Andries van Sandendael, zoon van Johan Andriesz van Sandendael en Goutgen den Elingh, geboren ca. 1660, begraven 19 februari 1729 in de Lieve Vrouwe Kapel te Amersfoort (#)
Ondertrouwd op 10 juli 1683 en gehuwd op 31 juli 1683 voor het gerecht te Amersfoort (get: broer Hendricus van Sandael en zwager Pieter van Thol, moeder Willemina Camp weduwe Frans Boelhouwer) met
Hendrina Boelhouwer, dochter van Frans Boelhouwer en Willemina Camp, geboren ca. 1660, overleden 1689-1692
Gehuwd op 2 februari 1692 voor het gerecht te Amersfoort (get: oom en behuwde moeije Jan Claesz en Stijntje Gerrits) (#) met
Jacobje Gerrits van Langelaer, dochter van Gerrit Aertsz van Scherpenzeel en Trijntje Dircks van Langelaer, gedoopt 2 januari 1675 in de Zuider Kerk te Amsterdam (#), overleden > 17 december 1729
Bron: archiefeemland.nl
Op 26 november 1683 verkopen Andries van den Dael en zijn vrouw Hendrina Boelhouwer een boomgaard gelegen buiten de Slijkpoort voor 300 gulden à 20 stuivers het stuk aan Aeltje Cornelis, meerderjarige dochter.
Andries van Sandendael en Henrina Boelhouwers stellen op 8 november 1686 hun testament op. Zij vermaken elkaar de lijftocht en vruchtgebruik van hun bezit. Op 27 november 1686 lenen zij van Cornelis Boelhouwer, lakenverkoper, 300 carolus gulden tot 20 stuivers het stuk. Als onderpand dient 2 morgen land met zijn wallen, buiten de Slijkpoort genaamd de Acker. Op 29 april 1692 is de lening ingelost.
Op 25 februari 1687 verkopen Andries van Sandendael en zijn vrouw Hendrina Boelhouwers, burgers, aan Hendrick de Leeuw, zilversmit, en zijn vrouw, een hofje met de bepotingen en beplantingen daarin buiten de Triesgenspoort (St Andriespoort) op de hoek van het steegje tussen de Grote en Kleine Triesgenspoort. Op 22 november 1687 verkopen zij aan Elbert Jansen Schouten, bakker, en zijn vrouw, een huis of tabakschuur in de Lieve Vrouwestraat. Op 2 november 1689 verkopen zij een huis, hof en hofstede in de Stovestraat aan Jacob Jacobssen, doodgraver alhier.
Op 23 april 1692 verkopen Andries van Sandendael en zijn vrouw Jacoba Gerrits, wonende buiten de Arnhemsepoort (Slijkpoort), aan Dirck van Ommeren, zekere kamp land groot twee morgen gelegen aan de Leuserbroeckerweg (Arnhemseweg) buiten de Arnhemsepoort (Slijkpoort). Zij verkopen hem tevens hun behuizing en tabaksschuur bij haar bewoond en gebruikt wordende, staande en gelegen buiten de Arnhemsepoort (Slijkpoort) mitsgaders twee morgen land daarachter gelegen, met zijn eiken heggen en wallen. Op 28 augustus 1724 lenen zij dit huis en tabakschuur aan Cornelis Rijkse van Elst. Op het goed rust dan nog een plecht van 250 gulden door Andries van Dael en Jacoba Gerrits. Op 2 februari 1694 verkoper Andries en Jacobje aan Reijnier Jansen van Oen, meester smith, zeker stukje bouwland groot omtrent een halve morgen, afgegraven van het land, buiten de Arnhemsepoort (Slijkpoort).
Andries van Sandendael treedt op als gemachtigde van Christoffel Bens op 6 november 1715, 16 juni 1716 en 13 juli 1718 voor de afhandeling van de erfenis van Hans Hendrik Bens, voorheen gehuwd geweest met Goutje van Sandendael (dochter van zijn broer Hendrik van Sandendael).
Op 28 maart 1759 benoemen de Juffrouwen Gouda van Toll, geestelijke dochters, en Beatrix van Toll, bejaarde dochter, gezusters en borgeressen, de eerste comparante ziekelijk van lichaam en de twee comparante ook zwakkelijk, tot wettige erfgenamen de langstlevende van haarlieden beijde. Niettemin zal, als de langstlevende zal wezen overleden, te legateren: eerstelijk aan haar nichte Agnes de Faij, bejaarde dochter wonende te Amsterdam, haar zilveren theeketel etc. met comfoor en twee zilveren kandelaars; item aan haar neeft een nichte Andries en Jacoba van Sanderdaal tezamen de somme van 200 gulden en na overlijden van beiden op ’t overlijden van de langstlevende alsdan haar zuster Maria Sanderdeel; item aan haar neef Bart Fennis en nichte Hendrina Fennis, huisvrouw van Coenraad Steenbeek, kinderen van haar neef Frederik Steenbeek, tezamen 200 gulden, item langstlevende etc.; aan haar neef Andries van Heerd, meester schoenmaker gelijke somme van 200 gulden en meede alsdan overleden zijnde aan zijn huijsvrouw Maria Oudendoelen; tevens te legateren aan haar nichte Cornelia van Sandendaal, woonagtig te Nijkerk, jaarlijks de somme van een honderd vijf en twintig gulden te betalen door de weduwe Bartholomeus Ravensberg hetgeen weduwe Ravensberg schuldig is etc; nog zal Jan Hofbergen bruijker van haar hofstede in Asgat bij overleden van de langstlevende, de keuze hebben het gemelde erf met landerijen te kopen voor 700 gulden, vrijgeld voor de erfgename. Verder over de rest: Pieter Sanderdaal voor het eerste derde part, Gouda van Sanderdaal voor het tweede derde part en Henric Sanderdaal, wonende te Utrecht, voor het laatste derde part.
Uit het 1e huwelijk:
1 Joannes van Sandendael, gedoopt 6 november 1684 RK Kromme Elleboog te Amersfoort (get: Beatrix Scheen)
2 Franciscus van Sandendael, gedoopt 29 december 1686 RK Kromme Elleboog te Amersfoort, overleden 1686-1688
3 Franciscus van Sandendael, soldaat in de compagnie van de Hr. Capt. Baron Van den Klooster, gedoopt 23 maart 1688 RK Kromme Elleboog te Amersfoort (get: Ludwijna Kampen). Gehuwd op 26 augustus 1725 te Groenlo met Derkjen Brouwers
Uit het 2e huwelijk:
5 Hendrina Sandendael, geboren ca. 1700, overleden 14 december 1772, begraven in de Geertekerk te Utrecht. Gehuwd op 30 augustus 1723 RK Kromme Elleboog en 31 augustus 1723 voor het gerecht te Amersfoort (get: vader Andries van Sandendaal) met Frans Laurentsen van Heerden, geboren ca. 1700 te Heerde, overleden 23 december 1756, begraven in de Geertekerk te Utrecht
6 Pieter van Sandendael, geboren ca. 1705, overleden 11 maart 1774 te Amersfoort. Ondertrouwd op 29 november 1729 en gehuwd op 13 december 1729 voor het gerecht (get: moeder Jacobje van Langelaar weduwe van Andries van Sandendael) en 17 december 1729 RK Kromme Elleboog te Amersfoort met Gertrudis Kock, dochter van Olof Kock en Maria Jansse, gedoopt 12 juni 1705 RK Kromme Elleboog te Amersfoort, begraven 24 april 1743 te Amersfoort. Gehuwd op 6 september 1743 RK Kromme Elleboog en voor het gerecht te Amersfoort met Alberta Johanna Christofskij, dochter van Aelbrecht Christofskij en Agnes Maria van Zijl, geboren ca. 1695