Tucker, Coen Jansz (ca. 1585-1661/62)

Coen Jansz Tucker, eigenaar wagen- en paardendienst, zoon van Jan Coennertsz en Jannichje Bastiaens, geboren ca. 1585, overleden 1661-1662

(?) Gehuwd met

NN

Gehuwd 10 juli 1631 voor het gerecht te Hagestein (#) met

Jannichgen Cornelis Verweij, overleden < 27 november 1660

 

Bronnen: 1) hetutrechtsarchief, 2) onsvoorgeslacht.nl, 3) Hagestein, oud rechterarchief 1649-1666. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 4) Lexmond. ORA inv.nrs 1-17, 25, 26, 63 en 64, 1588-1747, H. de Bruin, 5) razu.nl, 6) NT00061_19. Nadere Toegang op inv. nr. 19 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 

Hij woont in de Biesen te Hagestein.

Op 18 februari 1620 compareerde Melis Coenen, ziek, Bastiaen Jans zijn broederssoon de somme van 150 gulden en beste peert en zijn bestemantel en het gebruik van de hofstede, erfgenamen Coen Jans, Bastiaen Jans, Peter Jans, Truijchgen Jans, Anna Jans en Gerrigje Jans. 

Op 30 maart 1627 compareerde Aelbert Aertsz de Graef gerechtsbode tot Lakerveld en verklaerde van wegen Emmichgen Joosten weduwe van Melis Coene, gearresteert onder de schout, ook vermeld Bastiaen Jan Coene en Coen Jansz, de kinderen van Maeij Selen zaliger zijn voldaan.
Op 28 mei 1627 compareerde Coen Jansz, Bastiaens Jansz, Claes Cornelisz en Beernt Gerritsz, alle erfgenamen van Amelis Coenens, en transporteren aan Roelof Dircksz Stout schout van Lakerveld de halfscheiding van 3½ mergen land op Cortenoeven. Aansluitend compareerde Roelof Dircksz Stout schout van Lakerveld en bekende schuldig te wesen Claes Cornelisz Scheer en Berent Gerritsz 220 gulden aan Coen Jansz en noch 191 gulden 10 st. Marge: 22 december 1628 voldaan. Op 23 december 1628 Coen Jans voor hem selve, Bernt Gerritse en Claes Cornelisse Scheer als man en voocht van van hunne huisvrouw.

Op 30 april 1631 leggen Willem van Milanen, Coen Jansz, Frederick Coenensz en Gerrit Jacobsz te Utrecht een verklaring af over een object te Hagestein.
Op dito Coen Jansz wonende inde Biesen te Hagesteijn bij wie thuis de notaris visiteerde de quetsure van zoon Frederick Koenen, gedaen door Gerrit Jacobsz ook wonend te Hagesteijn. Getuigen: Henrick Hendricks, cleermaecker te Schalkwijk en Pons Ghijsbertsz van der Meij cleermaecker en borger te Utrecht.

Op 12 oktober 1639 compareerde Gijsbert Henricksz wonende op op Lakerveld en transporteert aan Coen Jansz wonende op Hagesteijn en Adriaen Jansz wonende op Lexmond te gebruiken een uitgang op de hogedijk te Cortenoeven.

Op 24 april 1641 transporteert Coen Jansz te Hagesteijn zijn wagen- en paardendienst ten dienste van etc; Frederick Coenen is zijn zoon.

Op 19 juni 1643 transporteert Coen Jansz, in de Biesen onder het gerecht van Hagestein, aan Adriaen Jansz, wonende te Lexmond, de halfscheiding van 42 morgen uiterwaard, gemeen met Adriaen Jansz en vanouts genaamd ‘de Leijneweert’ op Cortenoever buitendijks, en comparant aangekomen door dode van Melis Coenen.

Op 17 december 1649 compareerde Jan Jans Verhoeff weduwnaar van Neeltgen Coenen te eenre ende Coen Jans als bestevader ende alsulcx momber en voocht van Jan, Peter ende Elisabeth Jans onm. kinderen van Jan en Neeltgen.

Op 27 november 1660 verscheen voor notaris B. van Eck te Utrecht Coen Jansen Tucker, weduwenaer en boedelhoudster van Jannigen Cornelis Verweij. Genoemde erfgenamen zijn Frederick Koenen Tucker, Melis Koenen Tucker, Jannigen Koenen Tucker gehuwd met Hessel Petersz, Aeltgen van Wijck dochter van Jannigen Koenen Tucker, en Peter en Elisabet nagelaeten kinderen van Neeltgen Tucker bij Jan Heuven. Op 22 oktober 1661 is het testament herzien.

Op 3 juni 1662 verklaart Hessel Petersz, wonende te Vianen, schuldig te zijn aan Cornelia Hooglants weduwe van Willem van Weelij, wonende te Vianen, 1.200 cg geleend geld en stelt als pand 3 morgen op de Hogenweerd, en comparant nom ux aangekomen door dode van Coen Jansz Tucker.

Op 10 juli 1662 transporteren Frederick Coenen Tucker, Melis Coenen Tucker, Hessel Petersz, getrouwd met Jannitgen Coenen Tucker en allen procuratie hebbende van Lijsbeth Jans Verhoeff en Peter Jansz Verhoeff (x Magdalena Cuijpers), zijnde nagelaten kinderen van zaliger Neeltgen Coenen Tucker, tesamen erfgenamen van Coen Jansz Tucker zaliger (procuratie notaris Hendrick Rosa Amsterdam 11-7-1662), aan Gerrit Adriaensz Pater en Cornelis Jacobsz Gelderman, een boomgaartje groot 2 hont in de Biesen naast het huis van Jan Baerentsz.

Op 1 februari 1665 verklaart Hessel Petersz, getr. met N.N. (wettig geboorte) ontvangen te hebben 1.600 cg van Vrouwe Margriete Pellicorne, vrouwe vasn Houdringen en Lauenrecht, won te Utrecht, ter cassatie van een obligatie en stelt nu als pand, 3 morgen op de Hogenweert, strekkende van de Biesenweg tot de scheijl voor van de heer Van Rijsenborghs hoeff; nog 10 hont in de Biesen, strekkende van het land van Jan Baerentsz Tucker tot Frans Jansz; comparant aangekomen bij loting dd 3 juli 1662 voor het gerecht alhier, tegen de gezamenlijke erfgenamen van Coen Jansz Tucker.

 

Uit het (?) 1e huwelijk:

1  Frederick Coenen Tucker, bouwman op De Groote Haech te Buurmalsen, schepen van Buurmalsen (1665-1666), buurmeester, geboren ca. 1610, overleden > 1666. Gehuwd 17 juni 1633 voor het gerecht te Utrecht met Joosgen Cornelis de With, geboren te Schalkwijk, dochter van Cornelis Jansz de With en Marichgen Gijsberts van Schaijck

Jannitgen Coenen, (?) gedoopt 1612 RK te Hagestein (get: Janneken Coenen). Gehuwd met Andries Willemsz van Wijck, overleden < 27 april 1656. Gehuwd 27 april 1656 voor het gerecht te Hagestein met Hessel Petersz, overleden > 7 april 1676

Neeltgen Coenen, (?) gedoopt 23 september 1615 RK te Hagestein (get: Stijnken Diricx), overleden < 27 november 1660. Gehuwd 10 juli 1631 te Hagestein met Jan Jansen Hoeven, geboren te Achthoven

Melis Coenen Tucker