Aernt Touwe Claes Touwensz, leenman van de hofstede Hontshol, zoon van Claes Toude Aerntsz en Ane Heijn Allerts, overleden 1431-1432
Gehuwd met
Machtelt NN, overleden 1446-1447
Bronnen: 1) onsvoorgeslacht.nl, 2) Stamreeks Van der Burch (’t Woudt – Delft), drs. P.C.J. van der Krogt en C. Hoek. In: Hollandse Stam- en Naamreeksen (Delft/Rotterdam 1988), 3) De familie van Maria Hendriksdr. van der Burch en Agatha Hendriksdr. van der Burch, begijnen te Delft, Mr. Dr. V.A.M. van der Burg. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 35 (1980), 4) Acten betreffende ’t Woud, C. Hoek. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 39 (1984), 5) Repertorium op de lenen van Capelle aan den IJssel, 1360-1700, C. Hoek. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 18 (1963), 6) Repertorium op de lenen van de Hofstad te Hontshol, 1253-1770, C. Hoek. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 27 (1972), 7) Repertorium op de lenen van de hofstad van der Wateringe, 1299-1770, C. Hoek. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 21 (1966 ), jrg. 43 (1988), 8) Bij een grafzerk in De Lier (Aantekeningen betreffende Ton van der Burch en van Vliet van der Woert), D. van Baalen. In: De Nederlandsche Leeuw, 1953, 70ste jaargang, 9) L. Lapikás, Kwartierstaat Van Schothorst, version 10.2, Muiden, 2016
Op 14 februari 1392 is Doe Claes Touwenz beleend met 2 morgen land in Honterlant (onder De Lier) aan beide zijden belend door het klooster van der Lee, na opdracht uit eigen, bij kinderloos overlijden te versterven voor de helft op zijn broer Aernt Toude en voor de andere helft op zijn broer Adam en hun nakomelingen. Op 27 december 1411 Gerrit Arent Touwenz. Op 14 augustus 1429 Gerrit Arent Touwensz met ledige hand. Op 2 april 1437 Pieter Aerntz. Op 29 mei 1447 Adam Pietersz bij dode van zijn vader Pieter Aerntz.
Op 24 oktober 1393 is Aernt Touwe Claes Touwensz beleend met 3½ hond land in ’s Gravenzande gemeen met een leen dat Willem Jan Willemszoonsz houdt van de heer van Naeldwijck. Op 2 april 1437 Pieter Arent Touwenz. Op …1... Adam Pietersz bij dode van zijn vader Pieter Arent Touwenz.
Op 4 mei 1399 verkoopt Pieter Gherritsz aan Aernt Tou een vierde deel van 5½ morgen op de Harnaes in het ambacht van heer Aernt van Duvoerde, belast met een rente ten behoeve van Kerstant van Alckemade, welke de verkoper belooft binnen 10 jaar af te lossen of op een ander stuk land over te brengen. Bezegeld door Heijnderick van der Woert.
Op 14 oktober 1406 verkoopt Zweer van Heenvliet, ridder, heer van Blidensteen, aan Aernt Touwe de helft van 15 morgen land gemeen met jonkvrouwe Marrij heer Zweersdochter van Heenvliet op ’t Wout in het ambacht van heer Aernt van Dijvoern. Belend ten oosten de Groenevelder laan, ten zuiden het kind van Groenevelt, ten westen Aernt Touwen en ten noorden de Zwetweg. Hij vrijwaart het land met zijn dochter jonkvrouwe Marrij.
Op 2 januari 1422 oorkondt Johan, hertog etc., dat de goede lieden van den Woude en van der Harnasse zich erover beklagen dat sommige welgeborenen en poorters pretenderen vrij te zijn van het betalen van schot, dat jarenlang op hun land heeft gestaan voordat zij dit kochten. Hij bepaalt dat de volgende landen per morgen belast zijn met schotponden. In het ambacht van heer Aernt van Duvenvoirde 50 morgen, elk voor 3 pond, tussen de Zwetweg en Groenevelder ambacht; in de Harnesse van heer Willem van Naeldwijck 25 morgen min 2 hond, elk voor 3 pond, tussen Adriaen van Raephorst en Ghijsbrecht Jansz; in het ambacht van Dirc Aem 48 morgen, elk voor 2 pond, tussen de proost van Conincvelt en Jan Heerman, 16 morgen, elk voor 2½ pond, rondom belend door Dirc Aem en zijn kinderen, 18 morgen, elk voor 2½ pond, tussen de abdij van Egmond en Ghijsbrecht van Merensteijn, afkomstig van de domproost, 5 morgen, elk voor 3 pond, tussen Doede Henricsz en Aernt Touw, 7 morgen, elk voor 2½ pond, tussen de Zwetweg en Bueckels Hove.
Van 1427–1431 betaalt Aernt Aernt Touwenz 4 pond per jaar erfhuur voor 5 morgen land van de abdij Leeuwenhorst. Van 1432–1433 De weduwe van Aernt Aernt Touwenz. Van 1434–1446 Machtelt, weduwe van Aernt Touw. Vanaf 1447 Pieter Boudijnsz.
Van 1427–1431 betaalt Aernt Aernt Touwenz. zoals vroeger Aechte Vranckendochter, een jaarrente van 18 sc. verzekerd op 3 morgen land. Van 1432–1450 Claes Aernt Touwenz. Van 1450–1451 de erfgenamen van Claes Aernt Touwenz.
Op 27 april 1441 verkoopt Jan Jacobsz aan Jan Wit, Boudijn Hart, Garbrant Jacobsz en Sijmon Dirxz ten behoeve van Alijt Jansdochter 4 morgen 4 hond land op de Harnes (in ’t Woud), gemeen met Pieter Aernt Touwez., belend ten westen de Monsterwatering, ten oosten Claes Arent Touwenz., ten zuiden Machtelt, de weduwe van Aernt Touwe. Het land is belast met 3½ schelling en een zevende deel van een half vat boter per morgen.
Uit dit huwelijk:
2 Pieter Arent Touwenz, overleden 1441-1447
3 Claes Arent Touwenz, overleden 1450
4 Gherijt Aernt Toudenz, overleden > 14 augustus 1429