Goert van Steenbeeck, dienstman van de hertog van Gelre, overleden > 1 juni 1555
Bronnen: 1) archiefeemland.nl 2) geldersarchief.nl, 3) Zestiende-eeuwse Veluwse gerichtsignaten, A.C. Zeven. In: Veluwse Geslachten, 22e jaarang, nr. 5, 1997
In profesto Pauli conversionis 1540 comparuerunt Ffrederick Pennynck en Gaert van Steenbeeck met recht besat om een getuigenis der waarheid te geven en hebben getuigd en gezegd dat geschied is in het jaar van 1538 dat Egbert Ffloriss met hun beiden en de scholt van Barneveld gegaan is te Barneveld op Egberts goed, geheten Langeller, en hebben gezien dat 2 paarden, het ene rood en het andere wit wezende, achter in het bos in de Jonge “layen” gegaan zijn en de “layen” zeer afgebeten en afgeweid hadden en dat zoveel “perts orte” in diezelve “layen” lagen dat te merken was dat daar meer paarden in geweest hadden; en hebben gezie dat achter in het bos een gat was, waar gen gat te wezen placht, waar de beesten uit- en ingingen en met een stuk van een oude kan toegezet was.
Op Sinte Philips ende Sint Jacops dach apostolrum (1 mei) 1544 geeft Martijn van Scerpenzeel, onderschout van Ede, een acte af van de verklaring, ten overstaan van hem en Goert van Steenbeeck en Gerit Smeeman, vrije dienstmannen van de hertog van Gelre, afgelegd door Gerit Francken, Symon Francken en Melis Pot, betreffende de mishandeling van Evert Wulfers door gerechtsdienaren van de stad Amersfoort tijdens de markt na een handgemeen als gevolg van een twist met enige burgers van de stad over de prijs van een paard.
Op een zitting van het rondreizend Veluws landgericht te Barneveld op 30 juni 1551 wordt de zaak behandeld van twee edellieden Mor van Dompseler en zijn zwager Johan Hackfot, die samen met 26 anderen waaronder Goert van Steenbeeck, optrokken tegen Andries Gerrits te Nunspeet die een ‘heerlosen knecht’ gedood had, en pleegden in dat dorp gewelddaden.
In het overzicht van 1 juni 1555 ‘van de nijhen aingemaeckte landen inden Ampte van Barnefelt aingemaeckt ongeveerlick zedert twijntich ind vijfentwintich jaere harwertz’ ís onder ‘de buijerscap van Essen in den kerspell van Gardere’ vermeld ‘Bernt Pijlgrimsz hiefft vant maelle velt van Ess dat hij nu gebruijckt ain laete grave een scepell zaetlants vertijent Goirt van Steenbeeck’ en ‘Gerrijt Pilgrimsz aingemaeckt anderhalff molder zaetlants dat hij nu gebruijckt vertijent Goort van Steenbeek’.
Kinderen: