Jan Roelofsz, zoon van Roelof NN, geboren ca. 1550, overleden 1621-1629
Gehuwd met
Anna Peters, dochter van Peter Henricksz en Marij Dircxs, geboren ca. 1548, overleden 1629-1632
Bronnen: 1) hogenda.nl, 2) Everdingen, oud rechterarchief 1603-1627. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 3) Everdingen, oud rechterarchief 1627-1644. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 4) Everdingen, oud rechterarchief 1633-1727. B. de Keijzer, 5) Leerdam, oud-rechterlijk archief 1572-1589. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 6) Leerdam, oud-rechterlijk archief 1590-1602. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 7) Leerdam, oud-rechterlijk archief 1602-1610. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 8) Leerdam, oud-rechterlijk archief 1614-1618. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer
Op 24 januari 1572 belooft Jan Roeloffsz Mari Peter Hendricxsz 12 kgl/sjaers te nemen uit 2 morgen op Over Heicoop, strekkende van de Hubertse wetering tot de halve middelwetering.
Op 12 februari 1572 Aerdt Cruijff Aertsz, als voogd van zijn zoons kinderen, en Aen Fransz Aertsz weduwe en sijn overbodich van de weeskinderen wegen ende oock die weduwe voor haar selven te … alle alsulcke seggen als Cornelis Tomasz vanwege Jan Roeloffsz en Meijert Reijersz van Aerdt Frans Aertsz gecomen (?) en bij faulte van refuis so protesteerde sij van alle schade en interesse en sijn van meningh die selve aen haer te verhaelen. Op dito Jan Roeloffsz en presenteert Aert Cruijff Aertsz als voogd sijn soons weeskinderen Frans, en nog aan Frans sijn weduwe te voldoen alsulcke penningen als sij aan hem tenachter sijn volgens coopcedule tussen haerluijden gemaackt.
Op 20 februari 1572 verklaren Aert Aertsz Cruijff als bestevader en natuurlijke voogd sijns soons Frans Aertsz za kinderen en Aen Fransz weduwe met haar broer Jan van Delft als haar gecozen voogd verklaren betaald te zijn door Jan Roeloffsz voor de coop van lant.
Tussen 20-25 maart 1576 doen Adriaen Petersz en Jan Roeloffsz als erfgenamen van Marij Peter Henricxsz za gerechtelijk toeslaan Joost Ottensz als voogd van zijn halve zusters kind tot Asperen om te delen alles wat de voornoemde Marij Peter Henricxsz achtergelaten heeft.
Op 26 mei 1585 Jan Roeloffss x Anna Peeter Henricxdr, te eenre en Peeter Henricxs, te andere; tesamen erfgenamen van Marij Dircxs za die Anna Peeters moeder en Peeter Henricxs zijn bestemoeder was; deling. Op dito transporteert Jan Roeloffss aan Peeter Henricxs een rentebrief groot 50 car gul te nemen uit 2 morgen op Over Heicoop. Peeter Henricxs verklaart betaald te zijn door Jan Roeloffss van al de penningen door schepenen van hem in beslag genomen ten behoeve van Meerten Willemss die dit geld weer schuldig was aan Cornelis Janss en die door Arien Peeterss gerechtelijk zijn gewonnen van Jan Roeloffss.
Op 20 april 1586 verklaren Herman Arienss, Willem Roeloffss en Jan Roeloffss, tesamen wonende in Over Heicoop, en Govert Ockerss, wonende in Heicoop, als geloofwaardige mannen dat op 16 april 1586 getesteerd heeft Fijke Meijert Reijerss weduwe.
Op 15 februari 1590 (rechtdag te Leerdam) een questie tussen Cornelis Roelofss als eiser en Jan Roelofss en zijn huisvrouw als gedaagden over een pachtbrief uit de gemene boedel gelicht.
Op 29 oktober 1590 Jan Claesz als gemachtigde van Joost Ottensz als bloedvoogd van Teuntge Dircxsd vervolgt Jan Roelofsz vanwege landpacht.
Op 30 november 1591 Marike Willemsd x Hendrik Jansz de Vlieger za met haar gekozen voogd Herman Bastiaensz, te eenre en Cornelis Aertsz de Feijter en Jan Roelofsz als omen en bloedvoogden van de nagelaten kinderen van eerst genoemd echtpaar met name Jan Henricxsz, Willem Henricxsz, Willemke Henricxd, Jan Henricsz de Jonghe, Huijbertien en Henricxke Henricxdrs, tesamen erfgenamen en kinderen van hun voornoemde vader za, te andere. Vertichting van de gemeenschappelijke goederen van de voornoemde ouders. Ook op 20 december 1598 en 9 november 1599 treden Cornelis Aertsz de Feijter en Jan Roelofsz op als voogden van genoemde kinderen.
Op 30 januari 1592 Jan Roelofsz oud ca 42 jaar x Anne Peetersd oud ca 44 jaar verklaren op verzoek van Jan Claesz als gemachtigde van Joost Ottensz als voogd van Theuntgen Dircxsd, zijnde het nagelaten weeskind van Dirck Peetersz, dat zij weten dat tijdens de troebelen dat de Spanjaarden te Leerdam lagen, Mr Jan van Voorn griffier van de Leenen van Leerdam gecocht heeft gehadt van de voornoemde Joost Ottensz en Arien Peetersz beiden voogden van voorn Theuntgen Dircxsd een koe gecocht hebben voor de som van 18 gulden toebehorende voorn weeskind.
Op 20 juli 1593 kopen de volgende personen kopen “het Schoonhuis” ten behoeve van de Oranjes: Willem Aelbertsz, Henrick Huijbertsz, Jan Roelofsz, Coen Reyersz, Claes Jansz op ’t Hoogeindt, Jan Adriaensz, Ghijsbert Cornelisz, Adriaen Thomasz, Daem Claesz, Huijbert Adriaensz, Willem Joosten, Jan Bastiaensz, Cornelis Aertsz de Feijter, Aert Cornelisz, Merten Willemsz, Hermen Adriaensz, Theunis Adriaensz, Theunis Mertensz, Lambert Stevensz, Rijck Jansz, Roelof Cornelisz, Peter Stevensz, Henrick Roelofsz, Adriaen Calff, Cornelis Aelbertsz, Cornelis Dircxsz, Herberen Floren, Jan Claesz van Heuckelum, Teunis Teunisz, Wessel Cornelisz, Thomas Lucas (??), Willem Roelofsen, Jan Petersz, Cornelis Aertsz de Brenck, Henrick van Veen Berntsz, Jan Walighsz, Claes Willemsz Deventer, Ghijs Huijgen, Frans Theunisz, Adriaen Willemsz, Baert Cornelisz, Dirck Petersz Sterck, Jan Lenerde, Adriaan Jansz, Reijer Meijersz, Jan Gerritsz soldaat, Jacob Petersz, Willem Jansz, Jan Willemsz en Adriaen Jan Dircxsz. Zij waren oude en nieuwe magistraten, dijkheemraden, gesworenen, geërfden en inwoners.
Op 8 juni 1600 en 18 juni 1601 treden Gerrit Gerritsz Creijt en Jan Roelofsz op als voogden van nagelaten kinderen van Hendrick Jansz de Vlieger en Marike Willems.
Op 13 maart 1604 transporteert Casper Thomasz, indertijd pothmeijster van de armen binnen Culemborg, op bevel van het gerecht van Culemborg, aan Jan Roeloffsz een rentebrief van 6 gl jaarlijks, sprekende op hofstad, huis en land, etc.
Op 5 december 1604 verklaren Gerrit Gerritsz Creijt geassisteerd met Anna Petersdr x Jan Roelofsz als voogden van de nagelaten weeskinderen van Henrick Jansz de Vlieger za x Marike Willemsdr, met name Willemke, Jan, Huibert en Henrixske Henrixdr schuldig te zijn aan Wouter Haegen Adriaensz won Laag Middelcoop 21 kg sjaars.
Op 16 april 1610 insinueert Jan Roelofsz, wonende op Sijdervelt, gerechtelijk Theunis Mertensz, wonende in Boeicoop, en Cornelis Cornelisz, wonende te Lexmond, dat zij “breecken” 8 morgen op Over Heicoop die zij gehuurd hebben van Willem Neck met consent van de schout te Noordeloos en Adriaen Nijesz als voogden van de weeskinderen van Dirck Theunisz za en zo niet dan zal Jan Roelofsz als kopers van dit land, etc.
Op 22 maart 1614 verklaren Frans Adriaensen Cool, burgemeester, en Cornelis Jansen, secretaris van Leerdam, dat op 19 maart 1614 Willem Jansen Mol geassisteerd door zijn broer Dierck Jansen Mol, te eenre en Geerit Geeritsen Kreijt vanwege zijn moeder Leijske Kreijt als voogdesse van de nagelaten weeskinderen van Henrick Jansen de Vlieger za X Maericken Willemsdr za, te andere, geassisteerd met Geerit Cornelissen, hem sterk makende voor Anna Peetersd x Jan Roeloffsen als voogd, als arbiters ofte dedingsluijden met voornoemde partijen geweest zijn ten huize van de voornoemde secretaris. Deling. Voornoemde Willem Mol had nog 2 onmondige kinderen.
Op 21 augustus 1618 testeert Roeloff Roeloffsz (ziek) testeert. Hij bevestigt het testament gemaakt met zijn tegenwoordige huisvrouw voor de bank alhier dd 2 mei 1607. Erfgenamen zijn de kerk tot Zijderveld 100 gl uit te reiken na overlijden van zijn huisvrouw Aenken Jansd, zijn ½e broer Frans Roeloffsz 1.000 gulden of na diens dood diens kinderen of kleinkinderen, Woutertgen Reijers, die tegenwoordig bij testateur woont, 200 gulden, zijn knecht Evert Reijersz 100 gulden, Elisabeth Ghijsbertsd 5 gulden, zijn broer Jan Roeloffsz zijn kleren.
Op 19 mei 1621 lijftochten Jan Roeloffsz x Anna Petersz, wonende op Bolgrij, elkaar in 3 morgen op Bolgrij met huis en berg. Na hun overlijden zullen deze 3 morgen hun oudste dochter Aelken Jansd toekomen, vanwege haar trouwe diensten. Na hun overlijden erven hun oudste en enige zoon Peter Jansz 1/3e, hun jongste dochter Digna Jansd en Marij Petersd dochter van haar oudste zoon Peter Jansz.
Op 27 mei 1621 disponeren Jan Roeloffsz x Anna Jansd (ziek) uit kracht van een octrooi, hun leengoederen. Zij herroepen alle andere testamenten behoudens de stipulering van lijftocht. Verder willen zij dat:
- hun dochter Digna Jansdr krijgt 200 gl, te betalen door hun dochter Aelken Jansd,
- hun zoon Peter Jansz krijgt 2½ morgen leengoed op Boeicoop, genaamd ‘de lange grient’; nog 4 morgen leengoed, liggende naast de voornoemde 2½ morgen, mitsgaders 1/3e part van het huisraat, en dit alles boven wat hij reeds ten huwelijk gehad heeft,
- hun dochter Aelken Jans krijgt 3 morgen op Bolgrije met huis en berg; nog 2 morgen leengoet op Boeijcoop aan de ka; nog 1 morgen leengoet genaamd ‘den L(?)ichaert’ (leenroerig aan het huis van Buuren); nog 5 morgen leengoet op Over Heicoop; nog 2/3e part van de inboedel; nog de hofstede genaamd ‘Jan van Delft hofstede’ groot ca 14 hont; nog 2 morgen genaamd ‘de calvercamp’ op Boeijcoop; nog een hofstedeke op Over Heicoop, etc.
Op 30 oktober 1629 testeert Anna Peters weduwe van Johan Roeloffsz (ziek), van hoge ouderdom. Erfgenamen zijn:
- mijn dochter Aeltken Jans de helft van huis en berg groot 3 morgen, waarin comparante woont. Aeltken Jans moet binnen 1 jaar uitreiken aan de 6 (?) kinderen van mijn zoon Peter Jansz x Maria Willems 25 gl elk,
- Aelken Roeloffd van mijn zalige dochter Digna Jans x Roeloff Jansz 150 gl,
- mijn nicht Maria Peters, die bij mij woont, 100 gl.
Op 12 februari 1630 testeert Aelken Jans. Erfgenamen zijn:
- Willem Petersz en Teunken Peters kinderen van haar broer za Peter Jansz 4 morgen leengoed op Over Boeicoop, strekkende van de keelspit van Over Heicoop tot de middelwetering,
- Teunken Peters nog 2 morgen op Over Heicoop, strekkende van de ½e dwarssloot van de 8 morgen, ‘die tegenwoordich toecoemende zijn de voornoemde comparantes 6 morgen en de andere 2 morgen het dochterke van Roeloff Willemsz genaamd Aelken Roeloffsz’, ‘t eijnde de ½e dwarsslot van Peter Stevensz. Teunken Peters moet binnen 1 jaar uit de voornoemde 2 morgen uitreiken aan haar zuster Ingen Peters 250 gl,
- de comparantes broers zoon Roeloff Petersz 2½ morgen leengoed op Over Boeicoop, genaamd ‘de lange grient’ met schuur en berg, strekkende van de kijlspit van Over Heicoop tot de ½e dwarssloot van een weduwe ofte erfgenamen van Gerrit Berntsz,
- de comparantes broers dochter Marijken Peters 2 morgen leengoed op Over Boeicoop naast de kade, gemeen voor liggende in 4 morgen met de erfgenamen van Jan Peelen; nog 1 morgen op Over Boeicoop genaamd ‘den Kickert’,
- de comparantes broers dochter Zeeleken Peters 6 morgen leengoed op Over Heicoop, waarvan 4 morgen naast de Boeicoper dijk en de andere 2 morgen ‘t eijnde naast de benedenste zijde,
- de comparantes broers jongste dochter Ingen Peters 2 morgen leengoed op Over Boeicoop, strekkende van de ½e dwarssloot van Aelken Roelofsd dochter van za Dingna Jans x Roeloff Willems tot over de Boeicoper kade,
- Aelken Roeloffs dochter van comparantes za zuster Dinga Jans x Roeloff Willemsz 14 hont leengoed op Over Boeicoop genaamd ‘Jan van Delft werff’, strekkende van de keelspit van Over Heicoop tot de ½ dwarssloot van de erfgenamen van Thoenis IJsbrantsz.
Op 26 maart 1632 verklaart Roelof Willemsz voor zich zelf en als voogd van zijn onmondige dochter Aeltgen Roelofsd, in echte verwekt bij Dingna Jansd, voldaan te zijn van de erfenis van comparants schoonvader en schoonmoeder za Jan Roelofsz x za Anna Petersd.
Op 27 november 1633 testeert Aeltgen Jans, wonende op Bolgerij te Zijdervelt, geassisteerd met Isaac de Bruijn secretaris alhier, disponeert over heer heerlijcke goederen volgens octrooi d.d. 30 maart 1632 leenkamer Leerdam, dat Willem Peters en Teuntgen Peters, haar broeders soon ende dochter, hebben sullen na haar overlijden 4 morgen lants sijnde heerlick goet, leenroerig aen de Graeffelijkheijt van Leerdam, gelegen op Overboeijcoop, belend boven de gemene erfgenamen van Thonis Isbrants en beneden de wedu ofte erfgenamen van Gerrit Berntsz. En noch aan Teuntgen Peters seeckere 2 morgen heerlick goets leggende op Overheijcoop, belend boven Joffr. Elisabeth en beneden de erfgenamen van Huich Portius, gemeen in 8 morgen, de andere 6 morgen competeert Aeltgen Roelofsdr., mitsdat Teuntgen Peters aan Ingen Peters 250 gld. moet betalen, Roelof Peters krijgt 2
morgen heerlick goet op Overboeijcoop, belend boven de voorsz. 4 morgen en beneden de erfgenamen van Jan Willemsz., en aen Marijken Peters 2 morgen heerlick goet op Overboeijcoop, gemeen in 4 morgen met de erfgenamen van Jan Peelen, die de andere 2 morgen daervan toecomende sijn, en voorts 1 morgen heerlich goet op Overboeijcoop, genaemt ‘de Kickert’, belend boven de erfgenamen van Tonis Isbrants en beneden de erfgenamen van Jasper Jacobsz, en Zeelchen Peters 6 morgen heerlick goet op Overboeicoop,
daarvan 4 morgen leggende aan de Boeijcopse dijck en de ander 2 morgen aan de benedenste zijde, en Ingen Peters 2 morgen heerlick goet op Overboeicop, belend boven de erfgenamen van Cornelis Heijmans en beneden Jan Gerritsz. c.s., streckende van de dwarssloot van ’t land van Aelken Roelofs, dochter van Digna Jans. En aan Aeltken Roelofs, dochter van zalr. Digna Jans en Roelof Willemsz, 14 hont heerlich goet op Overboeicop genaemt ‘Jan van Delffswerf ofte hofstede’.
Uit dit huwelijk:
1 Aeltgen Jans, overleden > 27 november 1633
3 Digna Jans, overleden 1621-1629. Gehuwd met Roelof Willemsz, overleden 1632-1634