Govert Hendriksz van Stockum, molenaar op de Bemuurde Weert (1666-1673) en op korenmolen De Lelie (1674) te Utrecht, op de korenwindmolen aan het Oosteinde te Delft, te Jutphaas (1707-1712) en op de Zeijster molen te Zeist (1713-1714), deken van het molenaarsgilde te Utrecht (1681), zoon van Henrick Govertsz en Geertruijd Cornelis, geboren ca. 1635 te Sliedrecht (?), overleden > 1716
Ondertrouwd 3 april 1659 te Utrecht (#) en gehuwd 20 april 1659 te Werkhoven met
Janneken Aerts van Santen, dochter van Aert Gerritsz van Santen en Joosken Wilhelms, gedoopt 22 januari 1637 te Vreeswijk (get: Catharijne Haescrops huijsvrouw van Dirck van Stockum, Jenneke B… huijsvrouw van Jan Schiekelberch, Henrick Muggenberch de jongste) (#), overleden 1707-1713 te Jutphaas
Gehuwd 7 mei 1713 te Zeist met
Neeltie Roelofs van Vulpen, geboren ca. 1660 te Darthuizen, overleden > 7 mei 1713. Gehuwd 10 februari 1684 te Zeist met Claas Willemsz, molenaar, overleden > 25 september 1698. Ondertrouwd 18 februari 1706 te Nijkerk en gehuwd te Zeist met Hendrick Jansz van Alphen, overleden 1706-1713
Bron: hetutrechtsarchief.nl
Govert van Stockum woont in 1659 op ’t Zwarte Water en Janneken van Santen aan de Vaert. Van 1660 tot minimaal 1665 wonen zij op de Veengracht buyten de Weerdt. Van 1669 tot 1673 wonen zij op ’t Swarte Water en vanaf 1676 in de Slijpmolen ofwel De Lely (zie linker molen op afbeelding links).
Op 14 februari 1666 wordt Govert Henricxen, molennaer in de Weerde, geconstitueerd door Jan Cornelis, molennaer te Rotterdam, om geld te innen van Crijn Otten te Wageningen. Op 3 maart 1673 wordt Govert Henderickss van Stockum, molenaer aan de Bemuerde Weert, benoemd als voogd over de onmondige kinderen van Jan van Osch, dootgraver van de Buerkerck binnen Utrecht, weduwenaar van Gerrichie van Santen. Er wordt verwezen naar een akte van seclusie van 3 mei 1672. Op 17 maart 1673 leent Govert Henricksz, wonende de Weert, f 100 aan zijn moeder Geertruijd Cornelis, weduwe van Henrick Govertss, vanwege een bijdrage aan een lening ten laste van Jan Huijgen Bijl, met toestemming van Isaack Lanoij, gehuwd met Aletta Henricks, dochter.
Op 6 december 1674 kopen Govert Hendricxss van Stockum en Anthonis Bruijniss van Cleeff, corenmolenaers te Utrecht, van de erven van Claes Nelman den ouden een corenwintmolen c.a. met een woninge en met molenstenen en dergelijke en paard en kar met maalloon als onderpand voor jaarlijkse aflossingstermijnen van de koopsom, gelegen op de Walle bij Rosendael op het bolwerck Sterckenborch genaamd de Lelie.
Op 17 juni 1681 treffen 15 molenaars uit Utrecht, waaronder Govert van Stockum, een regeling voor de financiering van de uitkoop van de eigenaar van een korenolen aan het Zwartewater. Op 25 juli 1681 worden Govert van Stockum, deecken van het molenaersgilt, en Jacobus van Scherpenseel, busmeester van het molenaersgilt, geconstitueerd om bij het vroedschap en magistraat van Utrecht de bouw van een molen bij de Catharijnepoort af te kopen. Op 26 september 1681 laten 12 molenaars, waaronder Govert van Stockum, een akkoord opstellen over inhoudingen op het maalloon om de molen aan het Zwartewater te betalen. Het akkoord wordt wegens onderlinge onenigheid niet getekend.
Op 28 april 1682 benoemen Govert van Stockum, molennaer op de slijpmolen op de Wal te Utrecht, en Jannichgen Aerts van Santen, de langstlevende tot voogd over onmondige na te laten kinderen of erfgenamen. Op 15 augustus 1688 stellen Govert van Stockum, molenaer te Utrecht, en Jannichie Aertss van Santen hun testament op, waarbij zij elkaar de lijftocht van alle goederen vermaken (#). Op 19 september 1688 laat Govert een codicil aan het testament toevoegen waarin hij de verdeling van de erfenis voor zijn kinderen bepaald (#).
Op 3 oktober 1688 verleent Govert van Stockum, molenaer te Utrecht, zijn zoon Frans van Stockum, molenaer te ’s Gravenhage, toestemming tot het huwelijk. Op 22 augustus 1690 machtigt Ghijsbert van Stockum, molenaer te Emnes buijtendijcks, zijn vader Govert van Stockum, molenaer te Utrecht, tot het verkopen aan Anthoni van Straaten, schoenmaeker te Utrecht, een huijsinge cum annex aan de oostzijde van de Vecht onder het gerecht van Hoochlande. Op 13 oktober 1690 draagt Ghijsbert van Stockum, molenaer te Emnes Buijtendijx, gehuwd met Catharina van Gelder, de huur van drie huisjes in de Keukenstraat te Utrecht over aan zijn vader Govert van Stockum, ter betaling van een borgtocht ten behoeve van Pieter de Fremerij, oud burgermeester van Naarden. Op 11 november 1690 ontslaat Pieter de Fremerij, out borgemeester van Naerden, Gijsbert van Stockum, molenaer te Emenes buijtendijcx, uit huur en borgtocht met een schuldregeling voor achterstallige pacht. Govert van Stockum, staat borg.
Op 21 september 1691 accepteert Gover van Stockum, molenaer te Utrecht, het voogdijschap over zijn kleinzoon Arien van Stockum, zoon van zijn overleden zoon Cornelis van Stockum en Belichie van Jaersvelt. Op 6 maart 1692 constitueren Govert Hendrickss van Stockum, molenaer te Utrecht, en Annichie Corneliss weduwe van Adriaen Aertss van Jaarsvelt, Henderick Vijandt tot procederen om een schuldbekentenis van f 300 te innen. Op 21 september 1694 laat Govert van Stockum attesteren Mechtel van Vreede, Hillichje Gerrits Uijtman en Pieter de Cleijn over uitlatingen van Engeltje Jansse, gehuwd met Meerten Schijff, wolkammer te Utrecht, inzake het laten malen zonder cijsbrief.
Op 12 april 1697 constitueert Govert van Stockum, molenaer te Utrecht, zijn zoon Frans van Stockum, molenaer te Haarlem, tot invorderen van f 100 van Aelbert van Rijnderss de Haan, herbergier te Haarlem, weduwenaar van Belichie van Jaarsvelt, die eerder weduwe was van Cornelis van Stockum. Op 27 augustus 1697 wijst Stijntje Nicolaes van Wettum, wonende ten huijse van Govert van Stockum, aan als erfgenaam Govert van Stockum, molenaer op de breede walle ontrent de Tollichsteegpoort aen de molen De Lelie, gehuwd met Jannichie Aertss van Santen (#). Op 16 april 1698 ontslaat Lambert Lambertss van Santen, 27 jaar, zoon van Lambert Janss van Santen, Govert van Stockum, molenaer te Utrecht, uit het voogdijschap als benoemd voor de momberkamer te Utrecht op 29 oktober 1692. Op 1 november 1704 tekent Govert van Stockum, meester molenaer te Utrecht, een schuldbekentenis van f 100 vanwege een lening van Anna van Voorst, weduwe van Johannes Baerle, in leven advocaat hof van Utrecht. Het geld is waarschijnlijk bedoeld om op dezelfde datum 1 november 1704 Gerrit Barentss van Diemen, solliciteur te Amsterdam, in te huren op langs gerechtelijke weg vordering te innen op Aelbert Reijndertss, molenaar, en diens echtgenote Belichje van Jaersvelt, eerder weduwe van Cornelis van Stockum.
Govert van Stockem en Jannigje sijn huijsvrouw zijn in 1707 opgenomen in het lidmatenboek van Jutphaas, op attestatie van Utrecht van den 28 november 1707. Bij Govert staat vervolgens aangetekentd ‘vertrokken met attestatie na Zeist’, bij Jannigje ‘dood’.
Op 26 juni 1712 geeft Govard van Stockum, molenaar te Jutphaas, zijn kleinzoon Arien Cornelisz van Stockum, toestemming voor zijn huwelijk met Sara Willemsz Ochtencamp te Amsterdam. Op 16 september 1712 constitueert Arien Cnelissen van Stockum zijn grootvader Govert van Stockum, molenaer te Jutphaes, om zaken te regelen in verband met de nalatenschap van zijn tante Merretie van Haersfelt, in leven gehuwd met Jan Beijer.
Op 29 april 1713 worden de huwelijkse voorwaarden opgesteld van Govert van Stockum, weduwenaar van Jannetien Aarts van Santen wonende te Jutphaas, en Neeltie Roelofs, weduwe van Hendrik Jansen van Alphen wonende te Sijst. Hij wordt daarmee tevens molenaar in de Zeijster molen. Door niet betaalde schulden, verlaat Govert de Zeijster molen in 1714. Ook in 1714 verkoopt Govert de molen De Lelie in Utrecht aan zijn schoonzoon Arien Crayermaat.
Govert van Stockum wordt in 1716 opgenomen in het lidmatenregister van Zeist, ‘met attestatie van Jutphaas, maar kort daarna vertrocken sonder attestatie, waarheen is ons onbekent’.
Uit het 1e huwelijk:
1 Cornelis van Stockum, gedoopt 2 februari 1660 in de Jacobikerk te Utrecht, overleden < 21 september 1691. Ondertrouwd 22 april 1683 en gehuwd 8 mei 1683 in de Catharijnekerk te Utrecht (get: Govert van Stockum sijn vader, Jan van Stockum haer neef) met Belichie van Jaersvelt, geboren ca. 1660, overleden < 12 april 1697
2 Gijsbert van Stockum, molenaar te Utrecht (1685), Eemnes buitendijks (1685-1690) en Amsterdam (1693-1705), gedoopt 12 mei 1661 in de Jacobikerk te Utrecht, begraven 24 mei 1705 op het Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof te Amsterdam. Ondertrouwd 15 oktober 1682 en gehuwd 7 november 1682 in de Catharijnekerk te Utrecht (get: Govert van Stockum, Lijsbeth van Gelder, ouders) met Catharina van Gelder, dochter van Peter van Gelder en Lijsbeth van Dusseldorp, gedoopt 1 februari 1660 te Utrecht, begraven 28 juli 1734 in de Jacobikerk te Utrecht
3 Frans van Stockum, molenaar te ’s Gravenhage (1688), in de Oostmolen aan de vest bij de Oostpoort te Delft (1694) en Haarlem (1697), gedoopt 1 februari 1663 in de Jacobikerk te Utrecht, overleden > 8 januari 1726. Gehuwd ca. 1688 met Cornelia Meerman, geboren ca. 1665, begraven op 26 januari 1694 in de Nieuwe Kerk te Delft. Ondertrouwd 8 mei 1694 voor het gerecht en in de Nieuwe Kerk te Delft met Ariaentge van der Does, geboren ca. 1665 te Rijswijk, overleden 1695-1696. Ondertrouwd 4 augustus 1696 voor het gerecht en in de Nieuwe Kerk te Delft met Maria Goudesteijn, dochter van Jan Claasse Goudesteijn en Aaltge Jaspers van Bracke, gedoopt 1 april 1664 te Delft, overleden > 27 september 1706
4 Hendrick van Stockum, molenaar te Rotterdam en van de Oostmolen te Delft, gedoopt 9 april 1665 in de Jacobikerk te Utrecht, begraven 4 november 1707 in de Nieuwe Kerk te Delft. Ondertrouwd 1 november 1687 en gehuwd 23 november 1687 te Delft met Margaretha van der Krans, dochter van Dirck Dirckxsz van der Krans en Arijaentje Jans van Brontgeest, gedoopt 19 oktober 1667 te Delft, begraven 13 april 1743 in de Nieuwe Kerk te Delft
5 Arnold van Stockum, molenaar te Utrecht, Amsterdam, Delft en Leiden, gedoopt 2 juni 1667 in de Jacobikerk te Utrecht, overleden > 5 mei 1709. Ondertrouwd op 23 april 1695 te Delft met Sophia van Zutphen, dochter van Jan Janse van Zuthveen en Heijnderickje Heijndricx, gedoopt 13 april 1667 te Delft, overleden > 5 mei 1709
6 Willem van Stockum, gedoopt 13 juni 1669 in de Jacobikerk te Utrecht, begraven 4 juli 1670 in de Buurkerk te Utrecht
7 Josina van Stockum, gedoopt 25 mei 1671 in de Jacobikerk te Utrecht. Ondertrouwd 17 april 1698 en gehuwd 4 mei 1698 in de Domkerk te Utrecht (get: Magdalena de Lange moeder der bruidegoms, Jannetge mater sponsa) met Johannes de Lange, zoon van Reijnold Lanck en Magdaleentgen Terwols, geboren ca. 1670
8 Willem van Stockum, gedoopt 24 december 1673 in de Jacobikerk te Utrecht. Gehuwd 1 juni 1705 te Scheveningen met Cornelia Hermans Pals, dochter van Herman Adriaansz Pals en Magdalena van Driel, gedoopt 4 december 1672 te Scheveningen, overleden november 1733 (kosten 18 november 1733 te ’s Gravenhage)
9 Geertruijd van Stockum, gedoopt 27 februari 1676 in de Buurkerk te Utrecht, begraven 5 maart 1677 in de Buurkerk te Utrecht
11 Gerrichjen van Stockum, gedoopt 15 september 1680 in de Domkerk te Utrecht, begraven 11 oktober 1714 op het Sint Anthoniskerkhof te Amsterdam. Gehuwd 28 maart 1712 in de Geertekerk te Utrecht met Dirck Thonisz van Amerongen, molenaar in De Gooijer te Amsterdam