Weijde, Dirck van der (ca. 1410->1477)

Dirck van der Weijde, zoon van Jacob Spruut, geboren ca. 1410, overleden > 1477

Gehuwd met

(?) Elisabeth NN, overleden > 28 juni 1459

 

Bronnen: 1) razu.nl, 2) NT00061_23. Nadere Toegang op inv. nr. 23 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 3) NT00061_37. Nadere Toegang op inv. nr. 37 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 4) NT00061_42. Nadere Toegang op inv. nr. 42 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht

NB: Het is ook mogelijk dat Elisabeth de vrouw is van Dirck’s zoon Dirck Dirckx van der Weijde.

In 1434 op Sint Lijsbethdach voor Jacob Spruut, scout int Wael voor Ghijsbert Scout, compareert Ghijsbert Scout voorschreven met Henric zijn outste soen, en transporteert 4½ morgen streckend uijt Waelrewetering int Dijnster aan Dirc van der Weijde Jacob Spruutsoen.

Op 14 maart 1435 ‘maendach na St. Gregoriusdach’ voor Jacob Spruut, schout van Wael voor Ghijsbert Scout, compareert Dirc van der Weijde Jacob Spruutsoen, en transporteert 4½ morgen int Wael aan Goijert Goeijertssoen van Gheer. Ghijsbert Scout verklaart geen rechten meer te zullen doen gelden aen deze 4½ morgen.

Op 26 april 1439 is Dirk van der Weide beleend met 8 morgen bij de hofstede ter Weide, met lijftocht van Machteld zijn dochter. 

Op 8 juni 1440 so plach in voortijden te houden van den hofstat van Loenresloot Gerrit van Oestrum Philipss die tiende int Wale tusschen de hofstede Johan Kroecken etc, die Gerit te houden plach van Jfr van IJsendoern. Doe dede Gerit de nahand aen Dirc van der Weijde. Dirc transporteert op Jfr Alijde Gijsbertsdr van Raephorst en na haer dood op Johan van Lantscroen haer oudste zoon.

In 1443 ‘op sondach post Margarete’ handelt een zaak tussen Willam van der Weide ende Deric van der Weijde. Getuigenis van Gerit Mathijsz, heeft 40 jaar 6 oft 7 booschschoten van de hofstede ter Weijde gewoond welke nooit tijns of tiend gaf. Gherrit van der Coppel is geboren ten naeste lande van de voorschreven hofstede en woonde er 18 jaar en toefde er vaak, wel 50 jaar lang, zo ook Johan Willemsz.

Op 4 augustus 1448 is Dirk van der Weide beleend met de hofstede ter Weide buiten de St. Katharijnepoort te Utrecht bij de Berden brug aan de Hoge Weide, waar Dirk van der Weide, die leenman is, op woont, 6 morgen, tijns, tiende, getimmerte, gerecht en toebehoren in het kerspel Vleuten, bij overdracht door Willem van der Weide. Op 29 december 1453 Bernard Grawart voor Adriaan, zijn zoon, bij overdracht door Dirk van der Weide en op 30 december 1453 diens lijfotcht. In 1459 op St. Aechtendach zijn de huwelijkse voorwaarden opgesteld tusschen Erst van Draeckenborch en Jfr Joest Jansdr van der Haer. Zij krijgt onder andere mee van haar vader 3 morgen gelegen bij de hofstede ter Weijde daer Dirck van der Weijde plach te wonen, leen van de proest van Oudmunster.

In 1449 gebruikt Dirc van der Weijde 2½ morgen erfelijk in Honswijck. In 1455 Evert Scout tot zinen live.

Op 28 oktober 1453 is Aelbert Dirckx beleend met 1 morgen in Wellincwijkervelt na opdracht van Peter Reijersz. Op 28 juni 1459 Elisabeth, gehuwd met Dirk van der Weide. Op 25 maart 1476 Gerard Albertsz.

Op 14 april 1459 een leenbrief van Lijsbeth van der Weijde Dircs geechte wijf van der Weijde, van 3 morgen te Honswijck. Voor haar deed Dirc van der Weijde haer man hulde. Zij transporteert dit land meteen op Danelt Roelofsz. Op 28 juni 1459 zijn Elijsabeth en Dirc van der Weijde beleend met 1 morgen in Wellincwijck int gerecht van de heer van Culemborch, strekkend van de Middelsloot inde Leck.

In ca 1460 Henrick Trant, Dirck van der Weijde en Mechtelt Herman Coevoets wijf was hebben een vicarie gesticht in de kerck te Honswijck daer Gherijt heer tot Culenborch collator af is. Heer Jan van Bloemesteijn, ridder, had lang verleden in Honswijck een cappelle gesticht staende aen de Leckendijck bij de Bloemensteijnsen Nijenwech. Heer Jan van de Velde is besitter van de capelrie nu ter tijt. Heer Gerrit Jacobsz en Dirck van der Weijde gebroeders, geboeren van Bloemesteijn, kinderen van Jacob Spruut, willen beijde samenvoegen. Zij melden dat hun vader alsmede Jan die Heelt, Huijghe die Heelt, Aernt Stulinx sone en meer andere oude buerluijden in Honswijck beleefd hadden de oorlog tusschen Arckel en Vijanen toen was de kerck verbrant en een man door het raem van de kerck doot geschoten en vele huijslieden gevangen meegevoerd. Zij hadden 100 oude scilden ontvangen ter reparatie, maar dit was te weinig etc.

Op 2 juni 1466 belooft Arijaen Velkener een rente van 4 oudscilden jaarlijks gaende uijt een waard, leengoed van Culemborh, welke rente hij verkocht aan Dirck van der Weije, binnen 4 jaar te zullen lossen op straffe van verval van zijn leenweer.

In 1468 op dinsdach na Sondach Invocavit ontving Derick Derck Weijkensz na opdracht van Engele Peters wedue van Canenbroeck 2 morgen in Honswijck haer aenbestorven van Frederick van Canenbroeck hoer soen, opstreckend van de Wetering inde Leck. Op 29 december 1472 op dinsdach na Heilige Korsdach is Gijsbert Dircss van der Weijde gecomen mit sijn vier vierendelen alsde Derck van der Weije die Oilde en Jan Bor Gijsbertss van zijn vaders wegen en Herman Jans van Berge vanwege sijn moeder ontvangt 2 morgen in Honswijck, strekkend van de Wetering inde Leck. Zij dragen samen op aan Thonijs sijn broeder, onmondig, voor wie huldinge doet Huge van der Weije. Op 10 januari 1495 Johan Dirckx van der Weije als een toevenger ten behoeve van Willem Jansz van der Weij sijns soens, na opdracht van Ghijsbert van der Weij, beleend met 2 morgen te Honswijck, opstreckend van de Wetering in de Leck.

In 1470 morgengeld te Hontswijck: Dirc van der Weijde 10 hont.
In 1470 oudschildgeld Schalkwijk: Henric van Vianen, Jan Hol en Florens van Jutfaes 10 m, bet. Florens van Jutphaes 1m vhzelf, Jan Willemsz vanwege de oude Dirc van der Weijde 4 m, rest 2 m.
In 1470 morgengeld Tull en ’t Wael:

  • Jan Ruijsch en Dirck van der Weijde 8 m, s Jan die Heelt 4 m en Dirck v/d Weijde Sr 4 m elk 4 st,
  • Dirck v/d Weijde Jacob Spruijtsz, nu ‘die Oude’ 2 m, s self 2st,
  • Dirck v/d Weijde Sr 2 m en Buddinc 2 m nu Dirck vrsz Sr, s Dirck v/d Weijde Sr 4 st,
  • Wernair van Spijegels erfg., nu Dirc van der Weijde Sr 10 m + Dirc van der Weijde 11 m, s Dirck v/d Weijde Sr 21 st van 21 m,
  • proest van St Pieter 1 viertel, s Dirck v/d Weijde Sr 4 st.

In 1471 ‘Opten Palmavont’ voor Jacob van Rossom, scout ten Waell, compareert Jan van Zulen die ontving van Claes Gherijtss in erfpacht 4 morgen streckende uut Waelrewetering. Over waren Dirc van der Weijde, Dirck van der Weijde Dircs soen voorschreven, en Herman van den Berghe.

In 1477 op ‘Heijlige Palmavont’ voor Alaert van Rossum, scout int Wael, compareert Aernt van Zulen die ontving van Claes Gerijtss 4 morgen in erfpacht. Over waren Dirck van der Weij, Herman van den Berghe en Gerijt Jansz.

 

Uit dit huwelijk:

1  Machteld Dircks van der Weijde

Aelbert Dirckx van der Weijde, schepen van Honswijk (1461-1462), overleden 1474-1476

Dirck Dirckx van der Weijde, overleden 1470-1472

Hugo Dircksz van der Weije