Velpen, Pelgrum Gijsbertsz van (ca 1460-1529/34)

Pelgrum Gijsbertsz van Velpen, zoon van Ghijsbert Jansz van Velpen en Aleit NN, geboren ca. 1460, overleden 1529-1534

Gehuwd met

Geertruijt NN

Gehuwd met

Cornelia Heijmerickx, overleden 1548-1553. Gehuwd met Jan Voscuijl

 

Bronnen: 1) razu.nl, 2) NT00061_10. Nadere Toegang op inv. nr 10 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 3) NT00061_15. Nadere Toegang op inv. nr 15 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 4) NT00061_16. Nadere Toegang op inv. nr 16 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 5) NT00061_29. Nadere Toegang op inv. nr 29 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 6) NT00061_30. Nadere Toegang op inv. nr 30 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 7) NT00061_45. Nadere Toegang op inv. nr 45 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 8) NT00061_54. Nadere Toegang op inv. nr 54 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 9) onsvoorgeslacht.nl, 10) Repertorium op de lenen en tijnsen van de proosdij ten Dom, 1174-1660, J.C. Kort. Historische reeks Kromme-Rijngebied, deel 11. Historische Kring Tussen Rijn en Lek. Houten, 2010, 11) De lenen van de hofstede Wijk, 1355-1664 (1677), J.C. Kort. In: Historische reeks Komme-Rijngebied 6 (2001), ‘Repertorium op de lenen van Gaasbeek’. Uitgeverij Verloren ism de Historische Kring ‘Tussen Rijn en Lek’, 12) Overlangbroek op de kaart gezet. Dorp, landschap en bewoners, waaronder een familie De Cruijff, Kees van Schaik. Houten, historische kring ‘Tussen Rijn en Lek’. Hilversum, Uitgeverij Verloren, 2008, 13) bhic.nl, 14) Enkele oudere generaties van het geslacht Van Vulpen te Doorn, M.S.F. Kemp. In: Gens Nostra, jrg. 26 (1971)

In 1484 tienden te Doorn: Darthuizen Pelgrum van Velpen.

Tienden van de Dom in Langbroek: 1488 50-1 Pelgrum van Velpen; 1493 50-3 Pelgrim van Velpen & Wouter de Wijse; 1494 50-4 Wouter de Wijse & Pelgrom van Velpen; 1495 50-4 Pelgrum van Velpen; 1496 50-3 Pelgrum van Velpen; 1497 50-3 Pelgrum van Velpen; 1499 50-4 Pelgrum van Velpen; 1506 50-2 Jan van Velpen Pelgrumsz en Jan van Broeckhuijsen

Oudschildgeld te Darthuizen: 1501 Pelgrum van Velpen 1½ mud rogge 10 schilt en 5 mud rog, betaalt zelf; 1511 Pelgrum van Velpen als voren betaalt zelf 15m; rest Jan van Velpen 1½ mud rogge.
Oudschildgeld te Doorn: 1501 Gisbert van Vulpen 8½ mud rogge, betaalt Pelgrim van Velpen 8½ m; 1511 Gijsbert van Vulpen 8½ mud rogge, betaalt Pelgrim van Velpen 3 m en 1 m en 1½ h en betaalt Peter van Velpen 3 m +1 m en 1½ hont.
Morgengeld Overlangbroek: 1501 Pelgrum 16 m, facit 6 goede mergen, bet zelf; 1511 Pelgrum 16 m (8), bet Pelgrum van Velpen.

Op 10 maart 1502 is Pelgrim van Velpen beleend met een halve hoeve in Tuijl (onder Doorn), bij dode van Gijsbert, zijn vader. Op 7 februari 1518, 14 juni 1525 en 10 juli 1529 Pelgrim van Velpen Gijsbertsz. Op 2 januari 1535 Jan van Velpen bij dode van Pelgrim, zijn vader.

In 1505 ‘des Doemproestijen tijns tot Doern’: Pelgrum van Velpen 1/2 hoeve in Twl 2 s 6 d.

In 1506 tienden etc te Doorn van de Dom: Darthuizen: Pelgrum van Velpen, borgen Gerijt van Wijck en Jan van Velpen.
Op 31 januari 1506 Jan Jacobsz verklaart schuldich te wezen aan Jan van Broeckhuijsen 3 mud rogge jrl uit 4 m te Darthuijsen. Over oa Pelgrim van Velpen.

Op 27 mei 1508 draagt Cornelis Lambertsz op de vrije thinsweer van 1 hoeve met hofstede te Doorn, op Peter van Velpen die het meteen in erfpacht teruggeeft voor 2 gouden Hertoch Phil. gulden jrl. Over: o.a. Pelgrum van Velpen.

In 1509 pachters te Doorn van landerijen van het Heijlich Cruijsgasthuis: Tiende int Gat van de Berch: Jan van Wlpen om 12 mud rogge, borgen zijn Pelgrum van Wolpen zijn oem en Peter van Volpne zijn broeder.

In 1516 ‘zaterdach na Sacrament’ constitueert Pelgrum van Velpen.

In 1517 huisgeld te Darthuizen: Pelgrom van Welpen 3 gu.
In 1517 ‘donderdach na Katherinen’ Pelgrum van Velpen leijde int gerecht xxix currente gulden nae taxatie van scepenen t.b.v. Alit van Broechuijsen.

In 1524-1525 rekeningen van de bisschopelijke officiaal: Andries Jansz – Pelgrum van Velpen.

In 1525 huisgeld te Darthuizen: Pelgrim van Volpen 3.
Ca. 1525 huert Pelgrum Gijsbertsz van Velpen 1 hoeve in Langbroeck daar Henrick Woutersz ¾ en Aelbert van Noirde ¼ deel van hadden. Pelgrum kocht een huijsinge op dit land voor 30 oude scilden. Ende was op dese lande gesaijt ende gegreven van Eerst van Schadwijck dat sellen die heren Eerst vrsz gheven ofte betalen; zonder datum.

Op 10 juli 1529 wordt Pelgrim Gijsbertsz van Velpen beleend met een halve hoeve int kerspel Doern aen alrehande stucken tot een oversterfelijk erfleen, bij versterf 1 pont guedt gelts. Over Cornelis Hermansz en Thoenis van Velpen.

Ca. 1534 transporteren Willem Eelgisz, Claes Jansz, Willem Alertsz x Marijgen, Steven Willemsz, Aerntge Claes Goesens wedue, Beertgen Willem Willems wedue en Cornelia Pelgrum van Velpens wedue op Roetert Cornelisz die Mandemaecker x Anthonia 1/9e deel van een huijs.

Op 5 juli 1535 Jan van Velpen, Jonge Jan van Velpen, Aert Hermansz x Sophia, Reijer Melisz x Herman Pelgrum van Velpens dochters versus Tonis Pelgrumsz van Velpen hun broer, over hun erfenis – elk 1/5e deel van de helft van Pelgrums boedel – van Geertruijdt hun zaliger moeders wege. Genoemd Aert Henrickx van Ommeren die een huwelijkse voorwaarden-brief zegelde voor Pelgrum; hebben gevijven een stieffmoeder.
Op 16 november 1535 transporteren Willem Eelgisz x Jutgen, Claes Jansz x Alijt, Willem Alertsz x Marijgen, Steven Willemsz, Aerntgen Claes Goesensz weduwe, Beertgen Willem Willems weduwe en Cornelia Pelgrum van Volpens weduwe, aan Roetert Cornelisz de mandemaker x Anthonia 1/9e deel huis in Twijstraet (te Utrecht) hen aangekomen na dode van Lijsbet van Riebeeck Peter Henrick de molemakers weduwe, die tevoren Jan Woutersz van Nijenhuijs huisvrouw was.

In 1536 oudschildgeld Nederlangbroek: eigenaar Neel Pelgrums wed. te Wijk, gebruiker Aernt Mertensz.

Op 17 juni 1539 transporteren Evert Heijmericksz de Greve x Ariaentge en Cornelia Pelgrum van Volpens weduwe, zijn zuster, aan Dirck van Rossum Willemsz elk 1/9e deel v/e huis in Twijstraet (te Utrecht) hen aangekomen van dode van Lijsbet Jansdr van Rijebeeck, weduwe Peter Heijnrickx de meulemaker.

In 1544-1545 huijsrenten te Wijk bij Duurstede: In die Vorderstraet: Neel Pelgrims van Velpens wedue 8 st current.

Op 2 mei 1547 transporteert Dirck Jansz die Cruijff wonend Dwersdijck op Cornelia Pelgrums wedue een rente van 10 car.gu jrl uijt een kamp land int Wijkerbroeck.

Op 17 januari 1548 bekenne en lije ick Jacob Gerritsz met Beatris zijn huisvrouw, dat wij ontvingen van Cornelia Pelgrum van Vulpens wedue 200 car.gu die mij met Beatris belooft sijn bij huwelijckse voorwarden, voor welke som Cornelia zal bruicken een rentbrief van 10 car.gu jrl verzekerd op een kamp int Wijkerbroeck geheten Scoenresche nu toebehorend Dirck die Cruijff, tot de tijt dat Cornelia haar geld weer heeft oft dat die kinderen van Jacob Jansz van Velpen samentliken aen Cornelia de vrsz brief overgegeven zullen hebben. 

Op 7 mei 1561 informacie inzake civiele kwestie van Cornelia Pelgrum van Velpens weduwe enerzijds, en Heijmerick Evertsz c.s. en Dieuwertgen Evert de Greeffsweduwe anderzijds. Gedaagden inzake acte van eis jegens gedaagden van 7 juni 1558. Genoemd een obligatie beginnen Ick Evert Heijmericksz van 2 oktober 1546 bij Evert de vrsz gedaagdes man zelf geschreven en met zijn merk ondertekend [wezende een Jerusalemskruis]. Cornelia vrsz is zuster van Evert Heijmericksz die nu onlancx St. Jansmisse toecomende 5 jaar terug overleed nalatend zoon en kindskinderen etc.

In 1561 is er een conflict tussen heer Dierick Spierinck van Wel, abt van de abdij van Berne te Heeswijk, en Dierick Ruijsch, eigenaar van het goed Oud Broeckhuijsen onder Doorn. Het conflict gaat over het maaien van heide onder Valkenenghe (bij Maarsbergen) dat bezit is van de proosdij van Maarsbergen.
Zo verklaart op 6 augustus 1561 Margriet Dierick Jansdr, wonende Leusderbroeck en oud omtrent 50 jaren, dat ‘sommige bueren van Derthesen als Pelgrum van Velpen daer den proest groot mede was en dicwils by malcanderen te gast ginge zoe dat die voirn. Pelgrum van Velpen heije ghemaijt heeft op Valckenenghe bij consent van den proest en men mit hem doer die vinger sach. Sonder oock te weten dat Pelgrum van Velpen zijn scapen doen hueden heeft op Valckenenghe dan dat tselve wel ghebeurt mach wesen overmits men doe ter tijt nijet zoe nae en sach als men nu doet ende besonder op Pelgrum van Velpen die groot was mirten voerss proest’.
Gerrit Evertss, 80 jaar oud en wonende te Leersum, die zijn ‘leven lanck twee boochschoten weechs heeft gewoent’ van de Proosdij en verklaart dat 60 jaren geleden de toenmalige
Proost Jan Spierinck van Wel twee zeijssen liet afpakken van Pelgrum van Velpen, en dat er onlangs vechtpartijen hadden plaatsgevonden tussen dienaren van de proost en de kleinzoons van Pelgrum, waaronder een Ghijsbert Thoniss van Velpen die ook nu nog als ‘hem belieft bij schoene daegen plagghen op Valckenenghe haelt’.
Op 11 augustus 1561 verklaart Thonis Henricks van Bruessele, wonende tot Oostbroeck oud omtrent 88 jaeren ‘dat geweest tusschen vijftich en sestich jaeren hij getuijge geweest heeft gehadt op een bouwinge Nijhorst toebehorende die Proost van Meersbergen ende heeft hij getuijge daernae gedient int gat van den berch daer die van Leersum en Derthuijsen gelant sijn aen een anderen gewoont geleden wesende 53 ofte 54 jaer en daernae aen malcanderen gewoent te hebben op Rumelaer in Meersbergen. En dat doer gunste van den Prooste Spierinck wel gebuert is geweest dat Pelgrum van Velpen wonende op Olde Broeckhuijsen en Willem de Cruijff al buijren tot Derthuijsen dat se een voeder twee ofte drie heij hebben mogen halen op de Proestije goederen, ende dit selve seijde wel hooren seggen te hebben nu in de somer verleden van een vrouwspersoon geleden sestich jaer mit haer moeder bij de Proest en dat hem getuijge kenlijck is dat die Proeste van Meersbergen hier voirschreve plegen bij de bueren van Derthuijsen ter kermisse te gaen en oock bij hen te comen’.

In 1562 voor Dirck van Oostrum schout, Otto de Witt schepenburgemeijster, Gijsbert van Cleve en Dirck van Sulen van Natewisch schepenen, compareert Jan van Vulpen de Jonge, Ffij Aert Hermenss mit haren gecoren voogd en mombair Jan van Vulpen, Cornelis Jacobsz, Jacob Jacobsz, Jacob Thijsz vervangende Elbert Heijnrickx en Jan Heijnrickx, Andries Reijersz, Thonis Jansz, Pieter Gerritsz en Marie Rijersdr met Peter Aertsz van Schevichoven haar voogd en transporteren op Evertgen Gijsbertsdr inwoonster van Wijck bij Duurstede de helft van een huijs en hof a/d oostsijde van de Vorderstraet tot aende stadtmuer streckende, hen aanbestorven van dode van Pelgrum van Vulpen ende Neel Heijmerickx des voorschreven Pelgrums wedue in lijftocht beseten heeft. Op 2 december 1562 Jan van Vulpen Pelgrumss den Ouden vervangende Marrigen zijn huisvrouw (bij wie hij geen geboorte en heeft) en transporteert zijn deel en aenpart in het huijs en hof alsvoren t.b.v. Evertgen Gijsbertsdr voorschreven.

Ca. 1563 verklaart Jan Jansz Vos borger tUtrecht schuldich te wesen aan de kinderen van Jacob Gerritsz geheten Jacob Jacobsz, Cornelis Jacobsz, Marij Jacobsdr 250 gu heercommende oerspronckelijk van tversterf van Cornelia Pelgrom van Velpens wedue zal.

Op 27 maart 1568 Weijndelmoet Gorisdr weduwe Jan Gijsbertsz Voscuijl, Matthijs Jansz Voscuijll zijn broeder [sic], voogd over Jan’s onm kinderen, erfgenamen van Jan Voscuijll en van Cornelia Pelgrum van Velpen’s weduwe.

 

Uit het 1e huwelijk:

Jan Pelgrumsz van Velpen, overleden > 15 december 1571. Gehuwd met Beatris Dirckx, dochter van Dirck Jan Goesz, overleden < 3 oktober 1564. Gehuwd met Marrigen NN, overleden 1571-1574

Sophia Pelgrums van Velpen

Herman Pelgrums van Velpen. Gehuwd met Reijer Melisz

Tonis Pelgrumsz van Velpen, overleden 1556-1557

(Jonge) Jan van Velpen, overleden > 1562