Wijckersloot, Hendrik Roelofsz van (ca. 1536-1605)

Hendrik Roelofsz van Wijckersloot, houtkoper (1584-1589), kistenmaker, raad van Utrecht (1587-1588, 1600-1603), zoon van Roelof Reijersz van Wijckersloot en Wendelmoet Lubbert Matthijs, geboren ca. 1536, begraven 4 juni 1605 te Utrecht

Gehuwd ca. 1555 met

Anthonia Jans van Benthem, dochter van Jan van Benthem en Christina NN, geboren ca. 1535, overleden > 1585 te Utrecht

Gehuwd met

Theuntgen van Houten

Ondertrouwd op 6 januari 1594 te Utrecht en gehuwd met

Maria Jans van Gulik, overleden en begraven 23 december 1610 te Utrecht. Gehuwd met Lubbert Woutersz van Plaets

 

Bron: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) Overluidingen, Cor Snabel. Uit: De Navorscher deel 36 (1886) tot en met deel 51 (1901) en geindexeerd, 3) Recepta ex pulsatione campanarum in funeribus defunctorum. Archief domkapittel no 651 (fabrieksrekeningen) en 702, Simon den Daas. Utrecht, 2012, 4) Nadere toegang op de inv. nr 45 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht

Op 20 april 1575 koopt Hendrik van Wijckersloot ‘alinge huijsinge ende hoffstede mitten hoff enden poortwech westzijde Gragten bij de Reguliersbrugge daer die Croijwagen uijthangt, tesamen met de acht cameren in de Brantsteech’. Het eigendom is belast met 32 stuijvers en 4 penningen ten behoeve van vicarie ’t Oudemunster en een plecht van fl 1100,- met 6% ten behoeve van Egbert van Schonenborch. Op 7 februari 1576 sluit hij een overeenkomst met zijn buurman Willem Henricxs Thoen, wonende in “Den Gulden Schaeff”. De overeenkomst betreft de poortwerk en lichtschepping. Op 31 oktober 1578 verkoopt Hendrik een deel van zijn eigendom, te weten ‘alinge huijsinge hoffstede, 2 cameren daar achter op de hoeck van de Brantsteech’. Het huis genaamd Croijwagen wordt in 1585 door Hendrik en Anthonia overgedragen aan hun zoon Jan.

In 1578 wordt Henrick Roelofsz van Wijckersloot, kistemaker, 36 pond tot lijve van Cristina 17 jaar, ingeschreven als burger van Utrecht.

Hij koopt op 15 september 1579 een huis aan de oostzijde van de Springweg van de prior en conventualen van het Regulierenklooster voor een koopsom van fl 200,- waarvan fl 100,- aen gerede penningen ontvangen en fl 100,- plecht. Hij verkoopt het huis weer op 13 mei 1584. Enkele maanden later, op 17 oktober 1584, koopt hij ‘huijsinge en landen achter de Twijnstraet’.

Op 8 september 1582 Henrick Roelofsz, Thomas Roelofsz en Herman van Cothen van der Meer vanwege Jan Henrickx, Cornelis en Joost Joostensz van Voorst en Jan Claesz van Overmeer vanwege Sophia Cornelisdr van Voorst, huwelijkse voorwaarden. Henrick Roelofsz geeft zoon Jan f 1000, en Cornelis van Voorst zijn dochter f 2000, namelijk f 1500 in geld en een rentebrief van f 500 sprekende op Eelgis Willemsz van Schaijck te Houten bevestigd op een erfpacht van de RDO.

Op 24 december 1589 sluit Hendrik een overeenkomst met het armenweeshuis over muren en gaten. In een gerechtsbrief van Utrecht 1589 verklaren de huismeesters van het Weeshuis, de godskameren van de domproost Cornelis van Mierop verplaatst te hebben naar de Springweg, achter het Weeshuis, en dat hun naaste buurman zuidwaarts, Henrick Roeloffsz van Wijckerslooth, hun toegestaan heeft een loden goot te mogen leggen op de scheidingsmuur van beider percelen.

Op 30 september 1591 verkrijgen Henrick Roeloffsz van Wijkerslooth en Cornelis van Hoochloon, beiden van Uijtrecht, garantie van Jan Flaminck Willemsz voor gedane borgtocht voor Beernt Dircksz van Haestenberch vanwege pacht van de tol te Wyk by Duurstede die laatstgenoemde gepacht heeft van de staten van Utrecht en hun rentmeester Willem van Lamzweerde.

Op 11 mei 1594 koopt Hendrik ‘alinge huijsinge ende hoffstede met gemene waterputh mit kelder, kluijs, bodem en boort met al het houtwerck, liggende oostzijde Nieustraet. Het eigendom is belast met oud eijgen van 21 stuijvers en 4 penningen jaarlijks ten behoeve van ’t Convent van Heilige Pauwels, een plecht van fl 500,- met 6% en een plecht van fl 400,- met 6,25%.

Op 30 september 1595 Henrick Roelofsz van Wijckersloot, borger, gehuwd met Maria Jansdr van Gulick, testeren. Erfgenamen zijn voorzoon Jan en voordochter Cristina gehuwd met Jan Florisz Hanneman, Genoemd onder andere Cornelis Thomasz van de Wijckersloot die zij legateert.

Op 17 mei 1598 koopt hij een volgend pand aan de oostzijde van de Nieuwstraat. Het betreft een ‘huijsinge ende hoffstede, letste bewoner Jan Janss van Es’. Plecht fl 274,25 ten behoeve van die gemene vicarien van Sinte Marien. Op 2 februari 1599 sluit Hendrik een plecht af van fl 400,- betrffende een ‘huijsinge en hoffstede aan de Lege Marsegast’.

Op 27 augustus 1600 doen Henrick Roelofsoen van Wijckersloot en zijn vrouw Marrichgen Jansdochter ten behoeve van Gerrit Spelt afstand van de goederen, hun aangekomen van Reijer Janssoen.

Op 5 september 1605 Maria Jansdr van Gulich, weduwe Henrick Roeloffsz van Wijckersloet, legateert Antonia Jan Floriss van Snelreweertsdr, die bij haar woont.

 

Uit het 1e huwelijk:

Johan Hendricksz van Wijckersloot

Christina van Wijckersloot, geboren 1560-1561, overleden oktober 1618 (overluiding 10 oktober 1618 te Utrecht). Gehuwd met Johan Florisz van Snelderweerd, overleden juli 1624 (overluiding 23 juli 1624 te Utrecht)