Zoudenbalch, Gerrit (ca. 1425-1483)

Gerrit Zoudenbalch, schepen, burgemeester (1459-1460, 1479-1484), heemraad (1463-1464, 1466-1467, 1472-1473) en lid van de raad (1466-1467, 1472-1475, 1477-1478) van Utrecht, ouderman van de gilde van wantsnijders (1461-1464, 1468-1471), lid van de Kleine Kalende broederschap, zoon van Hubert Zoudenbalch en Waltera Everts Schouten van de Kelder, geboren ca. 1425, overleden 3 december 1483 in Kasteel Schoonhoven, begraven in het Karmelietenklooster te Schoonhoven

Gehuwd met

Geertruid van Zuijlen van Natewisch, jonkvrouw, dochter van Jan van Zuijlen van Natewisch en Jutte van Culemborg, overleden 1518 te Utrecht

 

Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) Zoudenbalch. een Utrechtse familie. J.W. van Maren. In: Jaarboek Oud-Utrecht 2006, 3) Soudenbalch. In: De Navorscher, 33e jaargang, 1883, pg. 287-290, 4) In Utrechtse handen, Klaas de Vries en Klaas Post. Op: urkeruitgaven.nl, 5) Stukken betreffende de Groote en Kleine Kalende-Broederschappen te Utrecht, Mr. S. Muller Fz. In: Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap, deel 8, 1885, 6) razu.nl, 7) NT00061_20. Nadere Toegang op inv. nr 20 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 8) NT00061_29. Nadere Toegang op inv. nr 29 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 9) NT00061_32. Nadere Toegang op inv. nr 32 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 10) NT00061_37. Nadere Toegang op inv. nr 37 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 11) NT00061_45. Nadere Toegang op inv. nr 45 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 12) NT00061_53. Nadere Toegang op inv. nr 53 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 13) onsvoorgeslacht.nl, 14) Repertorium op de lenen en tijnsen van de proosdij ten Dom, 1174-1660, J.C. Kort. Historische reeks Kromme-Rijngebied, deel 11. Historische Kring Tussen Rijn en Lek. Houten, 2010, 15) Repertorium op de lenen en tijnsen van de proosdij van Oudmunster, 1238-1661, J.C. Kort. Historische reeks Kromme-Rijngebied, deel 11, Historische Kring Tussen Rijn en Lek. Houten, 2010, 16) Genealogie “Van Zuijlen van Natewisch”, J.W. des Tombe. In: De Navorscher, jrg. 53 (1903)

Op de afbeelding links het wapen van de Zoudenbalchs als onderdeel van de anonieme tekening van de afbeelding van de wapens van de leden van de Kleine Kalende broederschap in een venster aan de noorzijde van de Buurkerk te Utrecht. Het doel van de broederschap was de bediening van kapellen en altaren (welke kaland of kalend kapellen worden genoemd), het houden van missen voor de zielen van de gestorven leden, het uitdelen van aalmoezen en het houden feesttijden. De kalende broederschap had statuten die voor alle leden bindend waren.
Gerrit Zoudenbalch en verschillende van zijn voorouders en nakomelingen komen met overlijdensdatum voor op de lijst van de leden der Kleine Kalende-broederschap: ‘1483 Gherit Soudenbalch tot choenhoeven ende leijt aldaer begraven tot die Carmeliten opt Choir’

Op 20 februari 1468 voor David van Bourgondië Bisschop van Utrecht compareert Dirck Evertss en transporteert de leenweer van 3 m in de Brenck, streckend aen Wijkersloetschewech en aen Oudewetering, op heer Evert Zoudenbalch, voor wie hulde doet Gerijt Zoudenbalch zijn broer.

In 1470 Morgengeld Nederlangbroek: Gerit Zoudenbalch 8 m, bet zelf.
In 1470 tienden van de Dom in Nederlangbroek: 50-1 Gerijt Zoudenbalch.
In 1470 Morgengeld/Oudschildgeld Oudwulven en Wulverbroeck: Gerijt Zoudenbalch 14 m s Fije Gerijt Dircss wijff van 2 m 2 st en Aernt Schive Gijsbertss 12 st.

Op 19 februari 1472 Gerijt Soudenbalch gemachtigde van heer Evert Soudenbalch zijn broer, geëigend aen de tilbare waer van Hubert Willemsz in Schalckwijck.

Op 4 september 1473 leenbrief voor Gherit Zoudenbalch van 6 m in Nederlangbroek bij Walenborch, bo Gherit vrsz zelf, ben Jan die Ridder. Over waren Bernt Proeijs Aelbertss en Jan van de Anxster.
Op 6 september 1473 voor Goessen Jansz scout in Odijk gerecht van Jhr van Boichout, compareert Adriaen Freijse x Jfr Hadewij Vranckendr van IJsselsteIJn en Jfr Aleijt Francx wed. van IJsselsteijn die transporteren 20 m 1 h 80 scaft onderdeeld in 48 m geheten dat goet then Herte aen 9 stucken, waaronder ½ m in de Goer gebruikt nu Gerit Zoudenbalch, en 17½ m daer Gerit Zoudenbalch 11½ m en Willem Hermansz 6 m af gebruiken.
Op dito voor Johan Dirckx richter, Evert Evertsz en Gerijt Oudeweert scepenen (van Wijk bij Duurstede) compareren Gijsbert Aertsz van Zijll, Jan Aertsz van Zijll en Willem Aertsz van Zijll en Steven Aertsz van Zijll x Dirck zijn echte wijf en transporteren aan Gerijt Zoudenbalch t.b.v. heer Evert Zoudenbalch, de Brenck in Wijck op Wijckersloet, uitgezonderd 3 m die heer Evert daar al heeft, streckend van Cotersloot op aen de Oude Broeckwetering.

Op 22 januari 1474 is Gerrit Zoudenbalch door de Staten van Utrecht beleend met de helft van de tienden te Maarssen aan weerszijden van de Vecht, na opdracht door Anna van Abcoude van Meerten van Essestein.

Gerrit Zoudenbalch heeft in Utrecht samen met Jan van Montfoort de macht in de stad in handen tijdens de Stichtse Burgeroorlog. Gerrit heeft in Antwerpen en Brussel de leiding over een delegatie die de Utrechtse zaak bepleit bij het hof van aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk. De delegatie keert echter zonder resultaat terug als Maximiliaan hen weigert te ontvangen. Ondertussen gaan de oorlogshandelingen door met Holland en Utrecht wordt belegerd. Het stadsbestuur van Utrecht vragen om een wapenstilstand en een afvaardiging van de stad krijgt vrijgeleide om bij aartsbisschop Maximiliaan opnieuw te onderhandelen. Als Jan van Montfoort terug gaat naar Utrecht om met het stadsbestuur te overleggen, blijft Gerrit achter als gijzelaar. Hij sterft op 3 december 1483 in gevangenschap in het kasteel van Schoonhoven. De stad Utrecht wordt na de belegering ingenomen en de stad krijgt een grote boete opgelegd (Bron: J.W. van Maren, Zoudenbalch, een Utrechtse familie. In: Jaarboek Oud Utrecht 2006, pag 6 t/m 42).

Op 5 april 1533 heer Henrick van Zoudenbalch, kanunnik ten Dom, voor hemzelf en vervangende Joffrouw Marij van Brienen weduwe Evert Zoudenbalch met haar kinderen, en Joffrouw Mari Zoudenbalch weduwe Jans van Rijn, als mede erfgenamen van zaliger heer Gerrit van Zouwenbalch versus Gerit Zouwenbalch bastertsoen desselfs heer Gerijt, subdiaken en tresorier ten Dom. Deze Gerit subdiaken zaliger was broeder van de impetrant. In 1484/5 zal hij toch in boelschap met ene Catrijne van Sonnevelt bij wie hij gedaagde verwekte welke hij een huis te Utrecht geheten Amerongen vermaakte. 

 

Uit dit huwelijk:

Evert Zoudenbalch

Hendrick Zoudenbalch, kanunnik te Maastricht en St. Pieters, Domkanunnik te Utrecht (1508), lid van de Kleine Kalende broederschap, overleden 18 april 1536 te Utrecht

Jutte Zoudenbalch, kloosterzuster in het Vrouwenklooster te De Bilt, overleden 1530 te Utrecht, begraven in het Wittevrouwenklooster te Utrecht

Hadewich Zoudenbalch, overleden ca. 1502. Gehuwd in 1495 met Roelof van Baern van Schonauwen, ridder, heer van Schonauwen (1497), schout en schepen van Utrecht (1501-1509), zoon van Roelof Albertsz van Baarn en Aleijd Jans van Schonauwen, geboren ca. 1455, overleden 9 april 1521

Maria Zoudenbalch, overleden 1550. Gehuwd in 1499 met Johan van Rijn van Jutfaes, schepen van Utrecht, overleden < 1541. Gehuwd in 1542 met Hendrick Ingersmetten

Woutera Zoudenbalch, overleden 1483

Engel Zoudenbalch, overleden 1483

Gerrit Zoudenbalch (de Jonge), subdiaken en tresorier van de Dom te Utrecht, lid van de Kleine Kalende broederschap, overleden 7 november 1524. Onechte relatie in 1484 met Catrijne van Sonnevelt

Onecht kind:

Johan Zoudenbalch