Ywaen de Mol van Ledebergen, ridder, leenman van de Hertog van Brabant, heer van Deurne (1456-1470), heer tot Sint Ulriks Capelle, hoogschout van ’s Hertogenbosch (1434-1458), lid van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap, zoon van Iwain de Mol van Ledebergen en Marie van Pede, overleden 1468-1470
Gehuwd met
Geertruid Pieck
Gehuwd < 1445 met
Jutte Pieck, dochter van Gijsbrecht Aerntsz Pieck en Wilhelmina van Heukelom van Acquoij
Bronnen: 1) bhic.nl, 2) deurnewiki.nl, 3) heemerfgoed.nl, 4) web.archive.org
Links het zegel van Ywaen die Moll, ritter, op 29 juni 1462 (Bron: BHIC, Meijerij van ‘s-Hertogenbosch, toegangsnummer 272, inventarisnummer 1255).
Op 24 april 1442 hebben Henric en Jan, zonen van Peter van den Overschot Diric Nagel Jan Vloeman, geloeft als principael sculderen Jan Back tot behoef van Ywaen die Molle, hoeghe, 19 gulden peters.
Op 22 april 1449 verzoekt Ywaen de Mol, schout van Den Bosch, aan de wethouders van de stad en het heemraadschap onder de Harenschendijck om op beloken pasen te Antwerpen te komen.
Ywaen koopt op 24 april 1456 de lage heerlijkheid Deurne en het Oud Huis (later Klein Kasteel genaamd) van Jan van Doerne, waardoor de heerlijkheid voor het eerst niet in handen van het ministeriale geslacht Van Doerne is: ‘Hajdewain de Mol, ridder, die op ten xxiiii-en dach van April xiiii C lvi ontfinc bij coepe tegen Janne van Doerne gedaen, die gerichten metter voechdien van Doerne met allen hueren toebehoirten’. Hij wordt vervolgens ook door de hertog van Brabant beleend met de heerlijkheid, en door de heer van Cranendonck met het Klein Kasteel, waar de heer traditioneel resideert.
In 1458 voert Yweijn die Mol een proces voor de Raad van Brabant in Brussel met Everard van Doerne over de leengoederen in Deurne. Everard doet hiermee een poging op grond van het zogenaamde vernaderrecht bij de verkoop van het Oud Huis en de lage heerlijkheid voorrang te hebben boven een niet-verwant, maar zonder succes. Ywaen laat zijn wapensteen aanbrengen in het (niet meer bestaande) poortgebouw. De zoon uit het tweede huwelijk van zijn vrouw, Jan Taije, verkoopt in 1519 de heerlijkheid Deurne en het Oud Huis aan Everard van Doerne waarmee het leen weer teruggaat in de familie Van Doerne. Rechts een gravure van Hendrik Spilman naar een tekening van het Oud Huis te Deurne van Jan de Beijer uit 1738.
In 1463 vindt overdracht plaats, verleden voor schepenen ‘s-Hertogenbosch, door Yewan die Moll, gezegd van Doernen, ridder, schout ‘s-Hertogenbosch, aan Theodericus van Bruheze, zoon Jan, van de watermolen in Deurne “Hagheijnde” tegen jaarlijkse erfcijns.
In 1466 vindt overdracht plaats, verleden voor schepenen ‘s-Hertogenbosch, door Johan van den Wasberch, zoon wijlen Hendrik van den Wasberch, aan Lambert van Doernen, zoon Christiaan, voor Ywan de Moll, ridder, schout ‘s-Hertogenbosch en heer van Deurne, van land in Deurne “Aan gheen hagheijnde”.
Uit 1468 dateert een losliggend briefje met de notitie “Mentie dat die hoge scouthet van den Bosch Heer Ywaen de Mol heeft noch liggende hier in de camer eene zijne rekening van den verbuerde goeden van wijlen Claes Essels wijf tolner tot Lit …”.
Op 4 maart 1470 gaat de heerlijkheid Deurne naar zijn dochter Josina. In februari 1471 wordt Ywaen opgevolgd als heer en leenman van Cranendonk door zijn dochter Josina.
In 1470–1471 is aangetekend bij de Illustre Lieve Vrouwen Broederschap dat doodschuld is betaald deels tijdens het leven, deels na de dood voor ‘heer Yewaen die Moll ridder hoogscouteth’.
Uit het 2e huwelijk:
1 Josina de Mol van Leetbergen
2 Willemine de Mol van St. Ulriks-Kapel
3 Marie de Mol van te Kameren, overleden (?) 1512. Gehuwd met (?) Jan van Edingen, overleden (?) 12 augustus 1478. Gehuwd met Philippe de Belleforiêre van Rorneries en Condry