Reijer Roelofsz van Wijckersloot, richter (1526, 1536) en schout van Nederlangbroek (1507, 1521, 1526-1535, 1537-1539), zoon van Roelof Reijersz van Wijckersloot, geboren ca. 1465, overleden 1541-1545
Gehuwd met
Hendrica van Wijck
Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) razu.nl, 3) NT00061_30. Nadere Toegang op inv. nr 30 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 4) Aanteekeningen betreffende Utrechtsche geslachten. III Van Wyckersloot en Van Wyckerslooth, E.B.F.F. Wittert van Hoogland. In: Genealogische en heraldische Bladen, jrg. 5 (1910)
Op 6 november 1526 neemt Reijer Roelofsz van Wijckersloot voor 26 jaren het schoutambt van Nederlangbroek aan, verleend door de Domproost, om jaarlijks 20 Rijnsche Guldens en 1 vetten ram.
Op 29 juli 1529 heeft Reijer Roelofsz van Wijckersloet schout van Nederlangbroek met buerluiden en landgenoten een maeckgescheijt opgericht tussen Jan die Ridder, Anthonis die Ridder en Cornelia die Ridder, broers en zuster.
Op 1 mei 1535 Jr. Emmerentiane Pauw Lambert Snoijen weduwe scheldt quijt Jan de Ridder gehuwd met Juffrouw Marie alsulcke voorhuer, beterschap op de halve hoeve voerscreven, ten overstaan van Jacob Spaen schout, Reijer Roelofsz van Wijckersloot en Gerrit van Bemmel, landgenoten en bueren.
Op 31 december 1538 compareert voor Beernt Grauwert Henrickx geset scout in Nederlangbroek, heer Claes, pastoir in Overlangbroek, Cornelis Jansz de Wijt en Reijer Roeloffs
welke gerechtelijk tuijgen ten verzoeke van Jan Thonisz de Ridder, dat het waer is dat in voerleden tijden gekomen is den Olden Jan die Ridder en heeft begeert van Eerst van Sonderen [sic], Gijsbert van Hardenbroeck, Arijaen van Pallaes en voert van de gemene buerluijden also Jan onse kerck veel goits heeft gedaen; soe had hij onse kerck 1 oude scilt gegeven die hem niet en toebehoerde en daervan Jan van Oestrum rechte erfgenaam is en vroeg of zij dese oude scilt verlaten wouden en quijtscelden – hij zou ze Jan van Oestrum betalen van eijgen goed. Zo ist geschied. De brief van Jan de Ridder in de kerkekist van 4 oude scilden geldt maar 3 oude scilden en Jan is betaald.
Op 9 april 1545 attesteert Roelof Reiersz van Wijckersloot inzake de uitoefening van het schoutambt van Nederlangbroek door Reijer Roelofsz.
Op 9 april 1545 compareren voor Antonis die Ridder schout van Nederlangbroek, Cornelis die Ridder en Cornelis Thonisz van Lochorst gerechtsluiden, Willem die Ridder 43 jr, Jan die Ridder 35 jr en verklaren over de schulden van Roeloff Reijersz van Wijckersloet, scout van St Jan; genoemd Mor Henrickx, Roeloff van Bemmel den ouden Beernt Grauwert 40 jr, Aert Meertensz 48 jr, Volcken Rijckx 42 jr, Cornelis Stevensz 60 jr, Cornelis Gerritsz 40 jr en Reijer Jacobsz 60 jr; genoemd zaliger Jacob Spaen, diens zoon en weduwe; Roeloff Reijersz van Wijckersloot was ook schout van Nederlangbroek geweest; Gerrit van Bemmel en Roeloff Gerritsz van Bemmel zijn zoon.
Uit dit huwelijk:
1 Roelof Reijersz van Wijckersloot
2 Cornelis Reijersz van Wijckersloot, overleden > 27 februari 1562
3 Jan Reijersz van Wijckersloot, smid, overleden > 8 februari 1567. Gehuwd met Cathrijn NN
4 Daniël Reijersz van Wijckersloot, koster te Langbroek, overleden > 8 februari 1569. Gehuwd met Anna Heijnricks
5 Gerrit Reijersz van Wijckersloot, kanunnik van St. Marie
6 Anna Reijers van Wijckersloot, wonend te Brussel (B), overleden > 8 februari 1569. Gehuwd met Adriaen van Couwenhoven, overleden > 8 februari 1569
7 Willem van Wijckersloot
8 Jacob van Wijckersloot
9 Adriaan van Wijckersloot