Gerrit Evertsen van Woudenberg, zoon van Evert van Woudenberg, geboren ca. 1660, overleden ca. 1 november 1708
Gehuwd ca. 1686 met
Gerrichjen Rijcken, geboren ca. 1665, overleden < 14 december 1727
Gehuwd op 2 februari 1710 te Zeist met
Jan Jansz Knoppert, zoon van Jan Arisz Knoppert en Hendrickje Peters, gedoopt 3 april 1681 te Zeist, overleden > 30 mei 1751. Gehuwd op 14 december 1727 te Blauwkapel met Jannigje Jacobs van Schaick. Ondertrouwd op 16 mei 1751 en gehuwd op 30 mei 1751 te Utrecht met Maria van der Meer
Bron: hetutrechtsarchief.nl
Op 16 oktober 1688 huurt Gerrit van de ‘canonick St Peters t’ Utreght’ een ‘hoffstede, huijsinge cum annex, groot agt mergen, ses roeden’ genaamd de Blauwe Schorteldoeck, liggende onder de Bilt. Daarnaast huurt hij ‘drie partijen lants, groot ses mergen, 261 roeden’ gelegen in Zeist ‘in den Engh’, ‘anderhalff mergen lants’ genaamd de Cromackers in Zeist, ‘eene mergen, 370 roeden lants’ aan de Kroostwegh achter de Hoogewegh, ‘vier mergen, 509 roeden weijlant aan de Seijsterervaert’ en ‘401 roeden bouwland’ grenzend aan het voorgenoemde weiland aan de Zeistervaart, voor een totale som van ’twee hondert sestich gulden tot XX stuivers stuck’ en voor een duur van zes jaar (#). De huur wordt verlengd op 8 juli 1693, waarbij de grootte van het te huren land veranderd is ten opzichte van 1688. Naast de huur van de Blauwe Schorteldoeck, bestaat de huur uit drie partijen land met een grootte van 7 morgen en 411 roeden in den Engh in Zeist, 7 morgen bosland in den Engh in Zeist, 5 morgen ‘onlant’ in den Engh in Zeist, 370 roeden land aan de Kroostweg in Zeist, 300 roeden land ‘in de cleij’, ‘een geertje weijlant’ van 343 roeden bij de sluis, een morgen en 256 roeden weiland bij Kattenbroeck en 280 roeden weiland bij de Zeistervaart achter de Koppeldijk (#). De huur wordt nogmaals verlengd op 16 januari 1697 (#). Op 23 juli 1701 huurt Gerrit een ‘hoffstede cum annex met negen ende twintich mergen bouw en weijlant en boomgaert’ bij Kattenbroek van Jan Abrahamsen van Cauwenhoven (#).
Op 8 juli 1702 zijn op attestatie van De Bilt in het lidmatenregister van Zeist ingeschreven Gerrit Evertsen en Gerrichjen Rijcken sijn huijsvrouw, wonende op de Koppel.
Op 1 februari 1710 worden de huwelijkse voorwaarden opgesteld voor het huwelijk tussen Gerrichjen Rijcken en Jan Jansz Knoppert, waarin de gemeenschap van goederen wordt geregeld (#). Als vervolg daarop verschijnen op 1 maart 1710 Gerrichje Rijcken met haar nieuwe man aan de ene kant en de kinderen van Gerrit en Gerrichje aan de andere kant en verklaren ‘dat Gerrit Eversen, des boedelhoudster man, omtrent alderheijligen 1708 desen werelt sijnde somen te overlijden, nalatende tot sijne wedewe de boedelhoudster en tot sijne erfgenamen sijne agt alsnog onmonidige kinderen bij hem ende boedelhoudster verweckt’ en ‘dat over deselve onmondige kinderen althans oom en bloetmomber is Rijck Eversen, den overledens broerder, woonende onder den geregte van Driebergen’. De boedel bestaat uit vier paarden, vijf koeien, ‘het gereetschap tot de bouwerije als melkerije behorende’, ‘inboedel en huijsraet’, ‘gelt’, ‘coorn inde bergen’ en ‘groen coornte velde’ tezamen voor een bedrag van f 1005-.De lasten, bestaande uit ‘2 jaer pagt’, ‘ongelden over 1709’ en ‘personeele ongelden over 1709’ bedragen f 827-. ‘De effecten jegens de lasten geballanceert soo soude overigh sijn hondert agtenseventig guldens. Waerin ijders helfte bedraegt negen en tagtigh gulden’. Voorts komen zij overeen ‘dat de boedelhoudster zal behouden alle de effecten des boedels geene utgesondert’ waarvoor zij de lasten zal dragen en schulden zal voldoen, resulterende in ‘de somme van twee ende twintigh guldens sijnde voor hun agten, eenhondert ses ende seventigh guldens’ en ‘soo lange de kinderen onmondigh sijn belooft de boedellastere hare voornoemde agt kinderen te sullen onderhouden en opvoeden in behoorlijke cost, dranck, cledinge ende reding onder ende over oock te scholen ende te werck te laten gaen omme lesen schrijven ende een goed handwerck te leeren, daermede sij hun cost connen verdienen’, mits dat sij kinderen gehouden sullen sijn boedellastere oirbaer te doen ende hunne ouders de gehoorsamen als goede kinderen schuldigh sijn en behoren te doen’ (#).
Uit dit huwelijk:
1 Elisje Gerrits van Woudenberg
2 Jannigje Gerrits van Woudenberg, gedoopt 16 juni 1689 te De Bilt, overleden 1713-1721. Gehuwd op 3 december 1713 te Zeist met Cornelis Evertz van Rhenen, overleden 1724-1730
3 Evert Gerritsz van Woudenberg, gedoopt 14 juni 1691 te De Bilt, overleden 1691-1701
4 Lijsbeth Gerrits van Woudenberg, gedoopt 6 december 1693 te De Bilt, overleden > 7 februari 1728
5 Merrichje Gerrits van Woudenberg, gedoopt 21 juni 1696 te De Bilt
6 Hendrikje Gerrits van Woudenberg
7 Evert Gerritsz van Woudenberg, gedoopt 23 oktober 1701 te De Bilt, overleden 1701-1707
8 Geurt Gerritsz van Woudenberg, gedoopt 20 januari 1704 te Zeist. Gehuwd op 11 december 1729 te Driebergen met Jannigje Janse van Woudenberg
9 Rijck Gerritsz van Woudenberg, gedoopt 16 mei 1704 te Zeist
10 Evert Gerritsz van Woudenberg, gedoopt 13 november 1707 te Zeist