alle het getimmer ende bepotinge daerop staende, ende ‘tgene daerin aerd ende nagelvast is, staende ende gelegen in desen Dorpe Doorn Daer ten Oosten het kerckhoff ende doodenwegh, ende ten Westen d’erfgenamen van Luijtgen Aris wede van Jan Jacobsz ende de Diaconie naest gehuijst ende geerft zijn, streckende voor van het kerck wegh noort waerts op tot den Molenwegh, Opde laste van tien sts die jaerl[ijcks] op Paesschen verschijnende tot uytganck aen de kerck van Doorn voornt betaelt moeten worden, ende voorts vrij goedt uytgesondert ‘sheeren ongelden, Daer op sij Compten tselve belooffde te vrijen ende waren als erffcooprecht is, mitsgaders allen voorcommer ende voorplechten aff te doen, naer Costume vanden lande van Utrecht, Bekennende vande totale Cooppenn ten vollen verneught voldaen ende betaelt te zijn, renunchierende dienvolgende sij Compten van alle actie recht ende toeseggens als sij daer aen hadden, mitsgaders van alle oude brieven ende bescheijden als daer aff roerende ende spreeckende zijn alles ten behoeve voorsz Sonder arch etc. Present Adriaen van Ossenberch Schout Herman van Holten ende Gerrit Tijmensz Schepenen Mij present Adriaen Smits.

Compareerden voorden Gerechte van Doorn Elis Jansz timmerman woonende tot Doorn ende Jacob Jansz Haerman woonende tot Derthuysen, Ende verclaerden haer beyde te samen ende elcx een voor al als principael (onder renunciatie vande Exceptie van Ordere van Executie ende Divisie, den effecte vandien hun beduyt zijnde) te Constitueren voor Hendrick Jansz Westenengh wonende in Doorn voornt op het Domproostdije goet, daer hij tegenwoordich (het gepoot ende getimmer hem Westenengh toebehoorende) sijn huijs op js reparende ende timmerende (dat wel vier a vijff hondert gulden hem sal kosten) voor het jaer Landtpacht dat hij Westenengh aenden heere Domproost verschuldicht is, Verschenen Petri ad Cathedram laestleden, monterende (volgens huercedulle) ter somme van twee hondert veertich gul[den] vijftien stuyvers, Daervoor verbindende haerluyder Compten persoonen ende goederen, alle de selve submitteren[de] den Ed: Hove t’utrecht, ende allen anderen heeren Hoven rechten ende Gerechten, Aldus gepasseert voor Adriaen van Ossenberch Schout, Pieter Bus ende Jan Gijsbertsz van Spijckhorst Schepenen tot Doorn voornt Opden 19e Junij 1687 Mij present Adriaen Smits.

Openrechtdagh gehouden Opden 12e September 1692 te Doorn Present den Schout, ende ’t volle Gerecht Hendrick Sluyters eijr ende Elis Jansz timmerman gede Hij tot betalinge van sijn arbeytsloon bijden gede verdient met timmeren als anders den tijt van weecken ter somme van ses gul[den] v[er]soeckende Condempnatie Cum expensis De gede present seyde den Eijscher hem niet en hadde gedient volgens de tijt die hij hem gede hadde aengenomen Partijen accoort. Open rechtdagh gehouden opden xje Septemb. 1693 te Doorn present den Schout ende ’t volle Gerecht Adriaen van Ossenberch Schout tot Doorn eijr ende Elis Jansz timmerman gede Hij tot betalinge van 8 st: voor sijn portie tot reparatie vande Dorpsput nu lestmael gedaen, Concludeert tot Condemnatie Cum expensis ofte anders etc Vermits non Comparitie vande gede ’t Gerecht v[er]leent default ende een ander Citatie.

Openrechtdagh gehouden den 30e Julij 1698 te Doorn Present den Schout ende ’t volle Gerecht Jacob Petersz vanden H: Berch ende Hillighie Hendricx echtelieden Eijrs in cas van Jnjurien ende Maria Jans huijsvrouw van Cornelis Hendricksz op de Kleijne Wijngaert gede int selve cas Den Eijr seijde dat de gede sijn dochter in dese maend Julij hadde geseijt off v[er]weten dat Maria Stevensz tegen haer geseijt hadde dat haer moeder van[den] huijsvrouw van Elis Jansz Timmerman alhier gestolen off genomen soude hebben een paer fijne witte linne lakens ende alsoo ’t selve sijn sware jnjurien die voor een eerlijcke vrouwe niet en sijn te lijden soo Concludeerd den Eijr dat de gede bij Sent[ent]ie van desen Ed: Gerechte sal worden gecondemneert de voorsz jnjurien te revoceren en wederroepen van op de huijsvrouw vanden Eijr niet anders weet te seggen als alle eer en deucht cum expns De gede present v[er]sochte copije en dagh ten naesten T Gerecht geeft en consenteert.

In het register van het Oudschildgeld (grondbelasting) uit Maarn over de jaren 1696 en 1716 is vermeld dat Elis Jansen te Doorn eigenaar is van diverse stukken grond: omtrent 3 morgen (OS fol. 49, nr. 2), onbekende grootte (OS fol. 50, nr. 11) en omtrent 6 morgen (OS fol. 52, nr. 20). Hij heeft alle drie stukken land in bruikleen gegeven aan Hendrik Claassen Venendaal. In het uitzettingsoverzicht familiegeld (ingesteld door de Staten van Utrecht ten behoeve van de financiering van de vele oorlogen en conflicten in die tijd) over de jaren 1698-1703 is opgenomen ‘Elis Jansz, brouwerije, te betalen heffing gedurende die jaren minimaal 6 guldens 18 stuivers en maximaal 9 guldens 8 stuivers’.

Op date ende conditien nabeschreven heeft de Wel Ed: geb Heer Dubslaff van Eicksted &c. qq v[er]huert aen Elis Jansz, die oock bekent in hure aen te nemen Eerstelijck de Geer groot ontrent een mergen naest de Coterwegh gelegen, Item het land dat Jan Corns van Maren inden voorl Jare xvijc gebruijckt heeft, ende tegenwoordigh onbebout leijt aen bijden sijden vande Coterwegh, soo groot ende cleijn alse t selve aldaer gelegen leijt, mitsgaders de schaepsweijde vant land daer Jegenw: Jan Corns van Maren den rogge op heeft leggen aende Coterw: alles partijen bekendt, (welv[er]staende dat hier onder niet en is begrepen het land behoren[de]aende hofstede die Jacob Jansz voor desen gecompeteert heeft) ingaende met ’t teijckenen deses, en expirerende met petrij xvijc twee, ende dat voor de somme van veertigh gulden eens gelts, sulx dat den huerder met gene ongelden te doen en heeft, soo reeel als personeel, de huerpenn te betaelen veertien dagen voor victoris deses Jaers xvijc een, welv[er]staende dat de huerder dit voorss land heeft gehuert om met schapen ofte koeijen te beweijden den huerder en sal oock aen sijn pachtpenn niet v[er]mogen te corten het gene hij pretendeert voor dese aen het huijs te Doorn v[er]diendt te hebben, verbindende tot voldoeninge vant gene voorss staet mijn p[er]soon ende goederen deselve onderwerpende de Ed: Hove t’utregt ende alle anderen regteren, v[er]soeckende int gene voorss staet bij desen Ed. geregte te worden gecondt t welck geschiet is bij Adriaen van ossenberch schout, Jan van Spijckhorst, ende Jacob Petersz schepenen tot Doorn opden 26e Maij 1701 Adri: van Ossenberch Jan van Spijckhorst Dit merk + is gestelt bij Jacob Petersz Mij present J:V:Dam 1701.

Op 18 april 1716 legt Elis Jansz, timmerman te Doorn, voor de notaris D. Houtman te Utrecht een verklaring af om roerende goederen die eigendom zijn van Catharina Anthonis van Dijck, schoondochter, weduwe van Jacob Elisz van Doorn, in leven timmerman te Doorn. Voor het gerecht van Doorn getuigt Elis Jansz hierover, als weduwenaar en boedelharder van Elisabet Jans, sijn huijsvrouw zaliger, ‘dat al voor ontrent acht jaren geleden bij het trouwen van sijn soon Jacob Elisz zaliger met Catharina Antonis van Dijck aendenselven sijnen soon tot huwelijx goedt en ten reguarde van moeders goedt dewelcke den voornoemde Jacob Elisz wegens sijns comparants overleden huijsvrouw van hem te pretenderen hadde in volcomen eijgendom heeft overgegeven gelijk dan oock den voornoemde Jacob Elisz en Catharina Anthonis van Dijck gewesene echtelieden vervolgens in eijgendom hebben geaccepteert en aengenomen de roerende geoderen bij deselve acte geprecisiceert ter somme van twee hondert seven en seventigh gulden tien stuijvers waer bij hij Compnt nogh in gelde belooft heeft de somme van twee en twintigh gul[den] tien stuijvers makende te samen de somme van drie hondert gulden tot Egalisatie van gelijke somme als hij Compnt aen sijn andere uijtgetrouwde kinderen soo voor moeders goedt als houwelijx goedt belooft en betaeld heeft Dat hij Compnt naderhandt bij ’t examineren vandeselve acte bevonden heeft daer in alsoo geschreven te staen dat die penningen sijn overleden soon voornt waren toegereeckent voor Huwelijx goedt, en oock voor moeders goedt tot Egalisatie van gelijke soe als hij Compnt aen sijn andere uijtgetrouwde kinderen soo voor moeders goe als huwelijx goedt belooft en betaeldt heeft, daer sijn Compnts intentie en meninge niet anders is geweest als dat de voorsz soe sijn voorn[oemde] soon sijn aengereeckent alleen voor huwel[ijcks] goedt en niet voor moeders goedt tot egalisatie van gelijke soe als hij Compnt aen sijn andere uijtgetroude kinderen ten huwel[ijck] belooft en betaelt hadde gelijk hij den Compnt alsnogh v[er]claerde sijn volcomen intentie en meninge alsoo te wesen, Compareerde mede Hendrik Elisz voor sijn selven, Hendrick Claesz Venendael als getrouwt hebben[de] Maegjen Elis, Jan Gerritsz Haerman als man en voogt van Jannigjen Elis, Aelten Hendrix wed en Boeldelharster van Johannis Elisz en v[er]volgens moeder, en mombersz over hare onmundige kinderen in echte v[er]wect bij voorn[oemde] haer man zar Jan Jansz van Doorn als in huwelijck hebbende Willempje Elis, mitsgrs Harmen Jansz van Dijck als getrouwt hebbende Henderijntjen Elis te samen indier qe mede kinderen en erfgen[amen] vande voorgemelde Elisabet Jansz ende Beloofden de voorsz acte vanden 18e April 1716 in voegen hier voren naerder v[er]claert nae te comen sonder in rechten of daer buijten iets tegen te doen ’t sij Jegens den je Compnt, of de wed van den voorn[oemde] Jacob Elisz. Aldus gepasst voorde Hr Gerard Cocq schout, Gerrit Teunisz, en Rijck Gerritsz Haerman schepenen tot Doorn op den 12e Junij 1717‘ .

Op 1 juli 1717 verklaart Elis Jansz Timmerman, wede en Boedelharder van Elisabet Jans sijn Huijsvrouw Zaliger , gesondt van Lichaem, sijn kennis, v[er]standt, en memorie wel machtigh, met ons gaende en staende, overdenckende de seeckerheijt des doots, ende de onseeckere ure vandien, willende deselve prevenieren met dese sijne dispositie over sijn tijdelijke goederen, soo verclaerden den Compnt uijt krachte van Octroij hem bij den Ed: Hove van Utrecht verleendt, van dato den 19e Junij 1717 des noens ten ses uren voor eerst te prelegateren aende kinderen van Jacob Elisz sijn Testateurs overleden soon in Echte v[er]wect bij Catharina Anthonis van Dijck alsmede te legateren aendeselve wed de vrije inwoninge die sijn voorn[oemde] soon, en desselfs wed gehadt hebben in sijns Compnts huijsinge, ende dat tot petrij 1717 incluijs en vorder ’t gene sij voorhenen genoten mochten hebben gelijck de kinderen van sijn voornoemde soon sar bij form van prelegaet ook sullen genieten sijn Testateurs twee silvere lepels, met een paer silvere knopen die hij in sijn Broeck draegt, prelegaterende verders aen sijn andere samentlijke kinderen en kints kinderen ’t gene sij, en de kints kinderen haer ouders in tijt en wijlen van hem Compnt en sij vrouw zar genoten mochten hebben ’t sij van geleend geldt, huer, of wat het oock soude mogen wesen, dat op sijnen Jnventrs of Boedelcedulle niet bekent staet uijt gesondert de acte bij den Compnt voor desen geregte gepasst de 12e junij voorleden verclarende vordr tot sijne eenige, en universele erfgenamen te Jnstitueren sijne kinderen en kints kinderen met namen, Maegjen, en Jannigjen Elis, ieder voor een staeck,mitsgrs de kinderen van Johannes Elisz samen voor een staeck, Willempjen en Hendrick Elisz ider voor een staeck, de kinderen van Jacob Elisz voornt insgelijx voor een staeck, en eijndelijck Henderijntjen Elis van gelijken voor een staek en of het mocht gebeuren dat eenigh van sijn Testateurs kinderen dese sijne uijtterste wille niet goedewilliglijck en gehoorsaemde soo v[er]claerde hij Compnt sijn expresse begeerte te sijn dat sodanigen Opposant, of opposanten met der daet v[er]beuren sal sijn of haer geregte erfdeel, ende het selve sal v[er]sterven op den genen die dese sijn uijterste wl goedwilliglijck sal gehoorsamen die daerjnne in sulcken gevalle word gesubst willende ende begerende den Compnt dat dese nae sijn overlijden plaets grijpen en effect sorteren sal soo uijt krachte vanden Octroije als andersints, ’t sij als Testament, Codicil, of andere uijterste wille soo ’t selve best sal mogen bestaen al waren alle nodige solemniteijiten hier inne nodigh, niet genoegh geobserveert die den Compnt houdt voor geinsereert, Aldus gepasst voor den Hr Gerard Cocq schout reijer van Dijck, en Corns Willemsz schepenen op den je Julij 1717.

Memorie voor Schout en Geregte van Doorn Dat ik ondersz Exploicteur van[den] Ed: Mog: Heeren Staten s’Lands van Utregt in kragte van twee distincte appnten van authorisatie en permisse vanhooghglte haar Ed: Mog: Ordrs Gedepden in datis den 7e Maij en 15 Junij 1728 geobt bij Gerard Cocq Schout en Gadermr van Doorn, bij desen onder Schout en Geregten voornt in s Heeren en Justitien handen stelle sekere huijsinge cum annexis, competerende de Erven van Elis Jansz over geleverdens, omme daar aan te verhalen een somme van f 30-12-8 ter sake vant huijsgeld over de jaren 1721. 1722. 1723. 1724. en 1725. Met interdictie van over geen transport, alienatie, ofte beswaernisse van dien te staan, directelijk ofte indirectelijck op poene van nullité en sekere grote poene jegens de Heeren van[den] Lande te verbeuren, alsoo ik ondersz verklaren mijn executie daar aan te hebben gedirigeert, en dat op Sondag eerstkomende inde kerck van Doorn daar op sal worden gedaen het je en laetste kerkgebod Act[um] den 27 Junij 1728.

Op 6 april 1729 vindt liquidatie plaats van de boedel van Elis Jansen, grootvader der onmondigen en schoonvader van Catharina Teunisse van Dijck. Aanwezig zijn Arnoldus van Gijtenbeek, schout van Maren en Maersbergen, executeur testamentair en voogd, de onmondige kinderen van Jacob Elisse en Catharina Teunisse van Dijk, en Roelof Tijmense, stiefvader en gehuwd met Catharina Teunisse van Dijk. Op 6 mei 1730 staat Anthonij Lambertse, wonende in de Lageweijde te Woudenbergh, borg voor de onmondige kinderen van Jacob Elisse en Catharina Teunisse van Dijk, ingevolge het testament van Elis Jansse, grootvader van de onmondigen, inzake voldoening van de erfportie. Een van de onmondigen, Lijsbeth Jacobse, is overleden. Op 12 mei 1731 tekent Teunis Jacobse van Dijk, zoon van Jacob Elisse en Catharina Teunisse van Dijk, voor ontvangst van zijn erfportie. Op 16 december 1732 tekent Elis Jacobse van Dijck, zoon van Jacob Elise en Catharina Teunisse van Dijck, voor ontvangst van de erfportie van zijn grootvader. Op 29 oktober 1737 doet Hendrik Claassen Veenendaal, echtgenoot van Maagje Elisz, en op 2 november 1737 doen Peter Petersz Vermeulen en Jannichje Jans, weduwe van Henrick Elisz, alsmede de onmondige kinderen van Henrick Elisz en Jannichje Jans, afstand van erfpachtgoed, gelegen in Maarn, nagelaten door Elis Jansz van Landas, aan de ridderschappen van Utrecht (#). Op 18 februari 1741 verleent Nelletje Jacobs, mede erfgename van haar grootouders Elis Janssen van Landaas en Elisabeth Jansz, Arnoldus van Geijtenbeeck ontslag uit de voogdij en executeurschap van het testament van Elis Janssen van Landaas. Nelletje Jacobs is dochter van Aaltjen Hendriks, in leven gehuwd met Roeloff Tijmensz, thans gehuwd met Catharina van Dijk, wonend te Doorn.

 

Uit dit huwelijk:

Maagje Elisz, geboren ca. 1673, overleden > 29 oktober 1737. Ondertrouwd op 15 maart 1704 te Doorn en gehuwd met Hendrik Claassen, zoon van Claas Hendriksz en Cornelia Jans, gedoopt 23 mei 1680 te Veenendaal, overleden > 29 oktober 1737

Willemtie Elissen, gedoopt 18 oktober 1674 te Doorn, overleden 3 juni 1741. Ondertrouwd op 16 december 1702 te Doorn en gehuwd met Jan Jansen van Doorn, landbouwer op Geitenbeek, geboren ca. 1680, overleden 14 september 1767 te Woudenberg

Johannes Elissen van Doorn, gedoopt 1 oktober 1676 te Doorn, overleden 23-30 september 1714 te Doorn. Ondertrouwd 30 april 1701 te Doorn en 1 mei 1701 te Woudenberg met Aeltje Hendricks van de Wetering, dochter van Henrick Aerts van de Wetering en Dirckje Gerrits de Cruijff, geboren ca. 1680, begraven 10 februari 1760 te Woudenberg

Jannigje Elissen, gedoopt 23 maart 1679 te Doorn. Ondertrouwd op 8 januari 1707 te Doorn en gehuwd met Jan Gerritsz Haarman, zoon van Gerrit Jansz Haerman en Aeltje Rijcks, gedoopt 3 juni 1677 te Doorn

Hendrik Elissen

Jacob Elissen, timmerman, geboren 1683 te Doorn, overleden 1714-1716. Gehuwd op 21 november 1706 te Driebergen met Catharina Teunisse van Dijck, dochter van Thonis Jansz van Dijck en Nelligje Harmansse van Beerschoterveld, gedoopt 16 september 1683 te Driebergen, overleden > 18 februari 1741

Hendrikje Elissen, gedoopt 10 januari 1686 te Doorn. Gehuwd op 26 februari 1708 te Driebergen met Harmen Teunisse van Dijck, zoon  van Thonis Jansz van Dijck en Nelligje Harmansse van Beerschoterveld, gedoopt 8 januari 1682 te Driebergen, begraven 23-30 juni 1726 te Doorn. Ondertrouwd op 30 april 1729 te Doorn en gehuwd met Jorden Jansz van Steenbeek, zoon van Jan Cornelisz van Steenbeek en Adriaantje Gosen de Heus, gedoopt 2 oktober 1707 te Doorn, begraven 25 november 1738 te Doorn