Bart Petersz, landbouwer te Maarn, geboren ca. 1590, overleden 1642-1648
Gehuwd met
(?) Teuntje Hendricks, overleden > 5 juli 1648
Bronnen: 1) archiefeemland.nl, 2) oudscherpenzeel.nl, 3) Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen, deel 4 1575-1675. J. Buisman, 2000
Bart pacht in het begin van de jaren ’30 van de 17e eeuw een boerderij op de Eng in Maarn van Evert Lubberts, een burger uit Amersfoort. In 1633 kan Bart de pacht niet betalen, mogelijk door een slechte oogst als gevolg van de vele regen. Hij krijgt uitstel van betaling. Op 3 maart 1635 staat hierover aangetekend in het dorpsgerecht van Leusden: ‘Dat voor ons gecomen is int Gerecht Bart Peters woonende tot Maren, ende bekende voor hem ende zijnen erven deugdelyck schuldich te wesen, ten behoeven van Evert Lubbertsen, borger tot Amersfoort, ende zijnen erven twee jaren Lantpachten, vant Erff ende Goet aldaer gelegen, t welcke hij noch tegenwoordich gebruyckt, Jaerlijcx zeven en tachtentich gulden, verschenen Martini Inden wijnter over den jaeren 1633 ende 1634. Belovende den Comparant, dezelven penningen te betalen, aen twee termijnen telckens den rechten Helfte, t eerst May ende t ander Victoris beyde naestcomende, daer voor verclaerden tot speciael onderpandt alle zijnen schapen, koeyen, peerden ende alle andere zijne mobile goederen met belofte geen van der zelven te sullen veralieneren, vercoopen ofte verbrengen…’. Op 10 januari 1636 is Bart Peters, wonende Maarn twee jaar landpacht schuldig aan Evert Lubbertsen, wonende Amersfoort, van een erf te Maarn dat hij voor 87 gulden per jaar pacht.
In 1642 vervangt zijn zoon Peter hem bij het opstellen van een lijst van weerbare mannen.
Vanaf 1648 is Bart niet langer vermeld als pachter, maar zijn zoon Peter. Op 5 juli 1648 is Teuntje Barten genoemd als belender van de Heetkamp onder Maarn.
Uit dit huwelijk: