Jan Andriesz van Loenen, lakenkoper te Utrecht, zoon van Andries Jansz van Loenen en Trijntgen Thomas, geboren ca. 1580, begraven 29 april 1661 op het Nicolaikerkhof te Utrecht (#)
Ondertrouwd op 23 maart 1606 te Utrecht (#) en gehuwd te Zuilen met
Willemgen Gerrits de Hooch, dochter van (?) Gerrit die Hooch en Agnes Zegers, geboren ca. 1585 te Tiel, begraven 22 september 1656 in de Nicolaikerk te Utrecht (#)
Bron: hetutrechtsarchief.nl
Op 29 september 1632 ontvangt Jan Andriesz van Loenen, laeckencoper te Utrecht, van Lambrecht de Hooch, oudste zoon van Jan de Hooch te Amersfoort, een legaat van f 100-0-0 gemaakt door zijn tante, Jannichgen de Hooch, betaalbaar na overlijden van haar weduwenaar Baltus Jansz Cock te Bommel, die lijftocht heeft. Akte voor schepenen van Bommel en voor schepenen van Deil.
Op 19 augustus 1633 verkrijgt Jan Andriessoon van Loenen, laeckenkoper te Utrecht, van Claesgen de Hooch, wonende te Rotterdam, dochter van Jan de Hooch, een legaat van f 100-0-0 uit de nalatenschap van Jannichen de Hooch, tante, in leven huisvrouw van Baltus Janssoon Cock te Bommel, na uitgekocht en voldaan te zijn. Op 22 augustus 1633 verkrijgt hij die van Aeltgen en Marrichgen de Hooch, wonende te Amersfoort, beide dochters van Jan de Hooch.
Op 8 maart 1636 kopen Jan Andriesz van Loenen, Jacques van Oenama, Johannes van Crack en Gerrit van Sickinga, van de kinderen en mede-erfgenamen van Henrick van Medenblick en mede voor de helft erfgenamen van Cornelia van Medenblick in leven gehuwd met Johan van Cootwijck, de resterende gedeelten, actien, rechten en gerechtigheden in hun 1/5 portie in de venen en gronden, gelegen in Heerenveen in Friesland, in de gieterij van Schoterland en in Opsterland, niet inbegrepen de vulling die verkopers reeds hadden verkocht aan IJsbrant Kempis. In de marge een verklaring van dd 11 maart 1636: Jan Andriesz van Loenen heeft de akte van koop en verkoop gehaald van notaris Gerrit van Waeij om deze te tonen in Friesland en aldaar goedkeuring te krijgen met belofte de akte terug te geven bij de eerstvolgende gelegenheid en de notaris te vrijwaren voor eventuele schade. Op 5 juli 1636 tekent Nicolaes van Crimpen, wonende te Rotterdam, een kwitantie voor de ontvangst van f 85-0-0 van Jan Andriesz van Loenen, mede ten behoeve van zijn broers en zusters, zijnde een deel van de koopsom van venen en gronden, gelegen te Heerenveen in Friesland.
Op 1 maart 1637 sluit Jan Andriesz van Loenen een akkoord met zijn kinderen Gerrit van Loenen, Jan van Loenen, Thomas van Loenen, Roeloff van Loenen, Andries van Loenen, Nellichgen van Loenen en Catharina van Loenen, over voldoening van de erfenis van Jannichgen van Hooch, in leven gehuwd met Baltus Jansz Cock, tante van de kinderen die voor 8/11 deel haar mede-erfgenamen zijn. Ieder kind ontvangt f 150-0-0. Nellichgen van Loenen heeft de akte niet ondertekend. In de marge: kwitantie dd 5-10-1641 voor ontvangst van f 150-0-0 door Thomas Jansz van Loenen en Jan Coenraets van Oosterhout. In de marge: kwitantie dd 4-4-1647 voor ontvangst van f 150-0-0 door Andries van Loenen. In de marge: dd 2-5-1649 voor ontvangst van f 150-0-0 door Roeloff van Loenen.
Op 30 november 1638 tekent Antonis Roeloffsz, gehuwd met Niesken Zegers de Hooch, wonende te Druten in Maes ende Waell, een kwitantie voor ontvangst van f 350-0-0, haar toegekomen bij scheiding van de boedel van Gerrit de Hooch, haar broer, door Jan Andriesz van Loenen, oom en gewezen voogd van comparante. De akte is tevens ontslag uit voogdijschap. Op 9 mei 1641 verleent Cornelis Jansz, wonende te Beuningen in ’t Rijck van Nijmegen, gehuwd met Lijsbeth Segers de Hooch, Jan Andriesz van Loenen, oom, ontslag uit de voogdijschap met kwitantie voor ontvangst van f 350-0-0, de helft van f 700-0-0, nagelaten door Gerrit de Hooch, (schoon)broer, waarvan de andere helft toekomt aan Niesken de Hooch, volle zuster van Elijsabeth de Hooch.
Op 23 januari 1641 ontvangt Jan Andriesz van Loenen, laeckencoper te Utrecht, van Grietgen, dochter van Herman Christiaensz van Lunen, 25 jaar, een rentebrief van f 180-0-0 ten laste van de Staten van Utrecht. Op 22 oktober 1646 ontvangt Jan Andriesz van Loenen, laeckencoper te Utrecht, van de erven van Jeanneken Warocque, in leven gehuwd met Jacques de Wattainé, een rentebrief van f 600-0-0 ten laste van de stad Utrecht, een obligatie van f 250-0-0 ten laste van ontvanger, een obligatie van f 100-0-0 ten laste van Jan de Cruijff en Sara Verstralen en een obligatie van f 100-0-0 ten laste van Jan de Halevin te Leiden. De ontvanger zal het legaat voldoen aan de Waalse Gemeente en resterende schulden betalen.
Op 3 juli 1647 procureren Sander Jansz Crom en Jan Andriesz van Loenen, beide wonende Utrecht, Lambert Loth, pasteijbacker te Utrecht, om twee plechten van constituanten van in totaal f 600-0-0 en een plecht van f 500-0-0 van geconstitueerde, gevestigd op een huis in de Jufferstraat omtrent de Gertrudiskerk, ten laste van Josina Suijrbeeck weduwe van Gerrit Willemsz de Jongh, in leven timmerman, ter executie te stellen en het huis bij decreet te doen verkopen.
Op 20 mei 1656 verkrijgt Jan Andriesz van Loenen 3½ morgen weiland in Tricht in de Nieuwe hoeve. Op 22 juni 1661 gaat het over aan Andries van Loenen bij dode van Jan, zijn vader, na uitkoop van zijn broers en zusters.
Op 26 december 1659 verkoopt Jan Andriesz van Loenen, lakencoper te Utrecht, aan Willem Jonass wonende te Suijlen, de helfte van een camp lants in het gerecht van Westbroek genaamd de Seckcamp, gemeender met weduwe en erven Adriaen Janss van Isselvelt, eigenaars van de andere helft. Op 5 maart 1660 procureert Jan Andriesz van Loenen zijn oudste zoon Gerrit Janz van Loenen om het goed voor het gerecht van Westbroek te transporteren.
Uit dit huwelijk:
1 Annichgen Jans van Loenen, begraven 2 maart 1629 in de Nicolaikerk te Utrecht
2 Nellichgen van Loenen, begraven 10 december 1655 in de Nicolaikerk te Utrecht
3 Gerrit van Loenen, begraven 11 januari 1664 in de Nicolaikerk te Utrecht
5 Catharina van Loenen, geboren ca. 1615, overleden 9 september 1678, begraven in de Nicolaikerk te Utrecht. Gehuwd op 18 augustus 1639 in de Geertekerk te Utrecht met Johan van Oosterhout, zoon van Coendert Claeszen van Oosterhout en Sara Jans van den Bosch, geboren ca. 1615, overleden 9 oktober 1679, begraven in de Nicolaikerk te Utrecht
6 Andries van Loenen, commisaris ter Recherche van Convoijen en Licenten te ’s Hertogenbosch (1667), geboren ca. 1620 te Utrecht, begraven 19 september 1681 te ’s Hertogenbosch. Gehuwd op 16 mei 1647 te ’s Hertogenbosch met Margriet de Ruijter, geboren ca. 1625 te Heusden, begraven 24 augustus 1676 te ’s Hertogenbosch
7 Thomas Jansz van Loenen, luitenant, geboren ca. 1625, overleden > 2 april 1667. Gehuwd op 28 mei 1651 te Groningen met Abele Tjaerda van Starckenborg, geboren ca. 1625, overleden > 2 april 1667
8 Roeloff van Loenen, geboren ca. 1625, begraven 8 oktober 1660 in de Nicolaikerk te Utrecht. Gehuwd op 8 april 1649 in de Buurkerk te Utrecht met Rebecca van Oosterhout, dochter van Coendert Claeszen van Oosterhout en Sara Jans van den Bosch, gedoopt 7 januari 1627 te Utrecht, overleden 26 augustus 1679, begraven in de Buurkerk te Utrecht