Snellenberch, Jacob van (ca. 1460-1524/29)

Jacob van Snellenberch, korenkoper, ‘capiteijn van des raetswegen’, leenman van de hofstede IJsselstein, raad (1497-1498) en schepen (1504-1518) van Utrecht, zoon van Willem van Snellenberch en Margriet de Gruter, geboren ca. 1460, overleden 1524-1529

Gehuwd met

Heijlwich Gijsberts van der Haer, dochter van Gijsbert van der Haer en Lijsbet Claes Ketelaer, overleden > 1567

 

Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) razu.nl, 3) NT00061_7. Nadere Toegang op inv. nr 7 uit de Collectie Digitale Bronnen (61), M.S.F. Kemp, februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 4) NT00061_16. Nadere Toegang op inv. nr 16 uit de Collectie Digitale Bronnen (61), M.S.F. Kemp, februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 5) NT00061_20. Nadere Toegang op inv. nr 20 uit de Collectie Digitale Bronnen (61), M.S.F. Kemp, februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 6) NT00061_38. Nadere Toegang op inv. nr 38 uit de Collectie Digitale Bronnen (61), M.S.F. Kemp, februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 7) NT00061_45. Nadere Toegang op inv. nr 45 uit de Collectie Digitale Bronnen (61), M.S.F. Kemp, februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 8) NT00061_51. Nadere Toegang op inv. nr 51 uit de Collectie Digitale Bronnen (61), M.S.F. Kemp, februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 9)  transporten (klappers) op de studiezaal van Het Utrechts Archief, 10) onsvoorgeslacht.nl, 11) De lenen van de hofstede IJsselstein, 1310-1656, J.C. Kort. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 38 (1983), 12) Repertorium op de lenen en tijnsen van de abdij Sint Paulus, 1221-1667, J.C. Kort, 13) Repertorium op de lenen van de hofstede Ten Bosch, 1351-1575, J.C. Kort, 14) Repertorium op de lenen van de hofstede Nijenrode, 1352-1667, J.C. Kort. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 52 (1997), 15) Repertorium op de lenen en tijnsen van de abdij Sint Paulus, 1221-1667, J.C. Kort, 16) Maandblad van Genealogisch-Historisch Genootschap De Nederlandsche Leeuw, 5e jaargang, 1887

 Op 17 oktober 1473 is Pieter Trijn beleend voor Jacob van Snellenberg Willemsz, zijn neef, met 8 morgen land in de Achtersloot in het gerecht van de heren ten Dom. Op 6 december 1529 Willem van Snellenberg bij dode van Jacob, zijn vader.

Op 12 oktober 1476 is Pieter Trinde beleend voor Jacob van Snellenberg, onmondig, met 7 morgen in Benschop en 6 morgen op de Tiesse (?) in Lopik. Op 22 maart 1530 Willem Jacobsz van Snellenberg.

Op 8 oktober 1494 Steven van Beesde, onse borger, oudt, cranck en onmachtich, constitueert Jacob van Snellenberch om te transporteren 60 oude scilden gevestigd op ½ hoef op Rijsburg int gerecht van Houten oft alsulc lant dat daervoor gepangelt etc wordt op Laurens van Beesde zijn neve, en nog 8 morgen te Benschop.

In 1508 op Witte Donredach pachten Cornelis Aerntsz gehuwd met Marigen verschillende percelen te Doorn van het St. Barbaragasthuis. Voor hen zegelden Goedschalck van Wijnssen en Jacob van Snellenberch.

Op 13 augustus 1511 is Jacob van Snellenberg beleend met 36 pond zwarten tournoois op de halve tiende van Eemnes voor Udele, weduwe Gijsbert van Hardenbroek, bij dode van
Loef van Jutfaas, haar broer. Op 12 januari 1512 Godschalk van Winsen voor Elsabe, zijn vrouw, bij dode van Udele, zuster van Loef van Jutfaas, haar moeder. Op 29 oktober 1512 de helft aan Jacob van Snellenberg voor Janna, dochter van Jan Taets van Amerongen, weduwe Jan Borre van Amerongen, bij overdracht door Godschalk van Winsen voor Elsabe, dochter van Gijsbert van Hardenbroek, diens vrouw.

In 1514 Loeff van der Haer, pastoer tot Oudewater, en Johan Ruijsch, dedingsluijden van Gijsbert van der Haer, Willem van Oostrum zijn dochters Corstijnen man, roerende hun huwelijkse voorwaarden. Willem zal onder andere krijgen 7 morgen tot Bunnick opde Enge, de nahand van 4 morgen in Schalkwijk int Groenewout dat Willem Doeijs nu bruijckt, noch de nahant van een vierdellant die Gerit Mathijs gebruijckt, die noch een vierdel gebruikt daer Gherijt van Winsen oeck des voorschreven Gijsbert van der Haers dochters man de nahand af hebben zal. Aldus indien dat Willem van Oostrum dan geloofde te verlaten de 4 morgen die Willem Doeijs bruijct tot Gerrit van Winssens behoef, so soude Willem van Oostrum beijde vierdelen die Gerijt Mathijss nu gebruikt ten lester doot van sijnre huijsvrouwen oom en moeije en Gijsberts vrouw, Corstijnen moeder is overleden. Jacob van Snellenberch en Gerrit van Winssen was (als elk getrouwd met een dochter van Gijsbert van der Haer) beloofd door Gijsert etc. Willem van Oostrum ontvangt in 1514 70 lb als beloofd.

Jacob van Snellenberch zegelt op 19 september 1517 met een dwarsbalk met daaroverheen een in twee rijen geschaakte rechter schuinbalk.

Op 11 oktober 1519 is Geerloff die Witt in plaats van Jan Ruijsch Alfertss naast Jacob van Snellenberch voogden over de 5 kinderen van Willem van Oestrum.

In 1524 donderdach St. Jansavont inde Zomer melden Adriaen van Lantscroen, Lubbert van Alendorp, Jacob van Snellenberch en Heijnrick van der Borch huwelijkse voorwaarden van Sijmon van Teijlingen x Jfr Mechtelt.

Op 18 maart 1529 Gherit van Winsen ende Joffr. Marie Gijsbert Verhaers dr sijn huijsvrou , daer hij etc… Willem van Oostrum en Joffr. Korsgen sijn huijsvrou en Joffr. Hadewich Jacob van Snellenberchs weduwe sijn wijfs susteren, Willem, Loeff, en Juffr. Marie Jacob van Snellenberchs kinderen met Peter Ruijsch en Sijmon van Teijlingen haer mombers. 

In 1553-1554 hofgoederen te Werckhoven: Jfr Heijlwich van Snellenberch wed. Jacob van Snellenberch 6 m. In 1564 idem.

In 1556 hoffgoederen te Werckhoven: Jfr van Snellenberch Heijlwich wed wijlen Jacob van Snellenberch 6 m, II p xii s.
In 1556 hofgoederen tot Bunnick: Jan Deel ende betaelt Pelle te Vechten ende Claes van Oestrum Willems Pelle tesamen viii l xvii s ii d, hyr off sal betalen Jfr Heijlwich van Snellenberch v l x s, Gherijt van Wijnsen ii l vii s ende Claes van Oestrum Willemss 1 l ii s hiervan en sal Pelle nu nijt gheven.

Op 6 juni 1559 is Pieter Gerritsz te Oud Aa, bij overdracht door Claes van Oostrum, voor Helmich van der Haar, weduwe Jacob van Snellenberg, beleend met 2 morgen in Breukelen, waar Pieter Gerritsz op woont en waar het convent van den Daal buiten Utrecht ingeland is. Op 6 mei 1566 Mr. Dirk van der Kerk, advocaat.

In 1567 hoffgoederen te Werckhoven: Jfr Heijlwich van Snellenberch wed. Jacobs van Snellenberch 6 m ii p xii s.

Op 12 februari 1575 Jfr Maria van Snellenberch weduwe Philips Grauwert, Jfr Heijlwich van de Haer weduwe Jacob van Snellenberch haer moeder had op 19 juni 1560 een testament gemaakt voor notaris Hendrick Mijs; nu kwestie met Jfr Heijlwich van Cuyck weduwe Willem van Snellenberch, Willem de Wael van Vronesteijn en Claes van Oostrum voogden vande onmondige dochter van Willem van Snellenberch. Na overlijden Jacob van Snellenberch, magescheid: Willem van Snellenberch krijgt uit zijn moeders goed 18½ m hofgoed te Vechten en 12 m aldaer en land Lopick, Oude A etc, Jfr Maria impetrante alhier kreeg o.a. viertel hofgoed te Werckhoeven en ½ hoeve te Schalckwijck. Er was nog een broer Louff van Snellenberch.

 

Bastaard:

Willem Jacobsz van Snellenberch

Uit dit huwelijk:

Loeff Jacobsz van Snellenberch, secretaris van het Hof van Holland (1546), secretaris in de Raadkamer te Den Haag (1546)

Maria van Snellenberch, overleden > 12 februari 1575. Gehuwd met Philips Grauwert, zoon van Rudolf Grauwert en Margaretha van Brederode, overleden 1573 te Haarlem (onthoofd)