Gijsbert Willemsz Pijselman, zoon van Willem Gijsbertsz Pijselman, geboren ca. 1590, overleden 1636-1638
Gehuwd maart 1612 (huwelijkse voorwaarden 1 maart 1612 te Everdingen) met
Elisabeth Gerrits Scheer, dochter van Gerrit Hendricksz Scheer en Willemken Willems, geboren ca. 1590, overleden 1636-1638
Gehuwd april 1605 (huwelijkse voorwaarden 2 april 1605 te Everdingen) met
Willem Roelofsz, zoon van Roelof Willemsz de Vos en Jannichgen Dircks, overleden 1608-1612
Uit dit huwelijk:
1 Anthoenis Willemsz
2 Cornelis Willemsz
Bronnen: 1) hogenda.nl, 2) Everdingen, oud rechterarchief 1603-1627. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 3) Everdingen, oud rechterarchief 1627-1644. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 4) hetutrechtsarchief.nl, 5) razu.nl, 6) NT00061_11. Nadere Toegang op inv. nr. 11 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht
Op 2 april 1605 wordt de huwelijkse voorwaarden opgesteld tussen Willem Roeloffsz en Elizabeth Gerit Hendricksd door tussenspreken van Roeloff Willemsz, de schout Berndt Jansz van Benthum, Roeloff Petersz en Cornelis Roeloffsz secretaris tot Everdingen, vanwege Willem Roeloffsz en Gerit Hendricksz, Cornelis Hendricksz, Willem Aelbertsz, Merten Hendricksz en Anthoenis IJsbrantsz, vanwege Elizabeth Gerit Hendricksd:
- Willem Roeloffsz zal inbrengen 10 hont op Over Zijderveld en nog een werf op Neder Zijderveld, kleren etc.,
- Elizabeth Gerit Hendricksd 2 morgen op Bolgrij in het Land van Culemborg, 2 koeien, en nog een bed,
- Gerit Hendricksz zal zijn dochter een huick ende bruidscleren geven, zoals het een bruid betaamt, etc.
Op 15 februari 1612 magescheid tussen Elijzabeth Gerrit Hendrickszdr weduwe van Willem Roeloffsz met haar gekozen voogd haar broer Hendrick Gerritsz, met hun 2 kinderen, namenlijk Anthoenis en Cornelis Willem Roeloffsz. Door tussenspreken van de grootvader Roeloff Willemsz en Dirck Roeloffsz als oom van de onmondige kinderen, en wel als volgt:
- de moeder zal de kinderen 10 hont geven gelegen op Over Zijderveld, nog 1½ morgen op Neder Zijderveld, gemeen voor met Jouffr Suermonts, nog 50 gl ofte 2 koeien,
- de moeder mag behouden de hofstede ofte werf met huis, berg op Neder Zijderveld, waarin zij nu woont, nog 2 morgen op Bolgrije in 8 morgen, bezijden de hofstede van Gerrit Hendricksz, nog de boedel en vee en schulden, terwijl zij ook de opvoeding van de kinderen moet betalen.
Op 1 maart 1612 worden de huwelijkse voorwaarden opgesteld tussen Gijsbert Willemsz en Elijzabeth Gerrit Hendrickszdr weduwe van Willem Roeloffsz; door tussenspreken van Willem Gijsbertsz, Hubert Willemsz en Weijer Cornelisz, vanwege Gijsbert Willemsz en Hendrick Gerritsz, Peter Gerritsz en Willem Aelbertsz, vanwege Elijzabeth Gerrit Hendrickszdr. Inbreng bruidegom: 600 gl gereed geld. Inbreng bruid: de hofstede ofte werfken met huis en berg op Neder Zijderveld, waarin zij nu woont; nog 2 morgen op Bolgrije in 8 morgen, bezijden de hofstede van Gerrit Hendricksz.
Op 1 augustus 1613 wijzen Roeloff Willemsz x Jannichgen als erfgenamen aan hun kleinkinderen Thoenis Willemsz en Cornelis Willemsz, zijnde kinderen van hun zoon za Willem Roeloffsz.
Op 28 december 1612 Willempgen weduwe Gerrit Hendricksz met hun 8 kinderen, te weten Hendrick Gerritsz en Peter Gerritsz voor hun zelf, Merten Hendricksz x Emmeken Gerritsd, Gijsbert Willemsz x Elijzabeth Gerritsd, Aeffken Gerritsd, Willemtgen Gerritsd en Janneken Gerristd, hebben door tussenspreken van Willem Aelberden magescheid gedaan en wel als volgt:
- Hendrick Gerritsz als oudste zoon heeft gehad 800 gl, etc.
- Merten Hendricksz nom ux: heeft reeds gehad 600 gl, etc.
- Gijsbert Willemsz nom ux heeft reeds gehad 2m op Bolgrij in Jan Botersz land met 2 koeien en een bed,
- Willemptgen Gerrit Hendrickszd 2 morgen in Bolgrij in Jan Botersz land bij Gijsbert Willemsz’ land met 2 koeien en een bed, toen zij huwde,
- Elijzabeth Gerritsd 2 morgen in het zelfde weer gelegen aan de wetering op Bolgrij met 2 koeien en een bed,
- Jannichgen Gerritsd 11 hont plus 50 gl.,
- Aeff Gerritsd 2 morgen op Bolgrij in Feij Boecken land met 2 koeien en een bed,
- Peter Gerritsz 2 morgen op Boeicoop genaamd ‘de Haens camp’, boven Willempken Gerritsz en beneden Elijzabeth Hubert Hermensz weduwe,
- De weduwe huis, hof en berg met 4 morgen, nog 4 morgen op Boeicoop in het land van Leerdam, nog 1 morgen op Bolgrij, boven de erfgenamen van Geerloff Jansz en beneden Willem Roeloffsz, nog 1½ morgen op Bolgrij aan de wetering, nog 6m op Bolgrije waarin de volgelkoij ligt, nog vee en inboedel.
Op 9 juli 1621 Peter Gerritsz Scheer, Meerten Henricksz x Anneken Gerritsd Scheer (wettig geboorte), Ghijsbert Willemsz Pijselman x Elisabeth Gerritsd (wettig geboorte), Claes Jansz x Elisabeth Gerritsd, Jan Roeloffsz de Vos x Aeffken Gerritsd (wettig geboorte), Willem Fredericksz x Willemken Gerritsd (wettig geboorte) en Jacob Reijersz X Janneken Gerritsd (wettig geboorte), consenteren dat hun broer en zwager Henrick Gerritsz Scheer na het overlijden van hun moeder en schoonmoeder Willemken Gerritsd, vooruit de boedel genieten zal 425 gl en dat voor de leengoederen achtergelaten door hun vader resp schoonvader en wat hun moeder resp schoomnoeder nog zou mogen achterlaten, zo gelegen op Over Boeicoop en op Lang Bolgrij, etc. Henrick Gerritsz Scheer mag zijn voorkeur tonen bij de vererfenis van het huis en berg, waar nu hun moeder resp schoonmoeder in woont.
Op 29 mei 1624 verklaart Ghijsbert Willemsz Pijselman schuldig te zijn aan Janneken Jan Baersd een erflosrente groot 9 gl 7 st 8 penn jaarlijks, te nemen uit zijn huis en hofstede op Neder Zijderveld, groot 2 morgen, strekkende van de keelspit van Bolgrij tot de ½e dwarssloot van Jouffr Zuermonts.
Op 28 januari 1625 lijftochten Henrick Jansz van Schaijck moutmaker en borger Utrecht x Elijsabeth Willemsdr elkaar en testeren; vrij uit de lijftocht blijven 2100,- uit het goed van Elijsabeth vrsz, na haar dood te komen op Cornelis Willemsz Pijsel, Willem Cornelisz te Cothen, Maria Willemsdr huisvrouw van Steven Bastiaensz, Gijsbert Willemsz, Wijer Cornelisz en Jannichgen Willemsdr huisvrouw van Jacob Cornelisz elk 300,- en nog het jegenwoordige kint van Annichge Willemsdr ook 300,-. Haar erfgenamen al haar broers en zusters zowel van hele als van halven bedde. Van Schaijck’s erfgenamen zijn vader Jan Adriaensz van Schaijck oft zijn zusters en broers. Naast: wederroepen 9 april 1632 bij mij notaris; cf Houten januari 1619!
Op 18 april 1634 verklaren Ed Andries Jansz schout, Cornelis Aertsz de Keijser, Jan Cornelisz Stavast en Gijsbert Willemsz Pijselman, heemraden van Everdingen en Zijderveld, schuldig te zijn aan Jan Reijersz Sterck den Ouden en Aefken Reijers Sterck, een erflosrente groot jaarlijks 25 gl (hoofdsom 400 gl). Kantlijn 22-6-1663: Stijntie Jans als een medeerfgename van haar oom Jan Reijersz Sterck verklaart voldaan te zijn op 14 april 1663.
Op 27 mei 1636 Hendrick Gerritsz Scheer voor zich zelf en procuratie hebbende van Hendrick Maertensz (26 mei 1636), Peter Gerritsz Scheer voor zich zelf, Gijsbert Willemsz x Lijsken Gerritsz Scheer (wettig geboorte), Lijsken Gerrits Scheer weduwe van Claes Jansz voor haar zelf, Aefken Gerrits Scheer weduwe van Jan Roelofsz de Vos, Tonis Gijsbertsz x Willemkem Gerrits Scheer (wettig geboorte), Willem en zijn broer Bauwen Maertensz voor hun zelf en vervangende, neffens voornoemde Henrick Gerritsz in voornoemde qualiteit voor hun broer en suster, neven en nichten Cornelis en Jantgen Maertens; en Jacob Reijersz x Jantgen Gerrits Scheer, voor hem zelf en voor hun kinderen Reijer en Steijntgen Jacobs, alle erfgenamen van Gerrit Gerritsz Scheer x Willemken Willems zaliger. Deling als volgt:
- Hendrick Gerritsz Scheer 2 morgen op Bolgrij aan de kade zijnde leengoed, strekkende van de Authenaese wetering tot de dwarssloot van de weduwe en kinderen van Jan Roelofsz de Vos, boven Henrick Jansz en beneden de weduwe en kinderen van Gerrit Jaspersz, en neemt voorts in lotinge aan huis, hofstad, schuur en berg met 4 morgen daarbij behorend, gelegen op Bolgrij, boven Aefken Gerrits en de erfgenamen van Cornelis Heijmensz,
- Peter Gerritsz Scheer 2 morgen op Bolgrij, strekkende van de dwarssloot van de weduwe en kinderen van Jan Roelofsz zaliger tot de dwarssloot die tussen hem en voornoemde weduwe gemaakt zal worden,
- Gijsbert Willemsz Pijselman 2 morgen op Boeicop zijnde leengoed, boven en beneden de kinderen van Cornelis Heijmensz,
- Lijsken Gerrits Scheer weduwe van Claes Jansz 2 morgen leengoed op Over Boeicoop, boven de ‘Speldenmaekers camp’ en beneden de ‘Haenscamp’,
- Aefken Gerritsz 3 morgen op Bolgrij, boven zij zelf en beneden Hendrick Gerritsz Sscheer,
- de kinderen van Maerten Henricksz 2 morgen op Boeicoop zijnde leengoed genaamd ‘de Haenscamp’,
- Tonis Gijsbertsz bekent reeds genoten te hebben.
Verder moet er nog wat geld rondgeschoven worden.
Op 15 februari 1638 compareren te Cothen Geertruijt Gijsbertsdr Pijserman x Briening Jansz, Cornelis Willemsz Pijserman als oom van vaderszijde en Henrick Gerritsz Scheer oom van moederszijde van de kinderen van Gijsbert Willemsz Pijserman x Elijsabeth Gerritsdr Scheer nl. Gerrit Gijsbertsz Pijserman 21 jaar, Willemgen Gijsberts Pijserman 24 jaar, Cornelis Gijsbertsz Pijserman 19 jr en Janneken Gijsbertsdr Pijserman 14 jr oud.
Op 26 maart 1638 compareren Brienen Jansz x Geertruijt Gijsberts en Cornelis Willemsz Pijselman, als oom en bloedvoogd van vaderszijde en Henrick Gerritsz Scheer als oom en bloedvoogd van moederszijde van de kinderen van Gijsbert Willemsz Pijselman x Elisabeth Gerrits, te weten Gerrit Gijsbertsz oud 21 jaar, Willemken Gijsberts oud 24 jaar, Cornelis Gijsbertsz oud 19 jaar en Janneken Gijsberts oud 14 jaar. Deling v/d nagelaten goederen van hun za vader en moeder en wel als volg:
- Geertruijt Gijsberts 10 hont op Over Zijderveld,
- Gerrit Gijsbertsz 2 morgen op Bolgrij,
- Cornelis Gijsbertsz 2 morgen leengoed in het land van Leerdam,
- Willemken en Janneken Gijsberts 2 morgen met huis en bepotinge op Neder Zijderveld; nog 1½ morgen in het zelfde weer gemeen in 4½ morgen.
Op 29 maart 1642 herroept Nijesghen Gheerrijts Pijselmansdochter, weduwe van Cornelis Adriaensz Verkerck, het testament van 27 november 1634, behalve de voogdijstelling daarin gedaan in geval haar kinderen zonder kinderen na te laten overlijden. Toewijzing legaten aan Cornelis Willemsz Pijselman te Werkhoven, oom, de kinderen van Ghijsbert Willemsz Pijselman, oom, gewoond hebbende te Zijderveld, de zoon van Steven Sebastiaensz, in leven rademaker te Culemborg, Annichgen Willems Pijselman, gehuwd met Jacob Cornelisz, kuijper te Utrecht, tante, en benoeming tot haar enige erfgenamen de kinderen van Willem Pijselman, oom, in leven wonende te Cothen, de dochter van Wijer Cornelisz Pijselman, oom, in leven wonende te Heijcop Overleck.
Uit dit huwelijk:
3 Gerrit Gijsbertsz, geboren 1616-1617, overleden > 21 januari 1664. Gehuwd met Pietertje Jans
4 Cornelis Gijsbertsz, geboren 1618-1619, overleden 1661-1667. Ondertrouwd 3 september 1643 te Zijderveld met Theuntje Gerrits, geboren te Hei- en Boeikop
5 Janneken Gijsberts, geboren 1623-1624, overleden > 11 mei 1654