Wijckersloot, Johan Hendricksz van (1557-1602)

Johan Hendricksz van Wijckersloot, schrijnwerker, houtkoper, meubelmaker (1595-1602), vaandrig in de Utrechtse schutterij, zoon van Hendrik Roelofsz van Wijckersloot en Anthonia Jans van Benthem, geboren 20 december 1557 te Utrecht, overleden 27 juli 1602 te Utrecht (vermoord), begraven in de Geertekerk

Gehuwd in 1582 (huwelijkse voorwaarden 8 september 1582) te Utrecht met

Sophia van Voorst, dochter van Cornelis van Voorst en Petronella Claas Gerrits van Overmeer, geboren 21 april (den derden manendach nae Paeschen, 6 april) 1561 te Utrecht, overleden 9 november 1623, begraven 10 november 1623 in de Geertekerk te Utrecht (#)

 

Bron: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) Verzameling Van Buchel-Booth 1295-1695

Op 8 september 1582 Henrick Roelofsz, Thomas Roelofsz en Herman van Cothen van der Meer vanwege Jan Henrickx, Cornelis en Joost Joostensz van Voorst en Jan Claesz van Overmeer vanwege Sophia Cornelisdr van Voorst, huwelijkse voorwaarden. Henrick Roelofsz geeft zoon Jan f 1000, en Cornelis van Voorst zijn dochter f 2000, namelijk f 1500 in geld en een rentebrief van f 500 sprekende op Eelgis Willemsz van Schaijck te Houten bevestigd op een erfpacht van de RDO.

In 1585 vindt voor schout en schepenen van Utrecht de overdracht plaats door zijn ouders Hendrik Roelofsz, kistemaker, en zijn vrouw Anthonia Jansdr van Benthem, aan Jan van Wijckersloot van een huis en hofstede genaamd Croijwagen tussen de Brandsteeg en de Reguliersbrug, met retroakten vanaf 1432. Het huis blijft eigendom tot 1612. Jan van Wijckersloot wordt samen met zijn zus Christina op 11 juni 1588 volgens testament van zijn moeder eigenaar van roerende en onroerende goederen.

In 1588 wordt als burger te Utrecht aangenomen Jan Henrickx van Wijckersloot en huijsvrouw, 28 pond ten lijve van Joistgen, 2 jaar.

Op 6 oktober 1589 kopen Jan Henricks van Wijckersloot en Sophia Cornelis van Voorstdr een ‘huijsinge en hoffstede, kelder en cluijs, gelegen aen de Lijnmerct’ van Jan Florisz Hanneman en Christina Henrick Roeloffsdr (zijn zus en zwager). Het huis was reeds belast met f 5 en 5 stuijvers ’s jaers oude renten. Daarnaast sluiten zij een lening van f 1000 met 6%.

In 1592 sluit Jan van Wijckersloot een pachtcontract af met de mater en het convent van S. Cecilia te Utrecht betreffende zeven morgen land onder Heijcop in het gerecht van Oudenrijn. Op 4 maart 1594 sluit hij een lening af van f 350 met Beernt Jansz Vorrinck op diens huis aan de oostzijde van Corte Viesteech. Op 21 maart 1595 kopen Jan van Wijckersloot en Jan Janss, houtcoepers, van Nicolaas Hillebrantss, poorter tot Ampselredam een ‘vlotschuijte mit toebehoren voor f 630 als rest van coop’.

In 1602 verzoekt Jan Hendriksz van Wijckersloot om attestatie voor de rechter door vier burgers van Utrecht betreffende diens woordenwisseling met Hendrik Ammesz van Hoorn over de houtkopersnering. Jan probeert de doopsgezinde koopman uit Holland te verhinderen hout te verkopen in Utrecht. De ruzie loopt uit de hand en bij de daarop volgende vechtpartij op 27 juli 1602 raakt Jan van Wijckersloot dodelijk gewond ‘wanneer hij den eest van een schipper van Hoorn met een can an sijn hooft gequest werd’. Zus en zwager van Sophia van Voorst, Aernout van Buchel en Claesje van Voorst, trachtten Sophia vervolgens te helpen, zowel in financieel opzicht als door met de dader over een schikking te onderhandelen. In 1603 wordt een akte van verzoening getekend tussen verwanten van Jan Hendriksz van Wijckersloot en de echtgenote en verwanten van Hendrik Ammesz van Hoorn.

Op 30 januari 1606 wordt Sophia van Voorst eigenares van een plecht op de ‘huijsinge buijten de Wittevrouwepoort, genaamt “De Gulden Swaen”. Het betreft een lening met een losrente van f 1050 ten laste van Jan Sijmontsz, gesteld op een lening van 8 april 1590. Oud eigenaar Gerrit Sijmontsz ‘sal de eerste betaling van de rente met paschen 1606 nog self ontvangen’.

Op 30 juni 1612 wordt een acte van uijtcoop opgemaakt waarbij ‘huijsinge ende hoffstede, ende acht cameren daergen staende, bewoont door Sophia van Voorst, WZ Oude Graften bij de Reguliersbrugge van outs “de Croijwagen” uijthangt. Sophia van Voorst verkoopt vervolgens op 23 oktober 1612 ‘alinge huijsinge ende hoffstede mit buffet ende schilderijen daer op staende, ext. mitten hoff, mitsgaders een poortwech, gelegen WZ Oude Grafte bij de Reguliersbrugh, genoemt “de Croijwagen”. Outeijgen 32 stuijvers 4 penningen ten behoeve van vicarie van Oudemunster’ aan haar zoon Cornelis Jansz van Wijckersloot en zijn vrouw Alidt van Nellesteijn. Het bezit is belast met een lening van f 3400 met 5½% ten behoeve van ‘Petertgen ende Henrick (Sophia’s kinderen) op de huijsinge en cameren gevestigt te samen met 8 cameren in de Brantsteech’.

Op 13 april 1614 verleent Sophia een lening van f 400 met 6¼% aan Matthijs de Ridder en zijn vrouw Catharina Gerrits. Als onderpand geldt een ‘huijsinge en hoffstede’ aan de noordzijde van de Minrebroederstraat. Matthijs stelt tevens tot onderpand een stadsplecht van f 500 met 6¼% ten laste van Willem Herman van Bijlen, gevestigd op een kamer in noordzijde van de Minrebroederstraat.

 

Uit dit huwelijk:

Petronella van Wijckersloot, geboren 29 september 1583 te Utrecht, overleden 19 november 1670 te Utrecht. Gehuwd op 10 december 1616 in de Geertekerk te Utrecht met Wilem van Nellesteijn, medicus, schepen van Utrecht (1619), lid van het Utrechts vroedschap, zoon van Assuerus Henrixsz van Nellesteijn en Claertge Willems van Leemputt, geboren 1586, overleden 26 juli 1628 te Utrecht

Hendrica van Wijckersloot, geboren 11 september 1584 te Utrecht, overleden 2 oktober 1636 te Utrecht (pest), begraven in de Jacobikerk te Utrecht. Ondertrouwd op 26 oktober 1606 en gehuwd op 9 november 1606 in de Geertekerk te Utrecht met Anselmus Selmius, raad en pensionaris van Utrecht, rechter (veroordeelde Johan van Oldenbarneveldt ter dood), overleden 20 februari 1640 te Utrecht

3  Cornelis van Wijckersloot, bewindhebber van de West-Indische Compagnie te Amsterdam, geboren 9 februari 1589 te Utrecht, overleden 6 september 1652 te Utrecht. Ondertrouwd op 5 januari 1612 en gehuwd op 12 januari 1612 in de Geertekerk te Utrecht met Aeltgen Zweers van Nellesteijn, dochter van Assuerus Henrixsz van Nellesteijn en Claertge Willems van Leemputt, geboren maart 1589, overleden 10 februari 1622. Ondertrouwd op 24 juni 1626 en gehuwd op 9 juli 1626 in de Domkerk te Utrecht met Johanna Anthonis de Goijer, geboren ca. 1580, overleden 15 december 1626. Ondertrouwd op 11 november 1627 en gehuwd op 18 december 1627 in de Geertekerk te Utrecht met Elisabeth IJsselstein, begraven 31 oktober 1637 in de Jacobikerk te Utrecht. Ondertrouwd op 7 oktober 1638 en gehuwd op 21 oktober 1638 in de Geertekerk te Utrecht met Anna van Broeckhuijsen, begraven 30 juni 1645 in de Nicolaikerk te Utrecht. Ondertrouwd op 13 juni 1647 en gehuwd op 6 juli 1647 in het Antoni Gasthuis te Utrecht met Maria Dircx van Voorburg, geboren ca. 1590 te Delft, begraven 20 november 1649 in de Jacobikerk te Utrecht

Josina van Wijckersloot, geboren 14 december 1590 te Utrecht, overleden 27 november 1643 te Utrecht. Ondertrouwd op 5 februari 1609 en gehuwd op 14 februari 1609 in de Geertekerk te Utrecht met Adriaan Frederickssoon van den Oudendijck, beeldhouwer

Hendrick van Wijckersloot