Gerrit Sem, koopman, wijnkoper, zoon van Michiel Sem en Maeijken Pieters Eijndhoven, gedoopt 15 november 1615 te Utrecht (#), overleden januari 1657 (aangetekend 19 januari 1657), begraven in de Buurkerk te Utrecht (#)
Gehuwd op 3 september 1642 voor het gerecht te Utrecht (#) met
Nicolaa Both, dochter van Thomas Both en Josina de Leeuw, geboren ca. 1623, overleden 27 september 1703, begraven in de Jacobikerk te Utrecht (#)
Gehuwd op 7 mei 1659 voor het gerecht te Utrecht met
Cornelis van de Water, wijnhandelaar, zoon van Peter van de Water en Judith Gerrits van Eck, overleden september-oktober 1664 (aangetekend 3 oktober 1664) te Utrecht
Bron: hetutrechtsarchief.nl
Op 7 april 1643 sluiten Arris Jansz van Tricht, brouwer in de Witten Arent te Bommel, en Gerard Sem een overeenkomst van afrekeningen ten laste van de stad Utrecht voor geleverde diensten van paard en wagen van 420 ponden 1 schelling en 348 ponden 9 schellingen, waarvan hij het recht heeft gekregen van respectievelijk Gerrit Jansz en Jan Schoock.
Op 28 november 1643 verklaart Willem Hermansz van Doorn, rademaker te Utrecht, dat Gerardt Sem, echtgenoot van Nicolaa Both, als bezitter van een huis aan het Vredenburg omtrent de Catharijnepoort gerechtigd is om met een pomp en een pijp water te trukken uit de put in de kelder van het huis daarnaast, eigendom van comparant, dat door genoemde pijp ook water getrokken mag worden door Frans Mathijsz van Wiert, bezitter van het huis oostwaarts van dat van Gerardt Sem en dat ieder zijn pijp zal onderhouden en zijn put schoonmaken. De put van Gerardt Sem is geïnfecteerd en bedorven door zakput in de paardenstal van comparant.
Op 27 december 1644 benoemt Johan van Houten, procureur voor den gerechte van Utrecht, Jan Jaspersz van Heijmenberch om voor het gerecht van Utrecht een schuldbekentenis van f 34-0-0 ten behoeve van Gerard Sem te Utrecht te passeren vanwege de koop van schapen.
Op 20 april 1645 benoemt Johan van Overmeer, notaris ’s hoofs van Utrecht, Gerard Sem en Nicolaes van Sweserenge tot voogd over de onmondige erfgenamen, in plaats van Michiel Sem en Ludolph van Everdingen die beide zijn overleden.
Op 30 juni 1646 stelt Anthoni Baers, brouwer wonende te Utrecht omtrent de Reguliersbrugge, zijn testament op, met benoeming van langstlevende. Philips van Reijnegom, advocaat hof van Utrecht, en Gerardt Sem, wonende te Utrecht, en Anthoni Baers, den oudsten wonende te Schalkwijk, hun broeders en zwagers tot voogden.
Op 22 januari 1649 de erven van Henrick Both constitueren Hendrick van ’t Heerenveen en Dirck van RIjssen om voor het gerecht van Utrecht huizen, cameren en erven, gelegen aan de zuidzijde van de Wittevrouwenstraat, de noorzijde van de Rietsteeg en in de Blindesteeg genaamd Kloksteeg, te transporteren aan de respectieve kopers. De genoemde erfgenamen zijn Walburge Boths, dochter en weduwe van Johan de Munter in leven advocaet hove van Utrecht, Cornelia Rijcken weduwe van Folckert Both, mede-kinderen van Anthonia Both, dochter, en Folphert van der Nijpoort weduwenaar van Anthonia Both, Johan van der Nijpoort, Wilhelm Wttenbogaert gehuwd met Cornelia van der Nijpoort, Johan Saell van Vijanen weduwenaar van Wilhelmina Both, Emmerentiana Saell kleindochter, en Gerart Sem gehuwd met Nicolaa Both dochter van Thomas Both zoon. Folphert van der Nijpoort, rentmeester van het kapittel van St. Marie heeft het recht verkregen van zijn overleden zoon Hendrick Nijpoort. Thomas Both in leven advocaat hof van Utrecht.
Op 19 april 1650 benoemen Isaacq van Arckel weduwenaar van Cornelia van Nesch, zijn zonen en zwager, Henrick van Hereveen om voor het gerecht van Utrecht een huis en hofstede, alwaar de Suijckermolen uitgehangen heeft, aan de oostzijde van de Oudegracht, te transporteren ten behoeve van Gerardt Sem.
Op 25 oktober 1652 benoemen de erven van Jacob van Schendel en Wilhelm van Schendel, Bartholomeus van Eck om rente te innen van f 1000-0-0 ten laste van Matijs van Lienden met Johan van Lienden en Geerrit van Lienden als borgen, van f 1200-0-0 ten laste van de weduwe van Michiel Sem met Gerrit Sem, Anthoni Baers en Philips van Reijnegum als borgen, van plecht f 1000-0-0, nu ten laste van Cornelis Pieterss, gevestigd op land in Ter Aa, en van overige rentebrieven. Op 1 november 1652 draagt Gerrit Sem, coopman te Utrecht, een schuldbekentenis van f 120,- ten laste van Herman Gerritsz, paardenkoper te Steenwijk, over aan Johan de Heus, coopman te Utrecht.
Op 14 juli 1654 constitueren Marta van Eijndhoven weduwe van Michiel Sem, haar zoon Gerardt Sem, en haar zwager Anthoni Baers, Henrick van Nijpoort om voor het gerecht van Utrecht een huis c.a. gelegen aan de zuidzijde van het Zilversteegje te transporteren ten behoeve van Adam Beerntss, herbergier te Utrecht.
Op 10 december 1658 ontvangt Nicolaa Both, weduwe van Gerard Zem in leven wijncoper te Utrecht, een schuldbekentenis van f 200 van Otto de Man die hij nomine uxoris sprekende heeft op erven van Jan Alertsz Brouwer, waarvan de zaak nog hangende is voor het gerecht van Culemborg.
Op 15 februari 1659 constitueren de mede-erven van Emmerentiana Bogaerts en van Gerrit Both en Geurt, mede-erven Cornelis Both en Geurt de Munter, advocaet ’s hooffs van Utrecht, om voor het gerecht van Oostveen een perceel land te transporteren ten behoeve van de executeurs van het testament van Huijbert Emont van Buchell, alsmede voor het gerecht van Utrecht, het huis de Clock en de Busle in de Wittevrouwenstraat te behoeve van Gerrit Cornelissen van Geeff en het huis en erf het Ramshooft aan de Neude ten behoeve van de koper, alsook een partij land en rosmolen c.a. te Heusden in de Neder-Betuwe en een partij land te Eemnes te transporteren voor de betreffende gerechten ten behoeve van de respectieve kopers. Genoemde mede-erven zijn Florens Zas gehuwd met Anna Both, Johan van der Nijpoort, Willem Uijttenbogaert gehuwd met Cornelia van der Nijpoort, de kinderen en mede-erven van Walburga Both in leven weduwe van Johan de Munter, Anthonetta de Munter, Geertrudis de Munter, Cornelia de Munter, en Jacob van Rosendael gehuwd met Emmerentiana Zael van Vianen.
Op 19 april 1659 kopen Nicolaa Both, weduwe van Gerard Sem in leven wijncoper te Utrecht, en Johan Zael van Vianen, advocaet ’s hooffs van Utrecht, de kinderen van Gerard Sem en Nicolaa Both, uit ter voldoening van de nalatenschap van hun vader. De kinderen worden bijgestaand door Anthoni Baers brauwer te Utrecht, en Willem Wttenbogaerdt advocaat ’s hooffs van Utrecht. Op 6 juni 1659 verleent Cornelis van de Water, wijncoper wonende in De Suijckermeulen aan de Oudegraft te Utrecht, garantie aan de voorkinderen van Nicolaa Both bij Gerard Sem met aanwijzing van het huis De Vijsel bij de Catharijnepoort te Utrecht, hofstede, huis en hof op de Singel buiten de Catharijnepoort en huis in de Koestraat als zekerheid voor de uitkoopsom.
Op 27 juli 1660 benoemen Cornelis van de Water, wijncoper aan het Vreeburch te Utrecht, en Nicolaa Both, de langstlevende, Clemens van Gestel advocaet hove van Utrecht, en Wilhelm Wttenbogardt advocaet hove van Utrecht, tot voogd over hun na te laten kinderen en onmondige erfgenamen.
Op 26 oktober 1664 constintueren de erven of rechthebben van Henrick Both, Geurt Both en Emmerentia Bogaerts, Henrick van Zuijlen, Gijsbert de Cothen en Bartholomeus de Cruijff om voor het gerecht van Utrecht het huis c.a. genoemd Die Busse ende Clock, gelegen aan de Wittevrouwenstraat, te transporteren ten behoeve van Gerrit Cornelissen van Geesthuijsen, bakker te Utrecht. Genoemde erven of rechthebbenden zijn Cornelis Both gehuwd met Anthonetta de Munter, Florens Zas gehuwd met Anna Both, de kinderen van Henrick Both en Cornelia van Diemerbroeck, Cornelia van Diemerbroeck weduwe van Henrick Both, Nicolaa Both weduwe van Cornelis van de Water, Johan van der Nijpoort, Willem Wttenbogaert gehuwd met Cornelia van der Nijpoort, Geurt de Munter, Willem de Munter, Anthonis van Wijckersloot gehuwd met Cornelia de Munter, en Geertruijdt de Munter.
Op 4 juni 1665 constitueert Nicolaa Both, weduwe van Cornelis van de Water, Bartholomeus de Cruijff om voor het gerecht van Utrecht een plechtbrief groot f 1000-0-0, gevestigd op een huis aan de zuijdzijde van de Steenweg, te transporteren ten behoeve van Andries Lenartssen van Tornes en Catharina van der Weijden, echtelieden.
Op 24 juni 1666 constitueert Nicolaa Both, mede-erfgename van Emmerentiana Bogaerts, Bartholomeus de Cruijff om voor het gerecht van Utrecht haar erfportie groot f 400-0-0 in een plecht van f 2000-0-0, gevestigd op een huis aan de oostzijde van de Neude genaamd het Ramshooft, te transporteren ten behoeve van Florens Zas, apotheker, en Anna Both, echtelieden. Op 1 augustus 1666 constitueert Nicolae Both, erfgename van haar grootmoeder Maria van Boechoven weduwe Claes Janss de Leeuw, om een plecht van f 600-0-0 te transporteren aan Geertruijdt Adams van Weerden, onmondige kinderen van Adam Berentss van Weerden, herbergier in de Zilversteeg. Op 25 mei 1667 constitueert Nicolaa Both, dochter en erfgename van Thomas Both, Henrick van Zuijlen en Bartholomeus de Cruijff om voor het gerecht van Utrecht de condemnatie te voldoen die Alexander van Wevelinckhoven, advocaat hof van Holland, als man van zijn vrouw ten laste van lastgeefster en de weduwe van Anthonis Baers heeft verkregen en hem daartoe een plecht groot f 2000-0-0 op een huis en hofstede c.a. te Utrecht in handen te stellen. Lastgeefster is tevens erfgename van haar grootmoeder Maria van Bochoven, in leven weduwe van Claes Jansz de Leeuw. Op 18 juni 1670 constitueren de erven van Emmerentiana Bogaerts, de clerq ter secretarie der stadt Utrecht Van de Mast, om voor het gerecht van Utrecht een plecht van f 2000,- ten laste van Peter Verlaen te casseren vanwege aflossing. Genoemde erven zijn Cornelis Both, doctor in de medicinen, Willem Munter, Florentius Sas, apothecaris, Cornelia van Dimerbroeck, Godefridus Munter, advocaet s’hoofs van Utrecht, Geertruijdt Munter, Anthonis van Wijckersloot en Gilbertus Junius, domheer ende vice decan van den capittele van St. Marien te Utrecht. Op 31 augustus 1671 constitueert Nicolaa Both, eerder weduwe van Gerrit Sem, Berent van Kennewech om voor het gerecht van Utrecht ten behoeve van Henrick van Duijssel, advocaat hof van Utrecht, een plecht van f 2000-0-0 te transporteren. Lastgeefster is enige dochter en erfgename van Thomas Both, alsmede erfgename van Maria van Bochoven, weduwe van Claes Jansen de Leeuw haar grootmoeder.
Op 23 december 1675 bekent Johan Sem, appotecaris, schuld van f 1000 vanwege de apothekerswinkel die debiteur van zijn moeder Nicolaa Both heeft overgenomen, ten behoeve van Alard van Soudenbalgh. Debiteur ontslaat Maria Sem, weduwe van Anthoni Baers, van deze borgtocht inzake dit kapitaal.
Op 18 augustus 1703 bekent Nicolaa Both, laatst weduwe van Cornelis van de Water, schuld van f 400 vanwege een lening ten behoeve van de mede-fedeï-commissaire erven Johann de Leeuw en Maria de Leeuw. Aflossing zal aan Cornelis van Swanenburgh, sequester over Johannes van Rossum, als usufructuair erfgenaam van Johanna de Leeuw en Maria de Leeuw, moeten geschieden. Nicolaa Both is mede-fideï-commissaire erfgename van nichten Johanna de Leeuw en Maria de Leeuw. Borg staan haar dochters Elisabeth Sem, Willemina Sem en Judith van de Water.
Uit dit huwelijk:
2 Johan Sem, apotheker, geboren ca. 1648, overleden 19 juni 1687, begraven in de Jacobikerk te Utrecht. Gehuwd op 28 februari 1674 voor het gerecht te Utrecht met Dirckje Jacobs van Grasvelt, dochter van Jacob Jacobsz van Grasvelt en Henrickje Dircks van Schorrenberch, geboren ca. 1645, overleden > 3 maart 1693
3 Thomas Sem, geboren ca. 1650, overleden 24 mei 1702, begraven in de Jacobikerk te Utrecht. Gehuwd op 23 oktober 1680 voor het gerecht te Utrecht met Sabina Vlugh, dochter van Cornelis Vlugh en Elisabeth van Deventher, overleden 28 februari 1697, begraven in de Jacobikerk te Utrecht. Gehuwd op 21 januari 1702 voor het gerecht te Utrecht met Catharina Jans van den Bergh, overleden 2 april 1723, begraven in de Buurkerk te Utrecht
4 Elisabeth Sem, geboren ca. 1652, overleden 30 december 1711, begraven in de Buurkerk te Utrecht
5 Cornelis Sem, geboren ca. 1654, overleden 14 maart 1729, begraven in de Buurkerk te Utrecht. Gehuwd op 16 oktober 1686 voor het gerecht te Utrecht met Anna Jacobs van Grasvelt, dochter van Jacob Jacobsz van Grasvelt en Henrickje Dircks van Schorrenberch, geboren ca. 1660, overleden 8 mei 1714, begraven in de Buurkerk te Utrecht
6 Wilhelmina Sem, geboren ca. 1656, overleden 3 april 1705, begraven in de Jacobikerk te Utrecht